Wijdte Diepte van
van slagbatk Schutlengte.
doorvaart. — AP.
ebdeuren,waarintoldeureu 5.70M. 3.17 M. 30.75M.
4°. de waterlceering onder de
brug over de Singelgracht'
voor het Leidsoheplein, twee
openingen, elk gesloten
door toldeiire.il, derhalve
, 1 i twee 4.60 // „ , n
vier doorvaarten. . h 3 70 „ "
De uitbreiding der gemeente bezuiden de Singelgracht tusscben
Ruysdaelkade en Pontanusstraat met inbegrip van de bebouwing
längs de Amstelaevers, ligt dus aan- en watert af op Amstellands
boezem, doch deelt dientengevolge niet in de verversching van
het stadswater, die hinnen de Amstelsluizen plaäts heeft, en
heeft eveneens geen genot van de kunstmatige waterontlasting,
die binnen die slnizen bi] hooge standen van den Amstel door
de werking van het stoomgemaal te Zeeburg wordt verkregen. )
Het stadswater heeft op twee plaatsen aanraking met het boe-
zemwater van het Hoogheemraadschap Rijnland, als:
Wijdte Diepte van
van slagbalk Schutlengte.
doorvaart. — AP.
1°. door de Overtoomsehe schutslnis..................................
7.75 M. 3.30 M. 127.30 M.
met 2 paar vloed- en 2
paar ebdeuren;
2°. de schutsluis in de Baarlemmertrehvaart...............
6.15 « 3.— // 36.43 n
met 2 paar vloed- en 1
paar ebdeuren.
l) Om aan die beide gehreken te gemoet te komen wenscht de gemeente Amsterdam
van het Hoogheemraadschap Amstellanil, de vergnnning te verkrijgen
tot het bouwen van eene nieuwe slnis in den Buitenamstel (ongeveer hij Scholr
lehrug).
In verband met den bouw (in 1883) van laatstgenoemde sluis,
ter vervanging van het vroegere keersluisje in de stads Singelgracht
bij het oostelijk einde van den Baarlemmerweg, en den
aanleg eener gasfabriek, enz., werd de watermolen van den Over-
braJcerbinnenpolder , staande waar nu het Wester par Je is gelegen, weg-
gebroken, de terreinen van den polder door de gemeente aange-
kocht en even bewesten de hiervoren genoemde schutsluis in de
HaarlemmertreJcvaart een stoomgemaal ten behoeve van den polder
gesticht.
Voorts ' zij hier aangeteekend, dat het stadswater in de Kostverloren
:Wetering, zieh uitstrekkende van de Hciarlemmert/reJcvaa/rt
tot de Overtoomsehe sluis, in de. Overtoomsehe Paart en in het
Jacob van letmegokanaal evenals in de Haarlemmert/reJcvaart tot
tegen de bovengenoemde schutsluis in die vaart, van de aangren-
zende polders wordt gekeerd door kaden en, ofschoon die vaarten,
00k buiten de gemeentegrens van Amsterdam, tot hare particulière
bezittingen behooren, is . de gemeente slechts binnen hare
grens met het onderhoud der kaden belast; hiervan zijn echter
uitgezonderd het gedcelte kade längs den Overtoom nooid-west-
zijde,. voor zooveel die kade niet aan Amsterdam behoort, en het
gedeelte der kade genaamd MaljapenJcade, längs de Kostverloren
Wetering van den Haarlemmerweg tot het Westelijh Entrepôt.
De grenzen, die het stadswater scheiden van de omliggende
polders, vroeger voor het grootste deel gelegen längs den Buiten-
singelweg, die als polderkade met eene keerhoogte van omstreeks
0.20 M. 4 - AP. dienst deed, zijn na de thans bestaande en
voortdurend toenemende uitbreiding der stad in die polders zeer
onregelmatig geworden.
IV . Be verversching van het water in.de stadsgraehten.
De verversching van het water in de stadsgraehten kan geschieden
van oost naar west, dat is door toelating van verver-
schingswater van de zijde van het oostelijk I J [Zuiderzee) ofvan
west naar oost, door toelating van ververschingswater van de zijde