voor de beplanting van verschillende wegen belastte, heeft dit als
regel gesteld, dal met de beplanting ook het grasgewas zoude
overgaan, zoodat bij de wegen, die de verschillende dorpen verbinden,
nog slechts bij uitzondering de oude toestand is blijven
bestaan.
Het bestuur van het ambacht berustte vroeger bij de Waar-
schappij, bestaande uit 18 WaaTschappen rnt de verschillende
bannen gekozen. Deze was de wetgevende macht.
Voorts waren er een Dijkgraaf, vier Heemraden, vier Oud-
waarsmannen, vier Dijksboofdlieden, vier Koggemeesters en vier
Molenmeesters. Uit ieder der koggen werd den hunner gekozen.
De Dijkgraaf en de Heemraden, die, evenals de Oudwaars-
mannen en de Dijksboofdlieden, door den Koning benoemd werden
, vormden het eigenlijke College van dagelijksch bestuur.
De taak der Oudwaarsmannen bepaalde zieh tot het geldelijk
beheer.
De Dijkshoofdlieden namen de noodige dijkswerken op en
schouwden deze na de voltooiing af, terwijl aan de Koggemees-
ters de zorg was opgedragen voor de koggewerken en aan de
Molenmeesters die voor de molens en molenslooten.
Aan deze ingewikkelde wijze van bestuur is door het regiement
van 1864 een einde gemaakt.
Thans is het bestuur opgedragen aan een Dijkgraaf en acht
Heemraden, als dagelijksch bestuur, en 18 Hoofdingelanden. De
Dijkgraaf en de Heemraden worden benoemd door de Koningin uit
eene voordracht van drie personen, door het College van Hoofdingelanden
opgemaakt, waarbij moet in acht genomen worden,
dat uit iedere kogge twee der Heemraden zitting nemen.
De Hoofdingelanden worden rechtstreeks gekozen door de
stemgerechtigde ingelanden der bannen, twee door die van de
banne Hoogwoud en Aartswoud, twee door die van de banne
Wognum en Wcukoay en een door die van elk der overige
bannen.
Het regiement van bestuur is vastgesteld in 1864 (Prov. Blad
n°. 44) en gewijzigd in 1887 (Prov. blad n°. 64) en in 1893
(Prov. blad n°. 77) >).
Na de behandeling van het ambacht als geheel, volgt die van
de bannen als zijne deelen; daarna die der afzonderlijke polders:
De bannen van de Vier Noorder Koggen zijn:
In de Medew-bUJckerJcogge'.
Medemblik.
Opperdoes.
Oostwoud.
H auw ert.
Hoog- en Laag-Z waagdijk.
In de Hoogwouderkogge :
Hoogwoud en Aartswoud.
Opmeer.
Abbeker k .
L am b e rtsch a ag .
Tn de Wognummerkogge:
Wognum en Wadway.
S panbroek.
In de Middelkogge:
Sijbekarspel.