O n d e r a f d e e l in g i i . — H e t Z u id e r k w a r t i e r .
Het Zuiderkwartier of het binnendijksche land van Noordhol-
land bezuiden den IJboezem, laat zieh in vijf groote deelen ver-
deelen, die, wat hun waterstaat betreft, van elkander geseheiden
zijn, te weten:
1°. Rijnland, 2°. Amstelland, 3°. Amsterdam met den Stads-
en Godshuispolder, 4°. de polders beoosten de Yecht en 5°. Gooi-
land.
§ 1 . r i j n l a n d . x)
De grenzen van dit Hoogheemraadscbap zijn nauwkeurig om-
schreven in het regiement van bestuur, dat in het jaar 1857,
uit hoofde de Staten der Provincien Zuid- en Noordhollanä om-
trent eenige punten niet tot overeenstemming konden geräken,
is vastgesteld bij K. B. van 6 Juli (Staatsblad n .
90) en voorts is gewijzigd bij K. B. van 10 April 1859
(Staatsblad n°. 20), nader gewijzigd bij besluit der Staten van de
Provincien Noord- en Zuidholland van 5 en 6 Nov. 1863, goed-
gekeurd bij K. B. van 30 Dec. 1863 (Staatsblad n°. 208); voorts
bij besluit der Staten van diezelfde Provincien van 9 en 13 Juli
1875, goedgekeurd bij K. B. van 10 Aug. 1875 (Staatsblad n .
14)4) en laatstelijk bij K. B. van 10 Juli 1891 (Staatsblad
n°. 146).
De noordelijke grens begint aan de Noordzee, op een puntlig-
gende 263 M. benoorden strandpaal 58 en loopt hoofdzakelijk
in zuidoostelijke richting door de duinen en hooge gronden tot
i) Zie Het Hoogheemraadschap van Rijnland door J h r . M r . G e v e r s v a n
E n d e g e e s t . ’s-Gravenhage bij de G e b r . v a n C l e e f 1871.
den Slaperdijk en längs de buitenbermsloot van dezen en van den
Spaarndamschen dijk tot nabij Amsterdam.
Aan de oostzijde bestaan de waterkeeringen, die van den Spaarn-
damschen dijk tot de grens der Provincie Rijnlands water van dat van
Amsterdams en Amstettands water scheiden, in: de opgehoogde
terreinen van de nieuwe gasfabriek even buiten de Willemspoort;
de nieuwe schutsluis in de trekvaart van H a l f weg naar Amsterdam,
welke sluis geheel binnen de grenzen van Rijnland is gelegen;
den weg längs die vaart tot de oostkade van den Sloterbinnenpolder
; die oostkade tot de Overtoomsche sluis, in welke kade
twee doorgravingen zijn gemaakt ten behoeve van de aschbeit van
Amsterdam, rterwijl de waterkeering rond die beit is gelegd; de
Overtoomsche sluis, wier zuidelijk deurenpaar met de punt noor-
delijk gericht onder Rijnland behoort; den Amsterdamschen weg
en de Koenekade, hoewel beiden buiten de grens van Rijnland
zijn gelegen; de, oostkade van den Rietwijkeroorderpolder, ook
genaamd landscheiding; gedeeltelijk ook de zuidkade diens polders;
de oostkade van den Schinkelpolder of Oosteinderdijk; het
Schinkeldijkje\ den Legmeerdijk\ de Bilderdammerlaan-, de kade
van den Kalslagerpolder längs de Brecht; eindelijk de Amstelsluis
aan het Huis ten Brecht, van welke de twee paar zuidelijke
deuren onder Rijnland zijn gebracht.
Van deze dijken behoort de Spaarndamsche dijk in onderhoud
bij Rijnland, ofschoon hij niet meer opgehoogd wordt, daar hij
thans geheel slaperdijk is geworden,'ten gevolge van de kanali-
satie van het IJ .
Hij is lang 19840 M. tot bij de aansluiting aan den Wes-
terdokdijk buiten de Willemspoort te Amsterdam en bestaat uit:
a. den Slaperdijk, strekkende van Scmtpoort tot den Schinkeldijk
nabij Spaarndam, lang 2300 M., hoog ongeveer 2.80 M. -(- AP. 5)
*) De hoogtematen, betrekking bebbende op de werken van Rijnland, zijn
opgegeven volgens het merk van AP. aan de peilschaal te Oude Wetering, waar-
van bet nulpunt 0.09 M. booger Staat dan de merken van bet AP. — NAP.
van ’s Rijks-Waterstaat te Amsterdam.