Aan de oostzijde nabij de Koksbot, die tot de banne Wormer
behoort, staat de vijzelmolen, die den polder moet droog houden.
Ylncht 20.50 M.; middellijn van de vijzel 1.40 M. Yoor het
recht van uitmaling op den boezem van het Heemraadschap betaalt
de polder f 120 ’s jaars. (Zie bladz. 446).
Zomerpeil 3.40 M.&y-t AP.
Grootte 57.2160 H., die allen de volle lasten betalen. Längs
de kade liggen eenige gronden, groot 18.7500 H., die tegen
eene jaarlijksche recognitie van / 22 hun overtollig water in den
Schaalsmeer doen afloopen. Gemiddeld bedrag der lasten in
1888—1892 ruim f 5 per H. ’s jaars.
Nadat den 17äen Pebruari 1820 een regleinent van bestuur
voor den Schaalsmeer vastgesteld was, en dit tot velerlei bezwa-
ren had aanleiding gegeven, is bij besluit van Ged. Staten
van 9 Maart 1826 n°. 20 dit regiement als onwettig vemietigd
en zijn de vroeger bestaan hebbende overeenkomsten weder van
kracht verklaard. Diensvolgens bestaat het bestuur thans nog uit
drie Heemraden en een secretaris-penningmeester, die tevens als
Dijkgraaf fungeert, overeenkomstig het beslotene in eene verga-
dering van ingelanden op den 9den Mei 1754 gehouden. Tegen-
wooTdig zijn er slechts twee ingelanden behalve de bannen Wormer,
Jisp -en N e k , welke laatste gezamenlijk iemand stellen om,
met de beide andere ingelanden, Heemraad van den Schaalsmeer
te zijn.
DE HAZEEOLDER.
Gemeente: P%rmerend.
Dit poldertje, groot 6.1609 H., behoort geheel aan ¿en eige-
naar. Het strekt zieh van Pv/rmerend tot het Heemraadschap
Wormer, Jisp en Nek, tusschen het Kanaal en de Ganzensloot
uit, en ligt dus tusschen de Beemster en Waterland in. Het is
ten oosten en ten noorden door den kanaaldijk beschermd en
heeft aan de overige zijden eene kade, hoog 0.40 M. -f- AP.
Het wordt bemalen door een vijzelmolentje, uitslaande op de
Ganzensloot, die met het Kanadl gemeen ligt. Ylucht 8 M.;
middellijn van de vijzel 0.85 M.
Het peil is 1.15 M. — AP.
DE WIJDEWORMER.
Gemeente: Wijdewormer.
De uitbreiding, die de Wormer- van lieverlede verkreeg, heeft
de regeering van Purmerend in de eerste- helft der 17äe eeuw
doen besluiten octrooi te vragen tot het bedijken en droogmaken
van dien waterplas. Het octrooi werd verleend bij besluit der Staten
van 25 Maart 1624, en aanvankelijk slaagde de onderneming-
zöo günstig, dat het zieh liet aanzien, dat reeds het volgende jaar
de verkaveling zou kunnen worden tot stand gebracht. In den aan-
vang van dat jaar deed echter het geweld des waters, dat door vier
in den Waterlandschen dijk gevallen gaten binnenstroomde, den
pas gelegden ringdijk weder bezwijken. Aangemoedigd door eenige
nieuwe günstige bepalingen, bij besluit der Staten van 18 Maart
1625 verleend, aanvaardde men de taak opnieuw en bracht de
onderneming in 1626 tot voltooiing. Op den l sten Augustus van
dat jaar zijn de kavelconditien vastgesteld en de drooggemaakte
landen verdeeld.
De Wijdewormer is geheel besloten binnen een eigen ringdijk
en omgeven door eene ringvaart, die grootendeels tot
Schermerboezem behoort. Een gedeelte van die ringvaart is echter
van Schermerboezem afgedamd. In 1825 namelijk is, andermaal
ten gevolge van eene doorbraak in den Waterlandschen zeedijk, de
dijk des polders doorgebroken en de polder ondergeloopen. Het
gat in den ringdijk is uithoofde van de belangrijke daaraan Verbünden
bezwaren niet gedieht. Men heeft de voorkeur gegeven
aan eene nieuwe waterkeering, bestaande in twee dämmen in de
ringvaart, de ¿¿n benoorden, de ander bezuiden de doorbraak, en
voorts in een nieuwen dijk, gelegd op gronden in de banne