De noorder-kanaaldijk loopt evenwijdig met den zuidelijken ka
naaldijk tot de Voorzaan.
De kanaaldijken zijn hoog IM . - } - NAP. en hebben eene
krainbreedte van 5 M. met wederzijdsche beloopen van 4
op 1.
Zij bebooren in eigendom en onderhoud bij den Staat, behalve
die van den Amsterdammerpolder en van den Noorder-IJpolder, die
bij de polders in onderhoud zijn, terwijl de eigendom van de eer-
sten aan den polder en die van den Noorder-IJ polder aan Amsterdam
toekomt.
In den spoorweg van Amsterdam naar Zaandam ligt eene draai-
brug over het kanaal, de Hembrug, met twee doorvaartopeningen,
wijd 19.15 en 19.50 M.
Onmiddellijk ten oosten van de doorsnijding bij Buitenhuizen
en ten oosten van de Hembrug zijn Rijks-pontveren gevestigd,
Tussehen Buitenhuizen en de Voorzaan liggen längs de noord-
zijde de Vereenigde Nauernasche-, Westzaner- en Zaandammer-pol-
ders, de beide eersten van elkauder gescheiden door het zijkanaal
D, de beide laatsten door het zijkanaal E.
Längs de zuidzijde strekt zieh van het oostelijk zijkanaal 0
tot zijkanaal P de Iloutrakpolder uit en van laatstgenoemd zijkanaal
tot den spoorbrug van Amsterdam naar Zaandam, de Groote
IJpolder.
"Van den spoorweg tot de Houthaven strekt zieh de Amsterdami-
merpolder nit.
Yan 2600 tot 4450 M. beoosten den spoorweg Amsterdam—
Zaandam verbreedt de bodem zieh van 20—43 M., welke breedte
t o t v o o t Amsterdam behouden blijft.
Tegenover de invaart der Amsterdänische petzroleumhaven is de
bodem verbreed tot 60 M. over eene lengte van 400 M.
Eene verbetering van het bij den Staat in beheer en onderhoud
zijnde gedeelte van het kanaal, dat is van de Noordzeeslui-
zen tot omstreeks 3350 M. beoosten de Hembrug, is sedert 1889
in uitvoering. Zij is gevorderd tot Buitenhuizen en zal vermoede-
lijk in 1896 voltooid worden.
De bodemdiepte wordt gebracht op 9 M. — N A P .; de bo-
dembreedte wordt in de bocht te Buitenhuizen 32 M. en ten
oosten daarvan 20 M.
Ten zuidwesten van den Oostzaner-zeedijk tussehen den Achter-
sluispolder en den Buikslooterham of liever tussehen zijkanaal H
en J ligt de Noorder- of Noorder IJpolder.
De breedte op den waterspiegel vermeerdert tussehen dien polder
ten noordoosten en den Amsterdammerpolder met de Houthaven
ten zuidwesten, van 125 tot ruim 600 M.
De watervlakte bezuiden den Waterlandschen dijk, tussehen de
Volewijk en Sehellingwoude, werd, met vrijlating van zijkanaal K ,
met de uit de verdieping van het vaarwater uitkomende specie
tot land gemaakt; terwijl het boven besproken poldertje van de
Voorzaan, bekend onder den naam van polder V II, nagenoeg ge-
heel gevuld is met baggerspecie.
Beoosten Amsterdam wordt het met het Noordzeekanaal gemeen
liggende gedeelte van het I J , van het open LJ gescheiden door
den afsluitdijk bij Sehellingwoude, waarover gehandeld is in de
eerste afdeeling van dit hoofdstuk. (blz. 26.)
Het zijkanaal A naar Beverwijk gaat uit het hoofdkanaal
ongeveer 1100 M. ten oosten van den straatweg van Haarlem
naar Alkmaar, loopt eerst in noordelijke richting tussehen
de Noord- en Zuidwijkermeerpolders over ongeveer 1000 M.
lengte en buigt daarna noordwestwaarts om naar de haven van
Beverwijk, die bereikt wordt na kruising met den spoorweg
Haarlem— TJitgeest.
Op het punt van kruising ligt eene kraanbrug, wijd 6.45 M.
De geheele lengte van het zijkanaal bedraagt 2100 M.; het
zuidelijkst gedeelte, lang 1000 M., is in onderhoud en beheer bij
het Rijk; het noordelijk deel,.als Wijkervaart of Pijp bekend,
bij de gemeente Beverwijk.
De diepte bedraagt 2.50 M. — NAP. bij eene bodembreedte
van 10 M.; de breedte op den waterspiegel is 20 a 25 M.
De wederzijdsche dijken van de Noord- en Zuid-JVijkermeerpol