uit twaalf leden, waaronder de Dijkgraaf en de Heemraden be-
grepen zijn.
Van de Hoofdingelanden wordt er een verkozen door de Molen-
meesters van de Sehrinkkaag uit bun midden; twee door die van
de Kaag, twee door die van den Hooglandspolder, en twee door
die van den SliJcvenpolder, allen insgelijks uit hun midden; voorts
vier door het bansbestuur van Schagen en den door dat van
Burghorn, elk uit zijn midden. Van de twee Hoofdingelanden,
door Molenmeesters van den Slikvenpolder te kiezen, moet de
een het vereischte grondbezit hebben in dat gedeelte van dien
polder, hetwelk in de banne Schagen, Harenkarspel of Ouäe
Niedorp, de andere in het gedeelte, dat in de banne Haringhuizen
ligt. Bij gebreke van een Molenmeester, in het bepaalde gedeelte
genoegzaam geland, kiezen Molenmeesters den Hoofdingeland
uit de ingelanden, die aldaar het vereischte grondbezit
hebben.
De Dijkgraaf en de Heemraden worden door de Vergadering
van Hoofdingelanden uit haar midden benoemd ').
DE SCHRINKKAAGi
Gemeente: Barsingerhorn.
Aan de westzijde van de Sehrinkkaag maakt de Hemmerweg,
van 1 de Oosterbrug tot den Westfrieschen dijk, de waterkeering
tusschen dezen polder en de Kaag uit. Aan de drie overige
zijden is de polder omgeven door den koggeboezem, waartegen
hij als waterkeering eene kade heeft, hoog 0.30 M. — AP ,
die vöor des polders rekening wordt onderhouden. Deze kade
wordt alleen afgebroken door de hoogere gronden, waarop de
Nieuwe en Ouäe Streek van het dorp Kolhorn is gebouwd.
De noordwestelijke hoek van de Sehrinkkaag was tot 1.863, ten
behoeve van de afwatering der zoogenaamde Bossen in de Kaag,
van het overige deel des polders afgeschut.
De polder wordt bemalen door een vijzelmolen, staande aan het
zmdeihde van de Nieuwe Streek te Kolhorn en uitmalende op den
koggeboezem. Vlucht 21.53 M.; middellijn der vijzel 1 .40 M.
De watermlating geschiedt, zoo noodig, door het openen der
waterdeur in den molen.
Zomerpeil 1.70 M. — AP. Des winters wordt zoo laag mo-
gelijk afgemalen.
In 1863 is eene proef genoraen om de bemaling van de
Sehrinkkaag en van den Kaagpolder te vereenigen. Deze proef
is echter niet gelukt, zoodat reeds in 1865 de eigene bemaling
voor ieder der polders is hersteld.
De geheele grootte des polders is 91.2270 H., waarvan
3.2370 H., als water en kade, geene lasten betalen. Voor
0.8476 H., thans buiten den polder gelegen, indertijd ten dienste
van de oprichtmg der Strijkmolens vergraven, moeten nog steeds
de lasten door het bestnur der Strijkmolens worden voldaan, zoolang
die niet zijn afgekocht.
Het bedrag der lasten is in de jaren 1888—1892 geweest
PCT 'S Jaars- Hieronder zijn, evenals bij de andere
polders der Schagerkogge, de lasten der Strijkmolens begrepen.
Volgens het regiement van 1861 (Prov. Blad n°. 70), gewij-
zigd m 1869 (Prov. Blad n°. 44), bestaat het bestuur uit drie
Molenmeesters, waarvan ddn Voorzitler, die rechtstreeks door de
stemgerechtigde ingelanden gekozen worden.
DE KAAG.
Gemeente: Barsingerhorn.
Is ten noorden ingesloten door den Westfrieschen dijk, ten
oosten door den Hemmerweg, die hem van de Sehrinkkaag scheidt,
ten zuiden door eene kade of daarmede gelijkstaande hooge
gronden längs den koggeboezem, ten westen door eene kade
längs de Bansloot, en, van waar deze bij den Wadmolen opboudt
47