nuttig vermögen van de beide werktuigen zijn 80 PK., gelijk-
staande met eene opbrengst van ten minste 600 M3 water per
minuut.
Behalve door de zeesluis bi] Aartswoud ontlast zieh Raaks-
maatsboezem nog op Sehermerboezem door de schutsluis aan de
Zes Wielen, nabij Alkmaar, en door de uitwateringssluis te lius-
tenburg.
Daarenboven wordt Raaksmaatsboezem, zoo dikwijls de suatie-
slnis bij Aartswoud om hooger buitenwater niet spuien kan en
de beide sluizen, aan de Zes Wielen en te Rustenburg, uit hoofde
van den hoogen stand van Sehermerboezem gesloten moeten blijven,
zooveel noodig afgemalen door 13 strijkmolens, waarvan er vijf
aan de Zes Wielen, vier aan de ringvaart van den Schermer te
Oudorp en vier te Rustenburg staan, allen tu n water uitslaande
op Schermerboezem.
Elf dezer molens, namelijk die aan de Zes Wielen, die te Rustenburg
en de twee noordelijkste te Oudorp moeten onderhouden
worden door de Heerhugowaard. Deze zijn allen vijzelmolens.
Vlucht 2 4 .6 2 M.; middellijnen der vijzels 2.30 M.
De twee zuidelijkste te Oudorp zijn voor rekening van de
Raaksmaat. Deze werken eveneens met vijzels. Vlucht 23.80
M.; middellijn van de vijzels 2.26 M.
De poldermolens malende op Ra iksmaatsboezem zijn gehouden
aan een maalpeil, betwelk op 0 .1 4 M. —■ AP. is bepaald.
Het beheer van dezen boezem is opgedragen aan bet bestuur
van Geestmerambacht, docb wordt afzonderlijk gehouden van dat
van den zeedijk. Alleen de kosten van onderhoud van den Lan-
gereis-Ai^a voor zoover deze bij Geestmerambacht behoort, zijn bij die
van Raaksmaat gevoegd.
De kosten van onderhoud van den Oosterdijk zijn bij het regiement
van 1864 bij den polder Geestmerambacht gebracht. Ook
de zoogenaamde Molengeerzen gelden alleen de bemaling van dien
polder. Daarvan zal dus later’’bij de behandeling van dien polder
sprake zijn.
Kunstwegen zijn voor rekening van het ambacht niet aan-
gelegd.
De omslagen voor de kosten zoowel van de Raaksmaat en
Langereisdijk, als van den zeedijk ’), werden vroeger geheven naar
vanouds vastgestelde quota’s herleid in bundertallen.
Bij het regiement van 1864 is hierin echter eene groote ver-
andering en vereenvoudiging gebracht. M e t alleen werden de
kosten voor het onderhoud van den Oosterdijk bij die gelegenheid
overgebracht bij den polder Geestmerambacht, die door dien dijk
beschermd wordt, maar de oude quota’s vervielen bij dehectaars-
gewijze heffing, die ingevoerd werd, terwijl verschillende besturen
ook tot toen bestaan hebbende vrijstellingen van lasten niet ver-
der erkenden, wanneer daarvoor geene bewijzen konden worden
overgelegd,
Van de betaling van alle lasten bleven vrijgesteld: de landen
buiten den Westfrieschen dijk gelegen en van die van de zee-
dijkslasten: de landen in de drooggemaakte meren en braakjes, die
niet in de bovengenoemde bannen gelegen zijn.
Wat de Raaksmaats- en Langereisiosten betreft, betalen de
landen m de Heerhugowaard slechts 3/s van hetgeen de andere
landen bij te dragen hebben.
Op het kohier worden aangeslagen niet de afzondehlijke per-
qeelen, maar 1 ° de bannen, ieder voor de gezamenlijke kadastrale
grootte van de daartoe behoorende schuldplichtige landen en van
het aantal vroeger tot de banne behoord hebbende bunders, waarvan
de lasten tot 1864 nog aan de banne, werden voldaau, en
2 de meren en braakjes naar de kadastrale grootte, voor zoover
die niet valt onder het gebied van eene der bannen.
Wat deze meren en braakjes betreft, is voorgeschreven, dat,
waar de omslag over de schuldplichtige gronden wordt om-
’) De deelen van den Westfrieschen dijk, di^Geestmerambacht onderhoudt
behoudens verrekening met de andere ambachten, zijn: de Ursemmerdijlc of Zee-
■ h!j Wmkel' i e Zeeäii k' de Xoorder-Xekerdyk,, de Zuider-Rcherdiji, de Cm-
loopdijlc, de Euigendijh en de Wcäigsdijlc te XJrsem,