50 Z e k w e u in g e n .
Daar waar de. dijk niet door voorland is beschermd, is het bui-
tentalud bezet gedeeltelijk met Woordschen steen, gedeeltelijk met
zuilenbasalt, opgaande tot eene boogte afwisselend tusschen 2.80
en 3.60 M. -f- AP. Längs den teen vindt men weder een
berm als bij den Wederdijk is vermeld. Over eene lengte van
ongeveer 8136 M. en wel tusscben de palen 114—108, 98—
88, 67—58, 51—49, 34— 27, 19, 18— 14 vindt men voorland,
bescbermd door met steen bezette kapglooiingen.
d. De Zeewering van het llijk (gemeente Enkhuizen).
De zeewering van bet Itijk , strekkende van de afrastering,
staande teil zuiden van de in 1884—1886 gegraven spoorweg-
haven te Enkhuizen tot den Zuider-havendijk aldaar, bestaat, aan
de zuidzijde uit een 393 M. langen dijk, liggende met de kruin,
breed 10 M. op 2.95 M. + WAP., aan de noord- en westzijde
der haven, uit een tot 2.95 M. + INT AP. opgehoogd terrein
(stationsemplaeement)
Alle buitenbeloopen, zoowel van bet opgehoogd terrein als van
den dijk, hebben eene helling van 2 op 1 en een berm breed
1.50 M., liggende op 0.80 M. — NAP. Buitendien vindt men
in bet buitenbeloop van den dijk een tweeden bovenberm, breed
1.70 M ., liggende gemiddeld op 1 M . -j- WAP. Het bin-
nenbeloop van den dijk beeft eene lielling van 15 op 1. De
buitenbeloopen zijii van 0.80 M. — WAP. tot NAP., bezet met
basaltglooiing en van WAP. tot 2.45 M. -j- WAP. met klinker-
glooiing. Längs een gedeeltc van den noordelijken havenboord
vindt men evenwel 2 basaltmuren; de westelijke, lang 82.40 M.,
ligt met den bovenkant op 2.9 5 M. -j- WAP.; de oostelijke,
lang 166 M ., ligt met den bovenkant gedeeltelijk op 2 .9 5 , gedeeltelijk
op 2.20 en overigens op 1 .45 M . -|- WAP.
Op de scheiding met den B:echterlandschen Zuiderdijk is ge-
plaatst eene afrastering, hoog 1.50 M. met eene inrijpoort en een
hardsteenen paal gemerkt SS.
Al deze werken, in onderboud bij het Departement van Water-
Z e e w e m n o e n . 51
staat, Handel en Nijverheid, staan -onder toezicbt van Dijkgraaf en
Heemraden van Brechterland.
Bovendien zijn nog door het Bijk (Departement van Water-
staat, Handel en Wijverheid), de werken aangelegd, bekend onder
den naam van: de werken van het Krabbersgat.
Zij bestaan in: 1 °. den noordelijken leidam, lang 1185 M., breed
tusschen de perkoenpalen 4M ., hoog 0.45 M. -f- WAP., bekleed
met zuilenbasalt op den kop.
Deze dam is aangelegd in de jaren 1865- .1880 en. sluit aan
tegen het aan het ambacht Brechterland behoorende Buishoofdje,
dat aan den zeedijk sluit.
2°. den zuidelijken leidam, lang 1370 M., breed tussehen de
perkoenpalen 7 M.-, hoog 0.55 M. -j- WAP.,: eveneens bekleed
met zuilenbasalt, liggende in hoofdzaak evenwijdig aan- en op een
afstand van 225 M. van eerstgenoemden dam. De leidam is aangelegd
in ‘de jaren 1872—1876.
■3°. den vangdam, aansluitende tegen het westeinde van den
zuidelijken leidam, lang 930 M ., breed tusschen de perkoenpalen
4 M ., over 600 M. hoog 0.45 M en over 330 M. hoog =
WAP., aangelegd in de jaren 1877^-1878.
4°. den westelijken leidam, lang 160 M., breed tusschen de
perkoenpalen 4 M., hoog 0.45 M. -f- WAP., aansluitende tegen
den spoorweghavendam, aangelegd in de jaren 1889'—1890.
Tusschen deze dämmen is gedeeltelijk door stroomschuring, gedeeltelijk
door baggeren, een vaarwater gevormd, dat hetnoorde-
lijk deel der Zuiderzee längs de havens te Enkhuizen met het
zuidelijk gedeelte dier zee verbindt.
e. De Zeewering van de gemeente E?ikhiäzen:
De Zeewering van Enkhuizen begon vroeger a) bij den Brom-
m^daris, voorheen Zuiderpoort geheeten. Yan daar liep de zeex)
Zie de kaart van H a rm a n Mu l l e r van 1 5 7 7 , bewerkt naar een plan van
Luut g e n J a n W a e g i ie n a e r , in liet Provinciaal Archief aanwezig.