beoosten paal 124 tot 40 M. bewesten
paal 1 8 8 ....................................................lang ongeveer 1115 M.
De Weslerlanderdijk, van 40 M. beoosten
paal 138 tot 60 M. benoorden paal 156 n h 1450 n
De Hoorndijk, de Stroeerdijk en de Zuiddijk, strekkende van paal
25 tot even bewesten paal 92, zijn door den polder Waard-Nieuwland
gedekt en zijn dus slaperdijken geworden.
De hoogte der zeewaterkeerende dijken is aan den Oever bet
grootst, 3.7 5 tot 3.70 M. -j- YZ., verderop wordt zij gaande-
weg minder, zoodat zij bi] den Weslerlanderdijk, slecbts 2.55 ä
2.5 0 M. - -J- YZ. bedraagt,
Het buitentalud bestaat tegenwoordig voor verreweg het grootste
gedeelte in eene aarden glooiing van 1 | ä 2 op 1 , met steen
bezet, opgaande op sommige plaatsen tot 3.50 M. -j- VZ., op
andere plaatsen slechts tot 2 en 1.50 M. Yjrj YZ. Ddär waar
dit buitentalud nog gebeel of gedeeltelijk uit een wierriem bestaat,
heeft men het voornemen dezen gaandeweg eveneens door eene met
steen bezette aarden glooiing te vervangen.
Het binnentalud heeft over het algemeen eene helling van ongeveer
2 op 1 . De kruinsbreedte is zeer verschillend ; op die
plaatsen waar de wierriem geheel in den aarden dijk is gewerkt,
wisselt zij af tusschen 2 en 3.50 M.; daiir waar zulks nog niet
het geval is en de riem dus nog, hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk
onmiddellijk als keering dienst doet, is zij grooter en bereikt de
kruin op sommige plaatsen eene breedte van 5.50 tot 8 M.
ln den zeedijk liggen vijf steenen uitwateringsduikers en wel:
1° de Oeversluis, wijd 0.85 M., diep 1 M. — VZ., met
twee schuiven en eene wachtdenr;
2° de Stroeersluis, liggende te zamen met de uitwateringssluis
van Waard-Nieuwland. In deze sluis zijn twee openingen,
waarvan de noordelijkste uitsluitend dient voor de afvloei-
ing van het water, dat uit Wieringen afstroomt door een
duiker in den slaper van den ouden zeedijk en van daar
in een voorboezem. Deze sluis heeft 1 schuifenl wachtdeur,
is 1.45 M. wijd en 1.75 M. — YZ. diep;
8° de Hippolytushoeversluis, wijd 0.80 M. en diep 0.50 M.—YZ. ;
4° de Hoelmerslms, wijd 0,50 M. en diep 0.80 M.Ä IY Z .
5° de Weslerlandersluis, wï)d 0 . 70 M. en diep 1.05 M.— VZ.
Deze drie sluizen hebben allen 2 sehuiven en 1 waehtdeur.
Bovendien zijn er nog twee sluizen aan de noordzijde, de
Broekersluis en de Moeskessluis, beide in beheer en onderhoud
bij het Bijk.
Ofschoon - er op Wieringen vele hooge gronden zijn, zijn er
toch vier molens om het water uit de lager gelegen landen we**
te malen. Allen zijn vijzelmolens. Zij staan :
■ W°. 1 in den GèsterpoUer, vlucht 16 M. ; middellijn der vijzel
L.4Q M.
» 2 in den Stroeërpolder, vlucht 21 M .; middellijn der vijzel
1.90 M.
" 3 in den Hippolytushoeverpolcler of Klumpolder, vlucht
17.50 M.; middellijn der vijzel 1.45 M.
* n 4 in den Westerlanderpolder, vlucht 12 M.; middellijn
der vijzel 1.6 3 M.
, De molen van den Hippolytuspolder of -koog, die in siechten
toestand verkeert, is voorloopig buiten werking gesteld. Het
Heemraadschap heeft met het bestuur van den polder Waard-
Nieuwland eene voorloopige overeenkomst gemaakt om den Hippo-
lytuspolder of -koog door het gemaal van dien polder te doen
bemalen en heeft daartoe in den ouden zeedijk een uitwaterings-
duiker doen leggen. Deze overeenkomst is in April 1894 voor
één jaar verlengd.
Het peil is 1.25 M. — YZ.
De lasten worden over al de landen van het Heemraadschap,
dat is, over het geheele eiland, met uitzondering van den Waard-
Nieuwland, het Buitenveld en de Normerven, heotaarsgewijs om-
geslagen. Het aantal hectaren, waarover de omslag geschiedt,
is 1808.4420 H. Gemiddeld bedrag van den omslag in de jaren
1888 1892 y 6.75 per H. ’sjaars. In 1894 is deze omslag
tot f 5.— per H. verlaagd kunnen worden.