halve die van den Luijendijk en de Achterdichting bijdraagt.
De banne wordt begrensd door de Purmer-ringsloot, den Pur-
mêr-straatweg, de singelgracbt van Purmerend, bet Noordhollandseh
kanaal en de Achtersloot bij Ilpendam.
Yan de waterkeeringen is alleen voor rekening der banne de
kade längs de Achtersloot, die op 0.30 M . -|- AJP. wordt on-
deibouden.
De bemaling geschiedt door een stoomgemaal, staande aan de
Purmer-ringsloot en daarop, zijnde Schermerboezem, uitslaande.
Het is in 1879 gestiebt en heeft één cylindervormigen ketelmet
twee stookbuizen en een verwarmingsoppervlak van 27 M3. Het
liggend stoomwerktuig brengt eene i centrifugaalpomp in beweging
van 18 PK. De afvoerbuis heeft 0.50 M. middellijn.
Twee inlaatduikers liggen in den jaagweg van bet Noordhollandsch
kanaal en in de dorpsloot achter Ilpendam.
Het zomerpeil is 1 .60 M. — A P .; het winterpeil 1.70 M.
— AP.
De grootte der banne is 310.7216 H ., die allen schuldplich-
tig zijn. De lasten bedroegen van 1888— 1892 gemiddeld/11.55
’s jaars per H.
Yoor de invoèring van het règlement van 1857, voorafgaande
aan dat van 1870, behoorde het gedeelte dat bij ' Purmerend ligt
tot den zoogenaamden Zuiderpolder, die zieh ook over Purmerlanduit-
strekte. De landen bij Ilpendam worden de Y urige Staart genoemd.
Yolgens het regiement van het Hoogheemraadschap Waterland
van 1870 (Prov. Blad n°. 3) wordt het bestuur gevormd door
drie leden, waarvan één Yoorzitter, die door de stemgerechtigde
ingelanden der banne gekozen worden.
DE BANNE MONNIKENDAM.
Bestaat uit het grondgebied der gemeente van dien naam, voor
zooveel dat binnen het Hoogheemraadschap en binnen den zeedijk
is gelegen.
Ten laste van deze banne is de Qverleekergoww, zijnde een weg
van Monnikendam naar den Oudelandsdijk, met uitzondering van
dat gedeelte, hetwelk den Monnikenmeer tot ringkade strekt en
te diens laste i s , en van de Molenpost tot den Oudelandsdijk,
de zoogenaamde Molengouw, die bij Waterland in onderhoud is.
Het bestuur van het Hoogheemraadschap Waterland geeft aan
de banne de opbiengst der jaarlijksche verpachting van den
Kloosterdijk, die in 1892 f 191 bedroeg.
De kadastrale grootte der banne is 704.7016 H.
De grootte der schuldplichtige gronden is 545.5972 H., waarvan
2.7894 H. den halven omslag betalen. De overige hectaren
zijn vrij van lasten. Het gemiddeld bedrag der lasten in dejaren
1888—1892 is geweest / 0.55 per H. ’s jaars.
Het bestuur bestaat uit drie leden, waarvan een Yoorzitter,
die rechtstreeks door de stemgerechtigde ingelanden gekozen worden.
DE BANNE 1LPENDAM EN WATERGANG.
De banne Ilpendam,, die zieh vroeger over bijna het geheele
grondgebied der gemeente van dien naam uitstrekte, is bij de
invoering van het regiement van bestuur voor het Hoogheemraadschap
in 1870 zeer verkleind. Bij dit regiement werd er het
gedeelte, dat aan de westzijde van het Kanaal lag, afgenomen,
terwijl daarentegen een deel der gemeente landsmeer er aan werd
töegevoegd.
De banne ontving toen den naam van de banne Ilpendam en
Watergang.
Zij omvat thans alleen het oostelijk gebied dier gemeente, met
uitzondering van de Vurige Staart, en de perceelen gelegen in
sectie C der gemeente Landsmeer, dat zijn al de gronden aan de
oostzijde van het kanaal, tot het dorp Watergang behoorende.
Het bestuur heeft geen bijzondere werken te onderhouden.
De grootte is 411.7112 H., benevens 7.0224 H. rietland,
dat slechts halve lasten betaalt. De volle lasten bedroegen van
1888—1892 gemiddeld f 0.35 per H. ’s jaars.
Bij het regiement van het Hoogheemraadschap (Prov.
Blad n°. 3 van 1870), gewijzigd in 1886 (Prov. Blad