848 T e r s c h e l l in g .
Al deze haven werken zijn in beheer en onderhoud bij het Rijk.
Men vindt op Terschelling twee watersehappen, te wetfen:
d en Terschellingerpolder
en
h e t Nieuwland of den Z u rijp e rp o ld e r.
DE TEltSCHELLINGEKPOLDEtt.
Gemeente: Terschelling.
De Terschellingerpolder bevat de gronden van bet eiland tus-
scben den voet der duinen en den zeedijk begrepen, zieh uitstrekkende
ten ■ westen tot nabij de haven, ten oosten tot het
buitenveld, de Grie genaamd. Alleen de domeingronden binnen
deze grenzen, aan den voet of in de nabijbeid der duinen gelegen,
behooTen niet tot zijn gebied.
Vanouds waren de landerijen verdeeld. in acht polders, heyme-
ricken genaamd, te weten: Oosterend, Hoorn, Lies, Formerum,
Land/rum, Znrip, Kinnem en Kleine Huren en Westend.
Het gedeelte der zeewering, dat ten westen des polders zuid-
waarts strekt en vereenigd is met den dijk beaosten den Grooten
dam, wordt de Nieuwendijh genoemd, Van daar wendt.de zee-
wering, onder den naam van Zuiderdijhagie bekend, zieh oost-
waarts, strekt zieh uit tot het buitenveld de Grie en wendt zieh
dan noordwaarts om in de duinen te eindigen__
De zeewering, is voor zoover de Zuiderdijhagie strekt, voor re-
kening des polders. Overigens is het onderhoud bij het Rijk.
Deze Zuiderdijhagie is 12.500 M. lang en over 4950 M. lengte
met steenglooiing voorzien. Over 1500 M. lengte is voor den
teen der steenglooiing bovendien een met steen bezette buiten-
berm aangebracht. De overige lengte bestaat in begroesden aar-
den dijk.
T E B S C flE L lillte . 849
Zij is hier en daar door voorland en voorts door den buiten-
polder het Nieuwland of den Zurijperpolder gedekt.
Het overtollige water wordt uit den polder, zonder opmaling,
door vier uitwateringssluisjes op zee geloosd en u it den buiten
polder op dezelfde wijze door den uitwateringssluisje. De sluisjes in
den polder zijn:
het Westersluisje, bij dijkspaal 7, zijnde een gemetselde duiker
, vanbuiten met eene klep en vanbiunen met eene schuif ge-
sloten. De wijdte is 0.80 M. De drempel ligt 0:80 M. —
VZ.;
het Zurijper- (of Sieropper)sluisje, bij dijkspaal 40, zijnde een
gemetselde duiker, vanbuiten met eene klep en vanbinnen met
eene schuif gesloten. Wijd 0.90 M. De drempel ligt 0.72 M.
jtt VZ.;
het Liesing ersluis je, bij dijkspaal 79, zijnde een gemetselde
duiker, vanbuiten met eene klep en vanbinnen met eene schuif
gesloten. Wijd 0.80 M. Diepte des drempels 0.9 7 M. —
VZ.
In de nabijheid ligt nog een dergelijk sluisje, wijd IM. ;
diepte des drempels 1.10 M. — VZ.
De polder bevat ongeveer 1500 H., waarvan 1409.2661 H.
gelijkelijk in de lasten deelen. Het bedrag van deze in de jaren
1888—1892 is geweest / 3 per H. ’s jaars. Eenige domeingronden
en de gemeentewegen zijn vrij van lasten.
Volgens het regiement van 1860 (Prov. Blad n°. 101), gewij-
zigd in 1865 (Prov. Blad n°. 7 van 1866) en in 1872 (Prov.
Blad n°. 62), wordt het bestuur uitgeoefend door een Dijkgraaf
en drie Heemradeu, als college van dagelijksch bestuur, en zes
Hoofdingelanden. De Dijkgraaf en de Heemraden worden door
de Koningin benoemd uit een drietal door Hoofdingelanden voor-
gedragen. x)