en 1893 is echter voor den polder geen omslag geheven, doch voor
het polderdistrict Zuidscharwoude bedroegen de lasten f 5.65
per H. ’s jaars.
Het bestem1 bestaat uit twee Poldermeesters, die benoemd
worden door het gemeentebestuur en daaraan jaarlijks rekening
doen. De tegenwoordige titularissen werden ongeveer 30 jaar ge-
leden tot wederopzegging benoemd.
DE NOOIi.DSCHARWOÜDEIU'OLDER.
Gemeente: Noord-scharwoude.
Deze polder is een gedeelte der banne NoordscAarwoude binnen
de HeerAugowaard getrokken en alzoo door de ringsloot van
het verdere deel der banne gescheiden. Met zijne westzijde tegen
den ringdijk van de Waard, hoog 0.35 M. -j- AP. aanlig-
gende is hij overigens geheel omgeven door eene kade, hoog
0 .40 M. — A P ., die aan beide uiteinden aan den ringdijk van de
Waard aansluit en door den polder wordt onderhouden.
Een staartvijzelmolentje slaat het water des polders op de
ringsloot van de Waard, d. i. op Haahsmaatsboeeem uit.
Ylucht 20 M.; middellijn van de vijzel 1.60 M.
Zomerpeil 0.95 M. — AP.
ln den ringdijk van de Waard ligt eene schutsluis , die toe-
gang geeft tot de wateren van den NoordscAarwouderpolder. Zij
wordt door dezen en door de Waard, ieder voor de helft, onderhouden.
Deze schutsluis heeft eene doorvaartwijdte van 3.08 M. en
eene schutkolklengte van 7.75 M. De slagdrempels liggen op
1.97 M. en 2.05 M. — AP. Over deze sluis ligt eene vaste
voet- en rijbrug.
De polder is groot 82.1318 H ., waarvan echter slechts over
60.4708 H. lasten geheven worden. Onder dit laatsle getal
zijn begrepen 16.6830 H , die buiten den ringdijk in de Hugo-
waard liggen, daar zij bij de inpoldering van den NoordscharwouäerpolclerAv
laag gelegen waren om binnen den dijk te worden
begrepen. Zij worden door de Hugowaard kosteloos bemalen.
In 1883 is door de Staten bepaald, dat deze pereeelen niet
als vroeger in den omslag zullen deelen, maar eene vaste bijdrage
zullen betalen, afkoopbaar tegen den penning- 20. Ieder perceel,
waarvan de afkoop geschiedt, houdt daardoor op deel van den
polder uit te maken. (Prov. Blad n° 67 van 1883).
Het gemiddeld bedrag der lasten was van 1888—1892 / 6 . 2 0 per
H. ’s jaars.
De zoogenaamde druiplanden, groot 7.3950 H., liggen buiten
het gebied van den polder en betalen dus geen lasten. Niette-
min worden zij, en dat wel ter grootte van 5.3070 H., voor een
minder bedrag, in 1892 f 2 .— per H., aangeslagen, omdat'zij
van de sluis en de waterwegen gebruik maken. Het is intus-
schen niet te ontkennen, dat dit in strijd is met de bedoeling van
het regiement van 1859 (Prov. Blad n° 64).
Yolgens dit regiement, gewijzigd in 1886 (Prov. Blad n°. 84),
bestaat het bestuur uit drie leden, waarvan een Yoorzitter, die
rechtstreeks door de stemgereehtigde ingelanden gekozen worden. 1)
Het reglement heeft uitdrukkelijk gehandhaafd het recht van
schouw over de kade van dezen zooveel hooger dan het omlig-
gende land van de W%ard gelegen polder, aan het bestuur van
die Waard toekomende, volgens uitspraak van Gecommitteerde
Baden van de Staten van Holland en West friesland in Aet Noorder
Awartier van 12 October 1634.
DE KOOG- EN BLEEKMEERPOLDER.
Gemeenten: OudJcars'pel en Ilar enkar spei.
De Koogpolder en de BleeJcmeer, die sedert 1834 te zamen eene
bemaling en 66n bestuur hadden, zijn in 1864 tot e'e'npolder vereenigd.