De zeedijk heeft de hoogte van 3.08 M. (Zuiaerdijk) tot 3.53
M. (.Zanddijk) + AP.
De buitenglooiing van den Zuiderdijk, liggende 2 op 1, is tot
de kruin met steen verdedigd. Kruinsbreedte 4.5 0 M., waarop
voor een groot deel een grintweg ligt. Het binnentalud ligt IV4
op 1 ongeveer.
De dijk van het Noorden of Zanddijk heeft eene buitenglooiing
tot 2.1 8 M. -(-AP. door steen verdedigd en liggende 2 3/4 op 1.
De kruin is 2.50 M. breed. Het binnentalud ligt bijna 2 op 1.
De binnendijken hebben eene hoogte, voor zoover zij nog bestaan,
van 2 M. tot 2.60 M.-f- AP. Tmmers bij het Weezenspijk is de binnendijk
voor een deel weggegraven. Zoowel buiten- als binnendijken worden
verder door het bestuur voor rekening van het waterschap onderhou-
den, met uitzondering alleen van 1246 M. zeedijk vöör het dorp het
Oude Schild, die ten laste van het Rijk zijn en de vroegere zee-
thans binnendijken van Waalenhurg, Eijerland en de Een-
d/racht.
De haven aan het Oude Schild met de daartoe behoorende werken
wordt onderhouden door het gemeentebestuur. De kosten
worden voor Vs door het Rijk, Vs door de Provincie en V3 door
de Gemeente gedragen.
De namen dezer deTtig polders, die thans met elkander ver-
eenigd een waterschap vormen, zijn: Otterzaat, Oostergeest, H
Zeeuwenland, de Waddel, Westegeest, Zuidhajffel, Noordhaffel,
Oberen, Elmertbuurt, V Klei, Ongeren, de Hai, Wietegeest, Gerritsland,
de Koog, Everstekoog, het ßinnenspijk, Buitendijk, ’t
Zoutland, den Aal, H Wammes, Breem, Bakkum, Trinten en Zuit-
torp, de Grie, de Waal, Tienhoven, Bijkmankoog, Oosterend en
het Noorden. Yroeger omvatte de gemeenschap slechts 28 polders,
was de Grie een polder op zieh zelf en was het Noorden nog
niet bedijkt. Doch in 1825, na de doorbraak van den Griedijk,
is de Grie mede in de gemeenschap opgenomen, terwijl het Noorden,
in 1876—1877 bedijkt, in 1880 daarbij is gevoegd.
De gemiddelde hoogte der landen is = AP. De laagste lig-
gen 0.50 M. beneden dat peil. Molens heeft het waterschap niet,
behalve het Noorden (zie hieronder). Het overtollige water wordt
zonder opmaling door de sluizen geloosd.
Er is geen vast peil aangenomen; gewoonlijk is het peil 0.80
M. — AP.
In den zeedijk liggen de volgende uitwateringssluizen, te weten:
de Oosterenderslms, nabij het Nieu/we Schild, wijd 1 .7 2 M.;
de drempel ligt 1 .40 M., — VZ. Zij heeft een paar puntdeuren
en eene buiten- en binnenvaldeur;
de Waaldersbiis, iets zuidelijker gelegen, wijd 2.7 0 M., diep
op den drempel 1.4 0 M. — YZ. Zij heeft een paar puntdeuren
en eene buiten- en binnenvaldeur;
de Schanssluis, wijd 2 M., diep op den drempel 1.40 M.
— YZ. en gesloten met eene buiten- en binnenvaldeur.
Deze drie steenen duikersluizen zijn in onderhoud bij het bestuur
des waterschaps.
ln den dijk voor den polder het Noorden ligt eene uitwate-
ringssluis met drie openingen, elk gesloten met eene binnenvaldeur
en eene puntdeur. De noordelijkste opening is ten dienste van
Eijerland; de zuidelijkste is de doortocht naar zee van het water
van den polder Waalenhurg, die de helft der onderhoudskosten
betaalt, en der andere op dien polder uitwaterende polders, als :
Burger-Nieuwland, Gerritsland, Koog en Everstekoog-, de mid-
delste dient tot afvloeiing van de molenkolk van het Noorden.
Eindelijk lag in dat gedeelte van den zeedijk, dat. voor rekening
van het Rijk is, vöör het Oude Schild een duikersluisje, wijd
0.25 M , dat van buiten met eene prop, van binnen met eene sehuif
werd gesloten. Het was vroeger voor rekening van het Wees-
huis, doch nadat dit het heeft geabandonneerd, is het door de
gemeente in onderhoud genomen. In 1893 is het door het
Rijk, met goedvinden van alle belanghebbenden, opgeruimd.
Yoorts heeft het waterschap drie uitwateringssluizen in den binnendijk,
te weten: de Groote- en de Kieme Zuidhaffelersluis en
de Havensluis. De beide eerste loosden vroeger haar water op
zee, maar na de bedijking van den Prins-Hendrikpolder op een
uitwateringskanaal, strekkende door dezen polder heen tot