vergadering van Hoofdingelanden met de Hoofdingelanden-plaats-
vervangers en de Dijkgraven der vier ambachten een besluit ge-
nomen worden omtrent de sluiting der Westfriesche rekening;
gemeenschappelijke belangen der vier ainbacbten de waterkee-
ring betreffende, die het gewoon beheer te buiten gaan;
de algemeene voorwaarden in alle bestekken en aanbestedingen
op te nemen en de bezoldiging en instruotie van den secretaris.
Aan de beraadslagingen mögen alle aanwezigen deelnemen, aan
de stemmingen alleen de Hoofdingelanden en de plaatsvervangers
voor de Hoofdingelanden, die afwezig zijn. Hunne besluiten zijn
voor de ambachten. verbindend.
De werkzaamheden van het college bestaan voorts in het hel-
pen beramen en besteden der aan den dijk te verrichten en het
helpen schouwen der daaraan volbrachte* werken.
Jaarlijks voor 15 Maart zenden de ambachtsbesturen aan ieder
der Hoofdingelandeu en aan den secretaris eene beraming der door
hen noodig geachte werken, met begrooting van kosten. De
Hoofdingelanden nemen daarop den dijk in oogenschouw met den
Dijkgraaf en eene commissie uit de Heemraden van het ambacht
en gaan op de plaats zelve de te verrichten werken na. Zij stellen
de beramingen vast.
Nadat. van deze werken door het bestuur van het amhacht de
bestekken zijn opgemaakt en medegedeeld aan eene daartoe be-
noemde commissie uit Hoofdingelanden, geschiedt de besteding in
tegenwoordigheid van twee harer leden en blijft die commissie op
de uitvoering toezien, terwijl eindelijk na voltooiing der werken
eene schouwing plaats heeft. Bij geschillen wordt de beslissing
van Gedeputeerde Staten ingeroepen.
Zooais reeds op bladz. 531 is medegedeeld, worden overeen-
komstig de bepalingen der' sententie van den voormaligen Hoogen
Baad van 12 October 1695, wier kracht men in geenen deele
heeft willen verminderen, de kosten van het dijksonderhoud voor
de ambachten zod verdeeld, dat
Drechterland daarin 37£ ten honderd
De Vier Noorder Koggen n 331 > n
Geestmerambacht daarin 15 ten honderd
Dé Schager- en Niedorperkoggen u 14 n //
dragen, behoudens de bepalingen omtrent de overdijking of on-
derdijking te aangehaalder plaatse vermeld.
Deze laatste bepalingen gêlde:i echter niet, wanneer de ge-
maakte kosten herstelling van buitengewone rampen betreffen.
Deze verdeeling der kosten, in 1864 voorloopig voor vijf jaar
bestendigd, werd door de Staten in 1869 voorgoed vastgesteld.
Om tot deze verrekening te geräken, zenden de ambachtsbe-
sturen jaarlijks hunne rekening, die vroeger van den l*ten Maart
tot ult°. Bebruari, doch sedert de wijziging van het regiement
in 1869 van 1 Januari tot nlt°. December loopt, vdör den l sten
April aan de Hoofdingelanden en den secretaris van dezen, die
daaruit de algemeene rekening opmaakt. Deze wordt door Hoofdingelanden
onderzocht en gesloten, terwijl daarna de verrekening
tusschen de ambachten omtrent het over- of ondergedijkte plaats
heeft.
Hierbij wordt in acht genomen, dat Geestmerambacht aan de
Vier Noorder Koggen voor de overbrenging van de bannen Ob-
dam en Hensbroek voor dat ambacht moet vergoeden 6.6 ten
honderd van het geheele bedrag, dat ten laste van de Vier Noorder
Koggen komt.
Het regiement van bestuur is door de Staten den 7den Juli
1'864 vastgesteld en afgekondigd in het Provinciaal Blad n° 42.
van dat jaar en gewijzigd in 1869 (Provinciaal Blad n°. 45 en
46.) »)