De hoogte van den bovenkant van den
bout is .................... .................................. 0.021 M. + AP.
12°. Ronde bout in den Z. W.-vleugelmuur van het westelijk
landhoofd der groote brug aan den Uithoorn.
De hoogte van den bovenkant va i den
bout is ....................................................... 0.013 M. — AP.
13°. Ronde bout in het noordelijk landhoofd van de ophaalbrug
bij Vrouwenakker.
De hoogte van den bovenkant van den
bout is .................................................... 0.274 M. — AP.
14°. Kruisbout in den noordelijken vleugel van den buiten-
waterloop van den Zouthuis-molen. Litta G.
De hoogte van het midden der horizontale groef van
den bout is ....................................... 0.010 M. + AP.
15°. Ronde bout in den vleugelmuur van het oostelijk hoofd
der kleine schutsluis nabij het Huis ten Brecht.
De hoogte van den bovenkant van den
bout is ...................................................... 0.211 M. Ä AP.
16°. Ronde bout in den vleugelmuur van het zuidelijk hoofd
der kleine schutsluis nabij het Huis ten Brecht.
De hoogte van den bovenkant van den
bout is ...................................................... 0.278 M. Am AP.
Aan de groote bruggen te Ouderkerk, Uithoorn, Vrouwenakker,
en aan de beide frontmuren van de schutsluis nabij het Huis ten
Brecht zijn vijf peilmerksteenen geplaatst. De hoogte van het
ondervlak der groef is = AP.
De tollen van het Heemraadschap worden geheven aan;
1°. Het IJzeren Hek aan den Amsteldijk te Nieuweramstel.
2°. De groote brug te Ouderkerk afcl Amstel.
■3°. De Kerkbrug n n - V n
4°. Den tolboom te Uithoorn.
5°. De groote brug te Uithoorn.
6° De brug bij Vrouwenakker.
7°. De Nieuwe Amstelshds te Leimuiden.
8°. Het Huis ten Brecht te leimuiäen.
9°. De Kattenbrug te Nieuwveen.
10°. De Aardammerbrug te ter Aar.
11°. De Rijnbrug te Aarlanderveen.
12°. Den tolboom de Hand naar Leiden te Nieuweramstel.
13°. Den tolboom te Amstelveen.
14°. Den tolboom op den Amstelveenschen weg nabij het Willemspark
te Nieuweramstel. .
DE B1NNENDIJKSCHE BUITENVEIYDERSCHE POLDER.
Gemeenten: Amsterdam en Nieuweramstel.
De Binnendijksche Buitenveldersche polder wordt begrensd ten
oosten door den Amsteldijk, ten westen door den Amstelveenschen
weg, ten zuiden door de Kalfjeslaan of het Kleine Loopveld
en tot voor körten tijd ten noorden doör de>-Stadhouders-
kade.
De Rustenburgersloot, de Zaagmolensloot en de lUennonietensloot,
die vroeger wel feitelijk binnen den polder lagen, doch door kaden
van het binnenwater waren afgescheiden en met het water van den
Amstel gemeen lagen, zijn thans vervallen door de bebouwingen,
die van de zijde van Amsterdam en Nieuweramstel hebben plaats
gehad. Die bebouwingen hebben tot groote veranderingen in den
polder geleid. In 1882 werden de polderlasten voor een vrij
groot deel van den polder afkoopbaar gesteld tegen f 200 per
hectare, daar aan de inning dier lasten op bebouwde perceelen
te groote moeilijkheden verbonden waren. Van deze gelegenheid
om de polderlasten af te koopen, werd ruimschoots gebruik ge-
maakt, en bij herhaling werden door Gedeputeerde Staten lijsten
openbaar gemaakt van perceelen, die zieh alzoo vrij maakten. !)
') De perceelen, waarvan de betaling der polderlasten is afgekocht, zijn opge-
geven in de Prov. Bladen N°. 63 van 1888, N°. 75 van 1889, N°. 15 van
1891, N°. 7 van 1892, N°. 13 van 1893.