De afwatering van het eiland geschiedt zonder opmaling door
drie uitwateringssluisjes in den omringdijk, te weten: de Buurter-
sluis aan de haven, de Meuningersluis nabij de Rozewerf en het
Nieuwe sluisje nabij den vnurtoren, beide laatsten aan de zuidzijde
van het eiland.
Xiaatstgeuoemd sluisje werd in 1881 gebouwd.
Elk sluisje is voorzien van een paar puntdeuren; de wijdte en
diepte van elk is als volgt:
De Buurtersluis. . . . . . wijd 1.75 M., diep 1.05 M. YZ,
" Meuningersluis „ 1.75 // , // 0.-85 «
Het Nieuwe sluisje. . . . n 2,.-*^. ,/. „ l 20 //
De haven ligt-aan 'de noordwestzijde van het eiland en bestaat
uit twee kommen, gescheiden door een eilandje, dat twee door-
gangen laat naar de zuidelijke kom; deze kom is door een.plan-
kierwerk, dat van den Zuiderhavenäijk naar het eilandje loopt,
in twee deelen verdeeld. De zuidelijke kom is längs de haven-
dijken omringd door een remmingwerk met plankier; de noorde-
lijke havenkom is beschoeid, evenals de noordelijke wal längs
hären toegang.
De dijken rönd de haven hebben eene hoogte van 3.30 tot
2.60 M. + VZ.
Dfe havenmond heeft eene wijdte van 8.80 Dd. en wordt ge-
vormd door de verlenging van paalwerken, die de haven aan de
zeezijde omringen en- tegen de overige paalwerken van het eiland
aansluiten.
De terp, waarop de vuurtoren is gebouwd, is hoog 2.50 M
+ VZ. en door een steenen dam, lang 175 M. en hoog 1.25
tot 1.50 M. + YZ., met den omringdijk vereenigd.
AANVULLINGEN EN YERBETERINGEN.
............................ De Muider Zeesluis. Den 13d™ April 1673
is octrooi verleend tot het verleggen van
de vroeger gebouwde sluis in de Vecht
te Hinderdam naar Muiden. Het blijkt
niet, wanneer het beheer over deze sluis
is opgedragen aan Dijkgraaf en Hoog-
heemraden over den Zeedijh beoosten Muiden,
welk college door de Staten van
Holland en Westfriesland was ingesteld
den 7den 'Mei 1678
Wei werd dit college den 16äen Juni 1692
door Gecommitteerde Baden geautoriseerd
voort te gaan met de verpachting der
sluisgelden, doch het schijnt, dat de bescheiden,
die betrekking hadden op de
opdracht van het bestuur der sluis aan
dat college, tijdens eene militaire bezet-
ting van het Slot, vernietigd zijn.
Zie de portefeuille Vechtstreek in de col-
lectie van Mr. H. Jacobi, berustende in het
Prov. archief en het Bapport der Com-
missie uit de Staten van Utrecht belast
met het onderzoek of de oprichting van
een Hoogheemraadschap van de Vecht
mogelijk en wenschelijk is te beschouwen.
Notulen der Wintervergadering van de
Staten van Utrecht van 1863, Bijlage 7.
" 53 regel 10 v. o . . OostelijJce, lees : westelijhe.
// 61- " 5 //- // Beoosten, lees: beuiesten.
" " 15 " b. Dijkfaal 43, lees: dijkpaal 143.