of wel in lief liooger deel opgehouden kan worden, te weten eene aan de
noordelijke grens en eene in liet midden. Yroeger was er nog eene aan
de zuidelijke grens , doch deze is vervangen door een steeuen muur.
Het zomerpeil in den hoogen polder is 1.85 M., dat in den
lagen polder 2.05 M .^ - AP. Des winters wordt het peil 0.35 M .
lager gehouden.
Op het kohier worden de bannen aangeslagen elk voor de ka-
dastrale grootte van de daartoe behoorende, in den Houterpolder
gelegen schuldpliclitige landen, overeenkomstig hare liggers, te
zamen groot 1661.5329 H.
Het gemiddeld bedrag van de lasten was in 1892 / ' 6.50 per
H ., welke söm is begrepen onder het gemiddeld bedrag der lasten,
voor iedere banne afcouderlijk opgegeven.
Het bestuur wordt vclgens het regiement van 1860 (Prov.
Blad n°. 70) uitgeoefend door een college van negen Hoofdin-
gelanden, dat uit zijn midden vier Molenmeesters benoemt tot
College van dagelijksch bestuur, namelijk twee uit den hoogen
en twee uit den lagen polder. Van de Hoofdingelanden worden
door de bansbesturen van Binnenwijzend, Hoogkarspel eh Venhui-
zen elk twee benoemd, zoo mogelijk uit hun midden. De Hoofdingelanden
moeten namelijk in den Houterpolder geland zijn. De
drie leden van het bansbestuur van Öosterblokker zijn de overige
Hoofdingelanden. ') -
DE POLDER VENHUIZEN EN HEM.,
Gemeente : Venhuizen.
Omvat dat gedeelte van de banne Venhuizen, dat bezuiden den
Houterweg is gelegen en de geheele banne Hem. Daarenboven
zijn zes en veertig hectaren van de banne Wijdenes en Oosterleek
onder de bemaling vau Venhuizen en llem gebracht.
Van den Houterpolder is de polder gescheiden door den Houterweg,
strekkende van den zeedijk tot de Bramsluis, en van daar
tot de grens van Wijdenes, door het Zitten of Hooge Zijd-
wind en den BloJcdijk. Ten zuiden is hij begrensd door den
polder Wijdenes en Oosterleek en bestaan zijne waterkeeringen in
wegen die bijna overal gelijk liggen met de aangrenzende lan-
derijen, te weten: den rijweg van den BloJcdijk tot het gehucht
Blba, nabij het. dorp Hem, ' en den rijweg van het gehucht de
S to f molen onder Wijdenes tot het dorp Beek, welke beide wegen,
evenals de Houterweg, het Zitten en de Blokdijk, thans door
Brechterland worden onderhouden. Van het gehnaht’Elba. tot het
gehucht de S to f molen strekt eene kade, genaamd het Groenewegje,
dat tot den polder Wijdenes en Oosterleek behoort.
De bemaling van de landen binnen deze wegen besloten en teil
oosten door den zeedijk beschermd, geschiedt door een stoomge-
maal en drie vijzelmolens, staande aan de uoordoostzijde des pol-
ders. en hebbende eene molensluis in den zeedijk tot loozing van
het opgemalen water in de Zmderzee. Vlucht van de vijzelmolens
26.80 M.; middellijnen der vijzels 1.90 M.
Het stoomgemaal, in 1879 gestiebt, heeft twee cvlindervormige
ketels met binnenvuurgang en Galloway-buizen. Elk der ketels heeft
een verwarmingsoppervlak van 30 M2. Twee horizontale stoom-
tuigen van hoogen druk met expansie en"bondensatie brengen
twee centrifugaalpompen in beweging met afvoerbuizen van 0.50
M. Wateropbrengst per minuut ieder 30 M3.
Ofschoon bemalen door dezelfde molens, heeft de polder geen
gemeenen boezem. Het water van Hem, welker gronden hoo^er
liggen, is door opdamming gescheiden van dat van Venhuizen.
Tussehen beide bestaat eene sluis om het water van Hem in
Venhuizen te kunnen doen afloopen.
Onder Hem ligt eene sluis in den zeedijk, de Spuiter genaamd,
bestemd om bij zomerdroogte water in de slooten van Hem in te
laten. Het gebruik van dien Spuiter en de sluis of schut-
deur tussehen de beide bannen is geregeld bij besluit van het
polderbestuur van den 23sten September 1879, goedgekeurd door