zijn ingeheid 3 rijen. eiken golfbrekers, waarvan de hoogste of
meest landwaartsche onmiddellijk tegen en aan de zeezijde van
hefc afgezaagde paalscherm staat, terwijl de tweede rij op 3:35
M., de derde of benedenste (d. i. de meest zeewaartsche) op
6.70 M. uit het afgezaagde paalscherm is ingeheid. Alle golfbrekers
zijn 3.50 M lang, de koppen van die in de l e, 2e en
3e rij liggen respectievelijk op 3 M., 1.75 M. en 1.25 M.
. + 'VZLängs
den teen der steenglooiing van den vporberm is eene
rij grenen teenpalen, elk lang 2.50 M., ingeheid met de koppen
op 1.50 M. — VZ. Zeewaarts van en tegen deze rij teenpalen
bevindt zieh een met steen bezette, 3 M. breede rijzen plasberm,
met den bovenkant op 1.50 M. — VZ. De afstand der golfbrekers
bedraagt in elke rij 0.60 M. midden op midden; de
palen zijn geiniddeld 0.20 M. in middellijn zwaar aan den kop.
3°. De zes hierboven sub d vermelde rijzen lioofden zijn in
1867 opnieuw en sterker opgemaakt, nadat bet noordelijkste
boofd in 1864 was verlengd, zoodat de koppen der zes hoofden
thans allen in ééne lijn liggen, die op 115 M. uit het afgezaagde
paalscherm evenwijdig daaraan loopt.
4°. Noordwaarts van de sub I o—3° beschreven zeewering is
in de jaren 1868—1872 het buitenduinbeloop, aansluitende aan
de zeewering sub I o, over 345 M, lengte afgevlakt en met klei
bekleed; over de zuidelijkste 115 M tot 5 M. en over de verdere
230 M, tot 6 M. -j- VZ. De teen dier kleibekleeding ligt op
3 M. VZ. Zeewaarts daarvan bevindt zieh over de geheele
lengte een 35 a 45 M. breede buiten- of kleiberm, geheel over-
eenkomende met den sub I o beschrevene; terwijl zeewaarts daarvan
eene steenglooiing, een voorberm met rijen golfbrekers en een
plasberm, allen geheel overeenkomende met de sub 2° en 3U be-
schrevene, zijn aangelegd. De voorberm met golfbrekers en de
plasberm loopen nog 115 M. verder noordwaarts door; tusschen
het afgezaagde paalscherm en den buitenduinvoet ligt over die
lengte een zandberm, die aan de landzijde van het paalscherm
door eene kisting, gevuld met puin en bezet met Doornikschen
steen op brik, is afgesloten, terwijl längs deze kisting aan de
landzijde een 4 M. breed, met steen bezet rijsbeslag op den zandberm
is aangelegd. Aan de zeezijde liggen tegen den voorberm
drie met basalt bekleede rijzen hoofden, waarvan de koppen liggen
in eene lijn, op 116 M. afstand zeewaarts van en evenwijdig
aan het afgezaagde paalscherm getrokken. Met. de sub 3° be-
schreven zes hoofden vormen zij eene aaneengesloten oeverdefensie.
Al de hier sub 4° beschreven werken vormden tot 1 Augustus
1876 te zamen de zoogenaamde Bijks-zeewering benoorden Fetten.
5°. Ten .einde de voortdurende afneming van het strand en
van den bnitensten duinregel benoorden de sub 4° beschreven
werken tegen te gaan, zijn in de jaren 1880 84 aentereenvolgens
11 rijzen met basalt bekleede hoofden van Bijkswege
aangelegd; het noordelijkst hoofd ligt in strandpaal n°. 18. De
hoofden hebben van 166^.230 M. lengte; hunne koppen liggen
in eene regelmatig gebogen lijn, die de voortzetting is van de
sub 4° bedoelde. De zeeeinden der hoofden rüsten op zink-
stukken en zijn zwaar bestort.
Bij dé zeewering behooren eene opzichterswoning en een maga-
zijn. Een in 1885 aangelegde werkspoorweg, bestemd voor 'den
aanvoer van bouwstoffen en steen, verbindt, door de Fettemer
duinen en längs den St.-Maartensweg loopende, de zeewering met
het NoordhollandscJi Kanaal juist benoorden de St-Mciartensvlot-
brug, alwaar twee los- en laadsteigers aan het einde der spoorbaan
längs het kanaalboord zijn gebouwd. De spoorweg loopt op körten
afstand binnen de landeinden der boven onder 5° beschreven
hoofden en volgt verder zuidwaarts de kruin der zeewering tot
de scheiding met de Hondsbossche zeewering.
Twee zijtakken van den spoorweg leiden naar de worteleinden
van de hoofden VI en XI op het strand benoorden Fetten. ')
!) Zie over de Fettemer zeewering: De Nieuwe Bijdrage tot de-gesebiedenis
van b e t Hoogbeemraadscbap van den Hondsbossche en Hainen tot Fetten van
Mr. Gr. de Yries Az. in de Yersl. en Meded. der Kon. Akad. van Wetensch.
Afd. Letterk., deel X I I , b l. 4 0 8 (overdruk b l. 7 2 ) .