(I. ten zuidoosten len oosten de Noordeinderweg, lioog 0.50 M .
+ A P ■
e. ten noorden de Kleine Noord- en Noorderdijk, hoog 0.35
M. + AP.
De drie eerstgenoemde liggen tegen Bijnlands water, de vierde
tegen het water van den Builendijkschen Buitenve7der sehen polder.
Al deze waterkeeringen worden uit de kas des polders onder-
houden. De ringvaartsboord is echter ten laste van het bestuur
des Haarlemmermeer polders.
De bemaling geschiedt door een stoomgemaal, staande op de
Plomp- of Molenkade. Dit gemaal, in 1882 gesticht, heeft een
ketel. De machine brengt eene centrifugaalpomp in beweging en
heeft 30 P K . Het water wordt uitgeslagen op de ringvaart van
den Haarlemmermeerpolder.
Door den Oosteinderweg ligt een inlaatduiker. Yoorts zijn er
drie inlaatduikers van particulieren, die echter door hevels zullen
worden vervangen.
Zomer- en winterpeil 4.1 0 MjggP- AP.
Grootte des polders 421.3333 H ., waarvan 416.0996 H. de
lasten betalen. De gewone dijk- en polderlasten hebben gemid-
deld in 1888—1892 bfedrageD f 9.75 per H. ’s jaars.
De Schinkeldijk en -brug, vroeger in onderhoud door den Schinkelpolder
overgenomen, omdat deze zieh de gelegenheid heeft willen
veTzekeren om dien dijk tot rijweg in te richten en daardoor
een gemakkelijken toegang van den Legmeerdijk tot den polder
open te stellen, is overgedragen aan de gemeente Aalsmeer, toen
deze een rijweg heeft laten maken van den polder naar de kom
der gemeente.
Yolgens het regiement van 1862 (Prov. Blad n°. 58) bestaat
het bestuur uit vijf Poldermeesters, waarvan een Yoorzitter, die
rechtstreeks door stemgerechtigde ingelanden worden gekozen. J)
DE OOSTElNDEltrOELPOI/DEIt.
Gemeenten : Aalsmeer en Nieuweramstel.
De droögmaking van den Oosteinderpoelpolder, waartoe concessiè
is verleend bij K. B. van 23 Juni 1865, n ° . 58, was in het laatst
van 1867 voleindigd. De polder ligt tusschen den Legmeerdijk en
eene strook boezemland van Bijnland aan de ringvaart van den
Haarlemmermeer polder, tegen den Hornmeer- en den Stommeerpol-
der. Het gebied van den polder strekt zieh uit tot den teen van
het Scliinkeldijkje, van den Legmeerdijk en van den dijk van
den Hornmeerpolder, tot op punten door steen en palen aangewe-
zen. Yoorts tot den oever van den molenvliet der Hornmeer- en
Stommeerpolders en tot de buitenzijde van den droogmakerijdijk aan
de zijde der boezemlanden.
Deze dijk wordt door den polder op eene hoogte van 0.36 M.
tot 0.42 M. -j- AP. onderhouden. Yolgens overeenkomst met
het Heemraadschap van den Amstel en Nieuweramstel wordt in
de kosten van den Legmeerdijk, voor zoover deze strekt, voor
de helft bijgedragen.
De polder wordt bemalen door een stoomgemaal van 40 WPK.,
staande aan de noordwestzijde van den polder aan het uiteinde
van den Amstelweg en uitslaande op Bijnlands boezem. Dit gemaal,
in 1867 gesticht, heeft twee horizontale Galloway-ketels.
elk met twee vuurgangen en 60 M2. verwarmingsoppervlak.
Twee horizontale hoogdruk-machines met condensatie brengen
twee centrifugaalpompen in beweging, met afvoerbuizen van 0.45
M. middellijn.
Drie hevels zijn in den dijk aangebracht tot het inlaten van
water : één in den dijk längs den molenvliet der Hornmeer- en
Stommeerpolders, bij den Hornweg, één in den droogmakerijdijk
voor poldersectie A en een dergelijke voor poldersectie J .
Het peil is des zomers zoowel als des winters 4 .5 5 M.
AP.