In den Noorddijk liggen twee duikers tot het inlaten van
water uit den Karnemelkspolder.
De sluizen in den Westzaner-zeedij k , de Mallegatsluis en de
Noordsche halk worden onderhouden door den polder voor de
dene keift en door Zaandam voor 20/50, door Koog aan de Zaan
en Zaandijk elk voor 7/50 en door Wormerveer en Westzaan elk
voor 8/50. Zaandam onderhoudt de Papepadsluis, Koog aan de
Zaan de Kooger-, Zaandijk de Zaandijker-, Wormerveer de
Norrder- en Zuider- en Westzaan de Westzanersluis.
De duikers in den Noorddijk zijn ten laste van den Karnemelkspolder.
Het peil is des zomers en des winters 0.95 M ^ S AP.
De polder is groot 2379.7384 H., waarvan sleehts 1694.1069 H.
de polderlasten betalen, die in 1888—1892 gemiddeld f 7.25 per
H. ’s jaaTs bedroegen. Het overige is grootendeels water. Tocb
neemt dit in uitgestrektbeid af, daar de waterstand sedert bet in
werking komen van bet stoomgemaal veel verbeterd is en vele sloo-
ten gedempt worden. Het aantal schuldplichtige hectaren, dat in
1864 ruim 1566 bedroeg is sedert met ongeveer 128 H. vermeerderd.
Tot 1888 behoorden ook tot het gebied van den polder, doch
alleen voor zooveel de heffing der Hondsboschlast&b betrof, ruim
34 H. grond, gelegen buiten den Westzaner-zeedij k. Hieraan is
echter toen een einde gekomen en de polder heeft hetgeen
van die hectaren gebeven werd, voor zijne rekening genomen.
Bij bet bestuursreglement is bepaald, dat niet alleen de onge-
bouwde, maar ook de gebouwde eigendommen in den polderom-
slag deelen. De eerste worden hectaarsgewijze belast, de andere
betalen 1 percent der kadastrale huurwaarde. Door deze heffing,
die afwijkt van de bepalingen in andere polders geldende, zijn
de eigenaars van gebouwde eigendommen stemgerechtigd en ver-
kiesbaar gemaakt en is bun alzoo invloed op den gang der zaken
verzekerd in een polder, waar de belangen van den landbouw,
die laag water verlangt, en die van de fabrieksnijverbeid, die diepe,
gemäkkelijk bevaarbare slooten noodig heeft, soms moeielijk zijn
Qvereen te brengen,
Het bestuur is bij het regiement van 1878 (Prov. Blad n°.
66), gewijzigd in 1887 (Prov. Blad n°. 62), opgedragen aan een
Dijkgraaf en zes Heemraden en tien Hoofdingelanden. De eersten
worden benoemd door de Koningin, uit een drietal door het col-
legie van Hoofdingelanden voorgedragen
DE KARNEMELKSPOLDER.
G emeente: Wormerveer.
De Karnemelkspolder sluit ten zuiden aan den polder Westzaan
, en wordt ten westen door de Nauernasche vaart, ten
noorden door de Toehtsloot en ten oosten door de Zaan begrensd.
De waterkeeringen zijn: ten zuiden de Noorddijk van Westzaan;
ten westen en gedeeltelijk ten noorden tot de fabriek de
Vrede, die recht tegenover de Markervaart staat, de Vaartdijk,
die door den polder de Sckermer wordt onderhouden en van die
fabriek längs de Toehtsloot en de Zaan tot den Driesprong te
Wormerveer eene kade hoog 0.22 M. -f- A P ., die ten laste van
den polder is.
De polder heeft geen eigene bemaling, doch loost zijn overtol-
lig water op den polder Westzaan, volgens eene overeenkomst van
9/11 Juli 1881/4 Juni 1884. Daarbij is overeengekomen dat tot
September 1918 de polder Westzaan den Karnemelkspolder zal
bemalen tegen betaling eener som van f 2 5 0 r |p |,s jaars, onder
verplichting voor dezen polder zijne ringkade te houden op min-
stens 0.10 M. -f- A P ., onder schouw van Dijkgraaf en Heemraden
van Westzaan.
Ter wille van die bemaling zijn in den Noorddijk aangebracht
twee duikers, voorzien van eene schuif en zelfwerkende klep.
Het peil is gelijk aan dat van den polder Westzaan 0.95 M.
— AP.