Deze molens zijn een stoomgemaal en een windvijzelmolen.
Beide staan ongeveer midden tusschen de uiteinden des polders.
Het stoomgemaal is'in 1879 gesticht en lieeft een ketel van 50 M2.
verwarmingsoppervlak. De horizontale macliine .van hoogen druk
brengt eene heveleentrifugaalpomp in beweging, met afvoerbuis van
0.45 M. doorsnede. Wateropbrengst 36 M3. per minuut. De
wmdvijzelmolen heeft eene vlucht van 26.88 M.; middellijn der
vijzel 2 .10 M.
De Groet ligt tegen den Westfrieselten dijk aan en wel van
Kolhorn zuidoostwaarts tot de uitwateringsslnis van Geestmer-
ambacJit.
Aan de bmnenzijde van den zeedijk lag vroeger een kanaal als
voorboezem voor GeestmerambacM, welks water van uit de sluis
te Äartmouä, tusschen den Groetpolder en diens zeedijk door,
voortstroomde tot eene uitwateringssluis, waardoor het afgevoerd
werd in de buitenhaven van het Kolhornerdiep en voorts naar
zee. Sedert de stichting der sluis te Aartswoud (zie bladz. 65) is
deze voorboezem vervallen. Het kanaal is gedempt en de uitwateringssluis
dichtgeworpen.
Aan de andere zijde is tusschen den Westfrieselten dijk en den
Groetpolder een kanaal gegraven, waardoor het water van de M e-
dorperkogge, dat door de Boerensluis wordt geloosd, zijn weg vindt
naar het Kolhornerdiep, om van daar uit, door de schutsluis die
voor den mond van dat diep gelegen is, op de buitenhaven en
zoo op zee te komen. Längs het> B o e r e n s lm s -k ^ l heeft de Groet
eene kade lang 2550 M. en hoog 1.50 M. + AP., en längs het
Kolhornerdiep eene kade, hoog 1 M. + AP. De kaden rond het
Kolhornerdiep zijn 3020 M. lang.
Volgens de overeenkomst van 9 December 1857 mögen de
Strijkmolens van de Sehager- en die van de Niedorperkogge het
water m hun voorboezem, d. i. in het Kolhornerdiep, niet hooger
opmalen dan 0.70. M + AP. De koggen hebben echter het recht
de opmahng op te voeren tot 0.85 M. + AP., mits het bestunr
van Waard en Groet twee jaar te voren van haar voornemen
daartoe kennis gevende, ten einde dit in staat te stellen zijne
kaden naar evenredigheid. te verhoogen en te versterken. Feitelijk
wordt echter het water nooit hooger opgemalen dan 0.6 0 M. +
AP., omdat de kaden van den Groetpolder te laag entezwakzijn
voor hooger waterstand.
De Groetpolder heeft een stoomgemaal en twee windvijzelmo-
lens.
Het stoomgemaal en een der vijzelmolens staan nabij de schutsluis
en malen in het Kolhornerdiep uit. Het stoomgemaal
is in 1875 gesticht en heeft een ketel van 50 M2. verwarmingsoppervlak.
De horizontale machine van hoogen druk
brengt eene centrifugaalpomp en eene vijzel in beweging van
1.60 M. middellijn. De doorsnede van de afvoerbuis der pomp
is 0.45 M. Wateropbrengst van deze is 36 M3., van de vijzel
58 M3. per minuut. De windvijzelmolen heeft eene vlucht van
21 M. en twee vijzels van 1.45 en 1.75 M. middellijn.
Ongeveer 700 M. ten zniden van Kolhorn staat de andere
windvijzelmolen, die het water uitslaat op het Boerenskuis-\.wt'dKk.
Hij heeft eene vlucht van 26.88 M. en eene vijzel van 2.1 0 M.
middellijn.
Het zomerpeil is in de Waard 2 .1 0 en in de Groet 2.2 0 M.
—- AP.; ’s winters wordt het water zoo laag mogelijk gehouden.
Nimmer stijgt het bov.en 1.90 en 2 M . - AP.
Grootte des polders 1529.3713 H., waarvan 146.7498 H., als
dijken, kaden, wegen of water, onbelastbaar zijn. De kosten van
onderhoud der dijken, der kaden, molens, sluizen enz. en alle
kosten van beheer worden over alle overige hectaren, dus over
1382.6215 H., gelijkelijk omgeslagen, behalve dat 27.4518 H.
niet mede betalen in de aflossing en reute ad f 33 ’s jaars, vol-
gens besluit der Staten van 1868 (Prov. Blad n°. 67).
Het gemiddeld bedrag der polderlasten heeft in de jaren 1888—
1892 beloopen f 9 per H. ’s jaars. Behalve dien omslag wordt
nog van iedere hectare, behalve van de bovengenoemde 27.4518
H., een bedrag van f 33 ’s jaars geheven voor rentebetaling en
aflossing der geldleeningen ter zake van de inpoldering dezer gron-
den aangegaan, en van alle hectaren zonder onderscheid f 3, ter