De omslag wordt geheven over 941.6249 H ., daaronder be-
grepen de hectaren, waarvoor de stad, wegens de gronden vroe-
ger door haar bij de uitlegging harer wallen ingenomen, nog
steeds de lasten betaalt.
Het water, dat als zoodanig op de kadastrale leggers bekend
staat, is evenals de rietschoten en moerassen vrij van lasten.
Zoodra de oppervlakte van deze echter tot 0.1Q M. boven het.
maalpeil is opgeboogd, of wanneer zij 11a inpoldering die hoogte
boven het voor die inpoldering vastgestelde maalpeil hebben be-
reikt, vallen zij onder de schuldplichtige landen.
Voor de meeste der bannen geldt dergelijke bepaling.
Het gemiddeld bedrag der lasten is in de jaren 1888—1892
geweest f 8 per H. ’s jaars.
De banne betaalde vroeger aan de gemeente eene schadeloos-
stelling voor den doortocht van bet uit den polder opgemalen
water door de waterleidingen en sluizen der stad naar zee. Deze
schadeloosstelling heette Emmergeld, doch in 1864 is deze belas-
ting vervallen tengevolge eener overeenkomst, waarbij aan Enk-
huizen de gronden werden afgestaan, waarop voor dien de Ooster-
molens, die toen afgebroken waren, hadden gestaan.
Volgens het regiement van 1858 (Prov. Blad n°. 111), ge-
wijzigd in 1878 (Prov. Blad n°. 59), wordt bet bestuur uitge-
oefend door drie leden, waarvan één Voorzitter, als college van
dagelijksch bestuur en vier Hoofdingelanden. De Voorzitter en
de leden van het dagelijkscb bestuur worden rechtstreeks gekozen
door de stemgerechtigde ingelanden. *)
DE BANNE BOVENKABSEEB.
Bestaat uit het grondgebied der gemeente van dien naam, voor
zoover dat binnen den zeedijk is gelegen.
De banne heeft geen andere werken te onderhouden dan eenige
vaarten en slooten met eenige beschoeiingswerken.
Onder deze vaarten bekleedt eene voorname plaats de Tocht,
waarop een zeer druk schuitenverkeer plaats beeft van en naar
het Station van den spoorweg Hoorn-Enkhuizen en van en naar
de Broekerhaven.
De omslag wordt geheven over 805.1635 H.
Het gemiddeld bedrag van dezen is in de jaren 1888Ä-1892
geweest f 8 .40 per H. ’s jaars.
De contributie aan de Uitwaterende Sluizen is afgekocht, volgens
de bepalingen van bet regiement van dat waterscbap.
Volgens het regiement van 1858 (Prov. Blad n°. 1 1 2 ) wordt
het bestuur uitgeoefend door drie leden, waarvan den Voorzitter,
als College van . dagelijksch bestuur, met vier Hoofdingelanden.
De Voorzitter en de leden van het dagelijksch bestuur worden
rechtstreeks gekozen door de stemgerechtigde ingelanden.
DE BANNE GBOOTEBBOEK EN LUTJEBIIOEK.
Bestaat uit het grondgebied der gemeente Grootebroek
Het bestuur onderhoudt drie bruggen, waarvan een over het
Voert en twee in het deel der gemeente de Horn genaamd, met
hare schoeiingswerken.
Evenals de banne Bovenkarspel onderhoudt deze banne eenige
vaarten, waaronder de Tocht, een breed en goed vaarwater.
De grootte der schuldplichtige landen is 1062.0884 H.
Het gemiddeld bedrag der lasten was van 1888—1892 f 8.10
per 11. ’s jaars. De omslag is echter niet- voor allen gelijk, daar
een deel der banne, groot 28.7500 H., de Voetakkers genaamd,
in den Houterpolder ligt, de lasten van dezen pol der draagt en
vrijgesteld is van de lasten van den polder Grootslag, waarin het
ander deel der banne gelegen is.
De contributie aan de Uitwaterende Sluizen is afgekocht, volgens
de bepalingen van het regiement van dat wat.erschap.
35*