nieuwd en alstoen tot 2.90 -)- AP. opgetrokken werd, voor
welken mnur een aarden berm of bnitentalud wordt aangetroffen,
waarvan de teen gesteund wordt door eene besclioeiing staande
längs den oostelijken Vechiboord.
In de jaren 1869 en 1870 werd door bet bestuur der sbr's eene
verbetering van den toegang tot de Muiderhaven ondernomen , door
den aanleg van twee leidammen in zee, op een onderlingen afstand
van 75 M. De westelijke leidam beeft eene lengte van 675 M.;
op den kop van dien dam bevindt zieh een licbtopstand, die
onder beheer der gemeente Mulden staat. De oostelijke dam
beeft eene lengte van 537 M.
Beide leidammen zijn breed op de kruin 2.50 M.; hunne hoog-
ten zijn 0.60 en 0.20 M. -j- AP.
De hiertusseben gebaggerde bavengenl, breed 50 M., ligt met
den bodem op 2 M. — AP. De kosten van deze verbetering
bebben f 63,170.“ bedragen; het Bijk en de Provincien
Noordholland en Utrecht verleenden daarvoor elk een subsidie
van f 6000.—.
Het onderhoud en bebeer over de Zeesluis met bijbehoorende
waterkeering, toegang der haven en leidammen is toevertrouwd
aan Dijkgraaf en. Hoogbeemraden van den Zeedijk leoosten Mulden,
die zieh daarom tevens noemen: Directenren van de Groote
Zeesluis in Minden. Deze houden echter bet beheer der sluis
’ o-ebeel afgesebeiden van dat van den zeedijk. De sluis wordt niet
verpacht, doch door de Directeuren in eigen beheer gehouden.
In de laatste jaren, vooral na de opening van het Merwede-
Tcanaal, zijn de inkomsten voortvloeiende uit de schutgelden
belangrijk minder geworden dan in vroegere jaren.
ZEEBITCIG EN DIEMEEDTJK.
Gemeente; Mulden en Diemen.
De Zeebury en Diemerdijh begint aan de westzijde van de
Zeesluis te Muiden en eindigt bij de aansluiting van den Oosterdokdijk
bij Zeebury. Hij jbeeft eene lengte van ongeveer 10.300 M.
Twee gedeelten van den dijk en wel dat wat achter de zoo-
genaamde Nesse en dat wat achter den Iliemer-Buitendij/eschen
polder ligt, lang ongeveer 900 M. en 2150 M., zijn door voor-
land gedekt; overigens is hij schaardijk.
De kruin van den dijk, liggende op 3.75 M. -j- AP., heeft eene
breedte van 3 M.; de helling van het buitentalud is van ongeveer
4 op 1 , die van het binnentalud gedeeltelijk 13/4, gedeeltelijk
ruim 4 op 1.
Waar de dijk schaardijk is, wordt hij verdedigd door eene
steenglooiing, opgaande op sommige plaatsen tot 2 M. j - AP.,
op andere tot 2.50 en 2.75 M. AP.
Ook de breede buitenberm is voor een zeer groot gedeelte met
steen bezet of met puin bestort.
Het yoorland van de Nesse wordt aan de buitenzijde beschermd
dobr eene steenglooiing en overigens door eene aaneengesloten rij
perkoenpalen, waarachter eene puin- en steenstorting. De Diemer-
Buitendijksche polder is gedekt door eene zomerkade, bij de
beschrijving van dien polder te behandelen.
Het gedeelte van den dijk strekkende van 130 M. bewegten
het Gemeenelandshuis tot de aansluiting van den Oosterdokdijk,
ter lengte van ongeveer 800 M., is in onderhoud bij de gemeente
Amsterdam, hoewel onder toezicht van het Hoogheemraadschap.
Dit onderhoud berust op eene conventie van 13 Juni 1697, ter-
wijl de gemeente Amsterdam daarvoor jaarlijks een bedrag ont-
vangt van f 1048.55. Pogingen in het werk gesteld om dit
onderhoud op het Hoogheemraadschap te doen overgaan, zijn niet
geslaagd.
ln dezen dijk liggen twee sluizen, de Diemerdammer- en de
Ipenslootersluis, vroeger ieder onder eigen bestuur, maar sedert
1872 onder Amstelland gebracht. Tiiettemin heeft het Hoogheemraadschap
de zorg voor de hoofden der sluizen en het toezicht
op die sluizen zelve.
De geschiedenis van het Hoogheemraadschap, de vroegere
inrichting van het bestuur en heffing der lasten, zijn breedvoerig