eene ringsloot, waartegen hij beschermd wordt door eene kade
ter hoogte van 0,60 M. ^ AP.
Een gedeelte dier bnitenlanden, de Buitenstukken genaamd, wateten
op die ringsloot af.
Op de oostelijke ringsloot, wier water afgescheiden is van dat
van den Houtrakpolder, wordt het water van den Inlaagpolder
uitgeslagen.
De polder is in twee deelen gescheiden door den middelweg.
Een schut, dat zieh in den weg bevond om het water in het
zuidelijk deel te kunnen ophouden, is in den zomer van 1893
opgeruimd.
De dijken längs het höefdkanaal en zijkanaal 0 zijn, krachtens
de verkoopvoorwaarden, eigendom gebleven van de Kanaalmaat-
schappij en daarna overgegaan aan het Rijk, dat met het onder-
houd is belast. De overige waterkeeringen zijn voor rekening
van den polder.
ln deze hedijking is opgenomen- het voormalig eiland Buigoord,
dat niet tot het gebied des polders behoort, maar krachtens over-
eenkomst van 3/5 Mei 1873 en 7/9 Maart 1874, tusschen Dijk-
graaf en Hoogheemraden van Bijnland en het bestuur der Ka-
naalmaatschappij gesloten, vrijelijk op de droogmakerij mag af-
wateren en er water uit mag intappen. Bij dezelfde overeenkomst
is de grensscheiding tusschen de gronden van Bijnland en die des
polders vastgesteld.
De polder heeft twee stoomgemalen, het eene gestichtin 1874,
het tweede in 1877. De ketels zijn cylindervormig eniedeTvoor-
zien van twee stookbuizen, die van het tweede gemaal tevensvan
10 Galloway-pijpen. Het verwarmingsoppervlak is resp. 66en70
M2. De machines zijn van middelbaTe drukking. De eerste be-
weegt eene Appold’s pomp, die 70 M3 per minuut opbrengt, de
tweede eene centrifugaalpomp, met een afvoerbuis van 0.765 M.
middellijn en eene wateropbrengst van 50 M3 per minuut.
Het zomerpeil is 3 M. — AP.; ’s winters wordt het water zoo-
veel mogelijk weggemalen.
De geheele grootte des polders is 1276.6871 H., waarvan
1207.7267 H. in den omslag worden begrepen, terwijl de overige
68.9604 H., als eigendom des polders en voor den publieken
dienst bestemd, vrij zijn. De lasten bedroegen van 1888—1892
gemiddeld f 22.10 per H. ’s jaars.
Volgens het regiement (Prov. Bladen n°. 115 van 1875, n°. 5
van 1878 en n°. 55 van 1886) bestaat het bestuur uit vijf leden,
waarvan 66n Yoorzitter, allen rechtstreeks gekozen door stemge-
rechtigde ingelanden. *)
HET VOORMALIG EILAND RUIGOOItü.
Gemeente: Haarlemmerliede en Spaarnwoude.
Dit voormalig eiland is geheel besloten geworden binnen de
bedijking van den Houtrakpolder, van wien het door eene ringsloot
is afgescheiden. Het behoort niet tot het gebied des polders,
die echter verplicht is het water te ontvangen, dat er, door
duikers in de ringkade van Buigoord, op wordt afgevoerd, alsmede
om het intappen van water toe te laten.
Bijnland, vroeger eigenaar van het zuidelijk deel des eilands,
heeft dit op 7 Maart 1876 in perceelen verkocht, zoodat het thans
geheel eigendom van particulieren is.
Het heeft geen bestuur.
De kade behoort aan de eigenaars der perceelen waarop zij
gelegen is.
De geheele oppervlakte bedraagt 66.7730 H.
DE GROOTE IJPOLDER.
Gemeenten: Haarlemmerliede en Spaarnwoude en Sloien.
Deze polder, in 1876 door de Amsterdamsche Kanaalmaat-
*) Zie notulen der Wintervergadering van 1875, Bijlage G.