schappij nit de drooggemaakte gronden van het I J geveild, ligt
bezniden het Noordzeekanaal, tusschen het zijkanaal I1 (naar
Halfweg) en den spoorwegdijk Amsterdam—Zaandam, die aan de
oostzijde zijne waterkeering uitmaakt, doch waarin zieh, nabij de
Hembrug, eene coupurei bevindt, waardoor de polder met den ten
oosten van den spoorweg gelegen Amsterdammerpolder in gemeen-
sebap staat. Er worden echter onderhandelingen gevoerd om de
bevoegdheid te verkrijgen om deze gemeenschap in geval van nood
te kunnen afsluiten.
De kanaaldijken hebben eene hoogte van 1 M. - f AP. Die
längs bet hoofdkanaal, met nog een klein gedeelte van den dijk
längs zijkanaal E, namelijk tot 80 M. bezuiden en evenw-ijdig
aan het verlengde van het hart der scheidingssloot, tusschen de
noordelijkste bouwgronden van den polder en den veldweg längs
den hoofdkanaaldijk, zijn krachtens de verkoopvoorwaarden het
eigendom uebleven van de Hunaal/maatschappzj en daarna over-
gegaan aan het Ri j k , dat ook in het onderhoud heeft te voo r-
zien. In 1886 is bovendien een gedeelte, lang 11.2.0 M., aan
het Departement van Marine verkocht. Alleen het gedeelte van
den dijk van het hoofdkanaal waarop het stoomgemaal staat, lang
145 M., behoort aan den polder. Voor het overige is de dijk
längs zijkanaal E het eigendom en ten laste van den polder,
ofsehoon de kanaaloever in onderhoud is bij het Bijk.
Ten zuiden grenst de polder tegen den Spaarndamschen of
RijnUndsehsn dijk en tegen de buitenpolders en verdere oude.
buitengronden onder Rijnland.
Binnen de bedijking des polders ligt het_ voormalig eiland de
Hoorn groot 80.4212 H., vroeger behoorende tot Zaandam, doch
bij de grensregeling der gronden in het westelijk I J overgebracht
naar het gebied van Sloten. De gronden van dit voormalig eiland
behooren niet tot het gebied van den polder, doch wateren er
kosteloos in af. Desgelijks ontvangt de Groots IJpolder het water
van de Heining, groot 15.7070 H., van den Spieringhorner-
buitenpolder, groot 22.2320 H ., en van het gedeelte van den
Overbrakerbuitewpolder, dat beoosten den spoorwegdijk ligt.
De polder bezit een stoomgemaal, dat in 1875 gesticht doch
in 1892 door een geheel nieuw vervangen is. Dit stoomgemaal
bestaat uit eene hevel-centrifugaalpompmachine, voorzien van twee
cylindrische stoomketels, ieder met ¿¿ne binnenvuurgang en Gal-
loway-buizen en werkende onder eeivdruk van 6.8 atmosferen.
De horizontaal liggende machine met hoog- en laagdrukeylinder,
die ieder op eene krukas werken, heeft een vermögen van 88
WPK., gelijkstaande met eene opvoerhoogte van 110 M3 water per
minuut tot 3.60 M. hoogte. De afvoerbuis heeft eene middellijn
van 0.99 M.
Van de vroegere Appold’s horizontale eentrifugaalpompen is
¿¿ne behouden als reservepomp. Zij heeft een vermögen van 32
WPK., overeenkomende met eene opvoerhoogte van 53 M3 water
per minuut tot 2.70 M.
Het water wordt uitgeslagen op het Noordzeekanaal.
Het zomerpeil is 3.30 M .& 4A P . Een vast winterpeil is niet
bepaald.
De geheele grootte des polders is 1758.0078 H., waarvan
1677.2613 H. in de lasten dragen. Deze bedroegen in 1888
1892 gemiddeld / 19.10 per H. ’sjaars. ln 1891 werd bovendien
eene buitengewone heffing van f 6.50 per H. omgeslagen.
"Wolgens het regiement van 1877 (Prov. Blad n°. 69) bestaat
het bestuur uit vijf leden, waarvan een Voorzitter, allen recht-
streeks gekozen door stemgerechtigde ingelanden. ')
HET VOOltMAT.IG EILAND DE HOOEN.
Gemeente: Sloten.
Dit voormalig eiland, groot 80.4212 H., is geheel besloten
binnen de bedijking van den Grooten IJpolder. Het behoort niet
tot het gebied van dien polder, doch watert er kosteloos op af