Zomerpeil 2.70 M ..— AP.
Grootte 24.9377 H., waarvan 3.6960 H. als polderland yrij
van lasten zijn. Het gemiddeld bedrag der lasten in de jaren
1888—1892 is ge wees t y'3.40 per H. ’s jaars, buiten de lasten
van den Westerhamperpolder eil die van de banne Oude Niedorp,
waarmede de landen van dit poldertje ook zijn bezwaard.
De ingelanden kiezen uit hnn midden twee Molenmeesters om
het beheer te voeren *), volgens eene keur van den Westerhamperpolder,
goedgekeurd bij besluit van Gedep. Staten van 24 October
1861 n°. 29.
DE LEI JERPOLDER.
Gemeenten: Nieuwe Niedorp en Oude Niedorp.
Is ten noordoosten begrensd door de Mient; ten zuidoosten
door de Mient en een. klein gedeelte straatweg nabij het Nie-
dorperverlaat; ten zuidwesten door Raaksmaatsboezem; ten noord-
westen door den WesterJcamper- en den Ooslerhamperpolder.
Längs de Mient onderhoudt de polder eene kade ter hoogte
van 0.1 4 M . — A P . Ook de kade längs Raaksmaatsboezem
wordt door Molenmeesters onderhouden, tegen eene jaarlijksche
tegemoetkoming van / 30 uit; de kas der Strijhmolens. lleze
laatste kade heeft ongeveer de hoogte van AP.
Tusschen laatstgenoemden boezem en de Zijdewinä bij het gebucht
de Waal ligt de grens des polders iets bezuiden den R ijderweg.
Verder noordoostwaarts zijn de Rijderweg en voorts
eenige hooge gronden de waterkeering tusschen den Leijer- en
de aangrenzende polders. Enkele perceelen echter bezuiden den
Rijderweg behooren tot het Tjaddmhsrijtje cn dus tot den Westerhamperpolder.
De landen tusschen de kade längs Raaksmaatsboezem en den
straatweg, genaamd de Zijdewind, zijn door middel van duikers,
onder dien weg, in watergemeenschap met het overige deel des
polders gebracht.
De Leijerpolder wordt bemalen door een vijzelmolen, staande
aan de oostzijde en het polderwater op den koggeboezem uit-
slaande. Ylucht 3.40 M .; middellijn der vijzel 1.80 M.
Met den Wtsterhamper- en den Oosterhamperpolder is eene
overeenkomst gesloten om elkander in geval van nood te helpen
tot loozing van het water, door het leggen van duikers op nader
te bepalen plaatsen.
Vijf duikers geven gelegenheid om, zoo noodig, water in te
tappen, te weten : drie uit • Raaksmaat en twee uit de Mient,
waarvan één bij den molen.
Zomerpeil 1.85 M A P : ; winterpeil 1.95 M. w A P .
Grootte 252.2967 H .j waarvan 251.0827 H . de volle lasten
dragen en 1.2140 H als druipland vrij van strijkmolenkosten
zijn. Gemiddeld bedrag der molenlasten in de jaren 1888—1892
/ 3 . 9 0 per H. ’s jaars.
Het bestuur bestaat, volgens het regiement van 1860 (Prov,
Blad n°. 104), uit drie Molenmeesters, waarvan één Voorzitter,
die rechtstreeks door de stemgerechtigde ingelanden gekozen
worden 1).
DE NIEDORPERPOLDER.
Gemeenten : Nieuwe Niedorp en Oude Niedorp.
De Niedorperpolder is aan de zuidoostzijde beschermd door den
langereis-dijk, die door de Schager en Niedorper Koggen wordt
onderhouden.
Aan de zuidwestzijde is de polder gedekt deels door den lagen
Langereis-dijk, hoog 0.10 M. + AP. tegen de Wester-Langereis,
deels door eene kade, loopende längs den Vogelzangpolder en,’
van dezen tot het Niedorperverlaat, längs RaahsmcCdtsboezem.