Deze perceelen, uitmakende den polder Bekerkoog, liebben
geen eigene bemaling. Hun water wordt door een duiker, onder
de zoo even genoemde vaart door, geloosd in de Weidgreb, waar-
voor door de Bekerkoog aan den Grebjpolder eene vaste jaarlijk-
scbe uitkeering wordt betaald.
Zomerpeil 2 .1 6 AP.; winterpeil 1.95 M. — AP.
De grootte is 17.9720 H ., allen de volle lasten dragende ,
waarvan bet bedrag in de jaren 1888— 1892 f 4.40 per H.
’s jaars is geweest.
Volgens bet regiement van 1856 (Prov. Blad n°. 139) bestaat
liet bestuur uit drie leden, waarvan een V oorzitter, die
rechtstreeks door de stemgerecbtigde ingelanden worden ge-
kozen. ')
DE KLEIMEER,.
Gemeente:. Koedijk.
Het Groote en het Kleine Kleimeer zijn, nadat het octrooi tot
bedijking van 1 5 6 4 , door het niet binnen den bepaalden tijd ten
uitvoer brengen van bet werk, vervallen was, krachtens een nieuw
octrooi, op 2 5 Augustus 1 5 6 7 aan zekeren J a n M i c h i e l s L o i i e f ,
koopman en poorter te Amsterdam en consorten verleend, bedijkt
en drooggemaakt. 2)
De polder bestaat uit drie bij elkander gelegen deelen, elk door
eene eigene kade omringd. De Noorder-Kleimeer en de Zuider-
Kleimeer, te zamen uitmakende wat men vroeger het Groote
Kleimeer noemde, zijn door eener sloot van den polder Geestmer-
ambackt van elkander gescheiden. De Kleine Kleimeer ligt be-
zuiden den Zuider-Kleimeer. De kaden om deze poldertjes,
hoog 0.99 M. — AP., worden door het bestuur voor gemeene
rekening onderbouden.
De vijzelmolen, die het geheel droog houdt, staat aan de
noordzijde van den Zwider-Klevmeer en slaat het water uit
op de NoorderrVeersloot, behoorende tot den boezem van den
polder Geestmerambacht. Vlucht 12.65 M .; middellijn van de
vijzel 1.04 M.
Het water van den Noorder-Kleimieer wordt door een duiker,
onder de sloot, die Noorder- en Zuider-Kleimeer scheidt,' door,'
in den laatsten gebracht. Dat van den Kleinen Kleimeer vloeit
door een duiker in den tocht van een weiland in den Zuidermeer,
uit welken het verder door een anderen duiker in den molen-
tocht komt.
Vijf mlaatduikers geven gelegenheid, den polder, zoo noodig,
van versch water te voorzien , als: twee in den Noorder- , twee
in den Zwider- en een in den Kleinen Kleimeer.
Zomerpeil 1.84 M. — AP.
Gezamenlijke grootte 66.4503 H., waarvan 1.5956 H.,
geen binnenmolengeld betalen. Gemiddeld bedräg van de polderlasten
in de jaren 1888—1892 / 11.80 per H. ’sjaars,
waaruit de IlondsboscMz&tm voldaan worden, waarvoor de polder
op eigen naam is aangeslagen en de üitwaterende Sluizen-
gelden (contributie) aan den polder Geestmerambacht.
Het bestuur bestaat volgens het regiement van 1870 (Prov.
Blad n°. 81) uit drie leden, waarvan een Voorzitter, die recht-
streeks door de stemgerechtigde ingelanden gekozen worden.
DE DAALMEER MET DE MARE EN DE OUDIEI
Gemeenten; Sint-Pancras en Koedijk^
Blijkens geschreven aanteekeningen van S . E ik e l e n b e r g , ten
dienste zijn er gesehiedenis van Alkmaar, bewaard in het archief
dier stad, bl. 2064 , contribueerden de ingelanden van den Baal