open / / , ligt voor den Zeeburg en Diemerdijk tusschen Diemer-
dam en Ipensloot.
Reeds in 1710 bestond er een reglement van bestuur, bij contract
tusschen de eigenaren vastgesteld, dat echter in menig op-
zicbt in verloop der tijden in onbruik was geraakt.
Hii is omgeven door eene zomerkade, hoog 0.75 M. -(- AP,,
oudtijds de Kouwetjeskade genaamd, die ten oosten en ten westen
aansluit aan den Zeeburg en Diemerdijk.
In de kade ligt aan de westzijde een duiker, waardoor het
water in bet open I J afstroomt.
De polder is ongeveer 70 hectaren groot, docli deze betalen
niet alien in de lasten. Vier perceelen, die reeds in 1710 buiteu
de kade zijn gekomen en vermoedelijk toen ook daarom zijn vrij-
gesteld van lasten, zijn dit ook nu gebleven.
Het onderboud der waterkeeringen, vroeger gedeeltelijk ver-
boefslaagd, is met 1 Jan. 1892 op den polder overgegaan. De
lasten die van 1887—1890 / 10J § en / 16.— per H. bedroe-
gen, zijn in 1891 tot / 30.— p. H. gerezen.
Bij het bestuursreglement van 1891 (Prov. Blad n°. 50) is
het bestuur opgedragen aan drie leden, waarvan een voorzitter,
die recbtstreeks door de stemgerecbtigde ingelanden worden ge-
kozen. B
DE POLDER IJDOORN.
Gemeente: Ransdorp.
Het buitenland, dat bij het dorp Durgerdam als een uitste-
kende punt buiten den Waterlandnehen zeedijk zich vertoont, is
sleehts gedeeltelijk door eene kade beschermd. Van de geheele
kadastrale grootte, die vToeger rnim 96 H. bedroeg, behooren
sleehts 50.7710 H. tot den eigenlijken polder, wiens omkading
*) Zie notulen der Zomervergadering van 1891 Bglage B'
ten noordoosten en ten zuidwesten tegen den Walerlandschen
zeedijk aansluit. Van deze oppervlakte is nog een gedeelte on-
belastbaar, zoodat in het geheel over niet meer dan 35.2870 H.
de polderlasten worden geheven.
De polderkade, die door het bestuur voor gemeene rekening
wordt onderhouden, ligt gemiddeld op 1.30 M. -j- AP., heeft
eene kruinbreedte van 0.30 a 0.50 M., een buitentalud van gemiddeld
1 1 a 2 op 1 en een binnenbeloop van ongeveer 2 ^ op
1. Van de zuidwestelijke kade is, met uitzondering van eene
lengte van +■ 70 M., die door daarvöor liggend rietland beschermd
wordt en onverdedigd i s , de buitenglooiing voorzien van
eene steenglooiing, de binnenglooiing en de kruin van eene
klinkerglooiing.
De oostelijke en noordoostelijke kaden zijn onverdedigd; zij
worden overal beschermd door daarvöor liggend buitenland.
Van het noordoostelijk buiten de polderkade gelegen land
wordt een gedeelte beschermd door eene niet kunstmatig verdedigde
zomerkade, die eene kruinbreedte heeft van 0.25 a 0.30 M.,
taluds van 1 ^ 1 ) op 1 en zich op twee plaatsen, achtervolgend
gelegen op + 200 en 650 M. afstands van den Wa/erlandschen
zeedijk, aan de polderkade aansluit. Behalve dit gedeelte buitentalud,
dat grasland is, is al het overige voorland rietland en
gors.
Op de meest zuidoostelijke puut van den polder IJdoorn, die door
eene smalle geul van het overige land is afgescheiden en daar-
door als het wäre een eiland vormt, is een verdedigingswerk
gebouwd tot verdediging tegen een eventueel vijandelijken aanval
op Amsterdam te water. Ook trof men op deze punt den
vuurtoren Van Durgerdam aan, die in 1893 afgebroken is.
Een rijzendam, met het vaste land verbonden, dient tot toe-
gangsweg naar de noordoostelijke + 20 M. breede fortgracht;
van daar kan het verdedigingswerk alleen per vaartuig bereikt
worden.
De polder IJdoorn wordt niet bemalen, maar loost zijn water
door eene sluis, gelegen in de zuidwestelijke kade nabij Durger-
7