Grootte des polders 209.3390 H. Gemiddeld bedrag van de
lasten in de jaren 1888—1892 / 1 1 per H. ’sjaars.
Het bestuoT bestaat volgens het regiement van 1863 (Prov.
Blad n°. 54), gewijzigd in 1877 (Prov. Blad n°. 64), uit een
Dijkgraaf, door de Koningin benoemd, en twee Heemraden, recht-
streeks gekozen door de stemgerechtigden als dagelijkscb bestuur
en vier Hoofdingelanden. De benoeming van den Dijkgraaf door
de Koningin geschiedt op grond, dat bij het octrooi van bedijking
is bepaald, dat hij door de Bekenkamer, dat is de publieke auto-
riteit, zou benoemd worden. %
DE BEDIJKTE LEEK OE KLEINE WAAL OP DE GRENZEN
VAN WOGNUM.
Gemeente: Berichout.
Dit poldertje, groot 9.3790 H ., behoort aan twee eigenaars.
Op de kaart v a n het Hoogheemr aadschap der Uitwaterende Sluizen
wordt het a aD g ew e z e n onder d e n naam van Bedijkte Leek.
Het heeft zijn eigen ringdijk, hoog ongeveer 1.86 tot 2.16 M.
AP., en een vijzelmolen, die op den boezem der Westerkogge uitmaalt,
waarvoor de landen van dit poldertje hectaarsgewijze het molen-
geld van de Westerkogge betalen. De inning geschiedt door het
bansbestuur van JBerkhout. Vlucht van den molen 19.04 M.;
middellijn van de vijzel 1.07 M.
Het zomerpeil is, gelijk in vele kleine polders onder particu-
lier beheer, zeer onbepaald en wisselt af tusschen 4.30 en 4 .6 0
M ‘ — AP .
Het octrooi der Staten, waarbij aan Sybrant A lb e rts Ciir-
tius, burger te Hoorn, vergunning is verleend om te mögen be-
dijken het watertje, genaamd de Leek, gelegen omtrent Hoorn,
groot 9 of 10 morgen,' dagteekent van 22 Januari 1633.
DE NOORDERBRAAK.
Gemeente: Avenhorn.
Op 7 April 1631 is aan A l b e r t M a t t h i js z E n s , poorter der
stad Hoorn, octrooi verleend om te bedijken een braakje, gelegen
benoorden het dorp Scharwoude, destijds groot vier morgen en
bekend onder den naam van Achterwaal.
Deze Achterwaal of Noorderbraak ligt met hare oostzijde tegen
den Westfrieschen zeedijk en is overigens omringd door een eigen
kade, hoog 2.15 M. — AP. Zij wordt doorsneden door den
spoorweg Purmerend—-Hoorn.
Zij heeft aan de noordwestzijde een vijzelmolen, uitmalende op
den boezem der Westerkogge, tegen eene vaste vergoeding van
f 4.75 ’s jaars. Vlucht 14 M.; middellijn van de vijzel
0.90 M.
Zomerpeil 0.29 M. onder dat van de Westerkogge, dns 3.15
M. — AP.
De geheele braak, groot 5.2350 H., waarvan 0.6735 H. is
onteigend voor den spoorweg Purmerend—Hoorn, behoort aan een
eigenaar. De landen hetalen de lasten, door het bansbestuur
van Scharwoude geheven, met uitzondering van het molengeld,
hectaarsgewijze met de overige landen der banne.
DE POLDER BESCHOOT.
Gemeenten: Avenhorn, Oudendijk en Beets.
Bestaat uit de gedeelten van de bannen Grosthuizen en Scharwoude,
die gelegen zijn ten zuiden van den weg loopende van den
Kathoek, door de dorpen Grosthuizen en Scharwoude tot den
zeedijk en de geheele banne Oudendijk, met uitzondering van de
Troonlanden, die buiten den Slimdijk aan de .Zfeemsfer-ringvaart
liggen.