aan den Oostkoek, op den voorboezem van de Wieringerwaarcl
uitmaalt. Die bij de Van Ewijcksluis: vlucht 2-7.50 M.; mid-
dellijn van de vijzel 1.75 M .; die bij de Knees: vlucht 27 M.;
middellijn van de vijzel 1.75 M.; die bij den Oostkoek: vlucht
27.50 M.; middellijn van de vijzel 1.75 M.
Het Oade Veer, dat zieh door de Van Ewycksluis op
zee kan ontlasten, ligt door de Oude Sluis gewoonlijk gemeen
met d en . boezem van de Zijpe, die deel uitmaakt van
Schermerboezem. Ingevolge de overeenkomst, den 288ten October
1853 tnsschen den Anna-Paulown ipolder en de Zijpe aangegaan,
mag het Oude Veer van de gemeensehap met het Zijper-ho&L&mwater
aan de Oude Sluis alleen dan worden afgesloten, wanneer
het hooger dan het water in de Zijpe stijgt, of, wanneer de
ebdeuren in de Van Ewycksluis niet gesloten worden gehouden,
indien dit door Dijkgraaf en Heemraden van de Zijpe en Haze-
polder is verlangd.
Behalve de steenen duikersluis ten behoeve van het uitwate-
ringskanaal van de Wieringerwaard, ligt er nog een andere
steenen duiker in den Balgdijk nabij de Van Ewycksluis, waar-
door op zee geloosd kan worden het water, dat van de hoogere
zandgronden in het noordwesten des polders door het dijkskanaal
afvloeit. Deze sluis is echter sedert. de laatste jaren buiten ge-
bruik gebleven.
De Van Ewycksluis, (bladz. 68) waarover eene ophaa-lbrug ligt, is
eene schutsluis, van uit zee toegang gevende tot de Van Ewycksvmrt
en door deze tot het Oude Veer. Tan daar kan weder de Westpolder
binuengevaren worden door eene houten schutsluis, de
Kleine Sluis genaamd, ongeveer in het midden des polders nabij
Veerburg. Zij heeft eene doorvaartwijdte van 3 M. en eene
schutkolklengte van 13.50 M. De slagdrempels liggen 2.80 M.
— TZ.
Eene derde schutsluis, Westei/nde genaamd, voor de com-
municatie tusschen den Westpolder en het Noordhollandsck Jca-
naal, ligt aan het eind der Molenvaart. Zij heeft eene doorvaart
wijdte van 6 M. en eene schutkolklengte van 29 M. De slagdrempels
liggen 3 M. — TZ. = 3.21 M. — AP. Zij heeft
twee stel vloed- en twee stel ebdeuren.
Over deze sluis ligt eene draaibare rijbrug.
Afzonderlijke inlaatduikers bestaan hier niet.
In den Westpolder bevinden zieh vier verschillende waterstanden
, te weten:
in het noordwesten, Breezand, met een zomerpeil van 0.80 M.
— TZ. en met winterbemaling van 1.10 M. — TZ.;
in het zuiden, Zuidpolder, met een zomerpeil van 1.70 M. —
TZ. en met winterbemaling van 1.90 M. TZ.;
in het midden, bij het Kruiszwin, Kruismeerpolder, met een zomerpeil
van 2.30 M. «iE TZ. en met winterbemaling van 2.50
M. — TZ.;
ten zuidwesten van de Van Ewycksluis, Kleinmeer, met een
zomerpeil van 2.30 M. — TZ. en winterpeil van 2.50 M.
‘— •TZ.
In den Oostpolder is het zomerpeil 2.30 M., het winterpeil
2.50 M. — T Z ., behalve het oostelijke deel, waar het peil 0.15
M. lager is.
Tooral in den Westpolder, doch ook in den Oostpolder, bevinden
zieh verscheidene afzonderlijke bemalingen, waar het water met
kleine windmolens in- of uitgemalen wordt. Zij zijn slechts met
dämmen of schütten in de slooten opgesloten en worden gemaakt
na bekomen vergunning van het polderbestuur, dat aan de ver-
gunning zoodanige voorwaarden verbindt, als in het belang van
derden noodig is.
De geheele grootte is 5218.4426 H., waarvan 4489.8381 H.
de volle lasten dragen. Omstreeks 87 H ., het poldertje van
Lanser genaamd, zijn vrij van lasten, als belioord hebbende tot
eene schor, die reeds omkaad en in bebouwing was, toen de
zeedijk daar door heen werd gelegd. Hetgeen van die schor thans
buiten den zeedijk lig t, is niet meer omkaad. De overige hectaren
worden als dijken, wegen, boezems of ander poldereigendom niet
in den omslag begrepen. In de jaren 1888*—1892 hebben de
polderlasten bedragen f 11.874 per H. ’s jaars.