ter te keeren, dat dan gewoonlijk het omkaae buitenland over-
stroomt.
Des zomers wordt het water in de graehten buitendijks en
het zeewater, dat de buitenlanden alsdan overstroomen mocht,
zoo noodig gekeerd door eene tusscben de JBuiten- en Binnen-
haven gelegen schutsluis, wijd 4 .8 2 M., met de drempels lig-
gende op 1.59 M . — A P . en eene scbutlengte hebbende van
24.23 M.
De bestemming dier sluis is om in tijd van oorlog gelegenheid
te geven oorlogsmaterieel nit het arsenaal en de magazijnen in
Naarden naar de werken buitendijks over te brengen.
Al de bovengenoemde werken behooren aan en zijn in onder-
houd bij het Departement van Oorlog.
De schutsluis staat echter onder toezicht van Dijkgraaf en
Hoogheemraden van den Zeedijk beoosten Muiden, aan welk college
ook door den Minister van Oorlog bij schrijven van den 31sten
Mei 1845, n° 14 A, de bevoegdheid is verstrekt om bij buiten-
gewone voorvallen en bij storm en hooge vloeden de noodige
orders te geven als de inundatien bniten- en binnendijks op ver-
schillende peilen mochten staan, waartoe dan tevens de schot-
balken van de Zeebrug moeten uitgenomen zijn.
DE DIJK VAN DE GOOYEK MEENT.
Gemeente: Naarden.
De dijk van de Gooyer Meent, lang 677 M., strekt van de
vestingwerken der stad Naarden tot het begin van den Provin-
cialen Zeedijk tusschen Muiderberg en Naarden bij het Meenthek.
Hij wordt onderhouden door de Yergadering van Staden Lande
van Gooiland op hetzelfde profiel als het aansluitend gedeeltevan
den bovengenoemden Provincialen Zeedijk, waarmede hij als het
ware een geheel uitmaakt. Daar de dijk door een breed en be-
hoorlijk omkaad voorland gedekt wordt, is eene kunstmatige be-
scherming van het buitentalud niet noodig en treft men deze aldaar
dan ook niet aan.
De kosten van onderhoud zijn dientengevolge onbeduidend.
De dijk staat onder toezicht van Dijkgraaf en Hoogheemraden
van den Zeedijk beoosten Muiden.
DE PROVINCIALE ZEEDIJK TUSSCHEN NAAHDEN EN MUIDERBEKG.
Gemeente: Naarden.
Deze dijk vangt aan bij het einde van den dijk van de Gooyer
Meent bij het Meenthek onder Naarden en strekt van daar
tot het begin van den Zeedijk beoosten Muiden over eene lengte
van ongeveer 3153 M. Hij heeft eene, kruinbreedte van 3 .75
M. en eene hoogte van 3.50 ä 3.7 5 M . -j- AP.
De dijk ligt over zijn geheele lengte achter een goed omkaad
voorland (de Maatlanden) en bezit daarom dan ook geen kunst-
matig beschermd buitentalud. Dit talud heeft eene helling van
gemiddeld ongeveer 3 op 1, het binnentalud van 2 ä 2 j op 1.
Onder goedkeuring van den Koning, verleend bij bejljuit van 19
Januari 1824 n°. 43, hebben Gedeputeerde Staten van Noord-
holland dezen dijk van de ingelanden van den Binnendijkschen
polder, thans een deel van den Binnendijkschen- Overscheenschen-
en Bergerpolder, zoover hij van de Gooyer Meent strekt tot
den jurisdictiepaal tusschen Naarden en Muiderberg, in onderhoud
ten laste der Provincie overgenomen, tegen afstand van den
eigendom des dijks en betaling door voornoemde ingelanden van
eene jaarlijksche bijdrage van f 157.
De Provincie geniet sedert dien tijd behalve deze jaarlijksche
bijdrage de opbrengst van het grasgewas.
Aan Dijkgraaf en Hoogheemraden van den Zeedijk beoosten
Muiden komt het toezicht over dezen dijk toe.
DE ZEEDIJK BEOOSTEN MUIDEN.
Gemeente: Muiden.
De zeewering, onder dezen naam bekend, bestaat nit twee door
de hooge gronden van Muiderberg geheel van elkaar afgescheiden
gedeelten: