De polder is ingesloten door een ringdijk, lioog gemiddeld 0.20
M. 4- AP., die door eene ringsloot is omgeven, uitgezonderd al-
leen aan die zijde, waar hij grenst aan den polder Veenhuizen en
aan den Berkmeer. Tusschen den polder Veenhuizen en de
Heerhugowaard maakt de Veenhuizer-omloopdijk de scheiding uit.
De eigenaars ter weerszijden van dezen hebben het genot van den
dijk, onder verplichting dien bij de hekken en overritten aan te
vullen. Over de binnen- zoowel als buitenkruin en glooiing wordt
door bet bestuur van de Waard schonw gedreven.
Het gedeelte van den ringdijk des polders, dat thans tusschen
dezen en den drooggemaakten Berkmeer ligt, is oorspronkelijk
plempdijK, omdat de Waard vöor liet Berkmeer ingedijkt is. Het
wordt gemeenlijk de Plompdijk genoemd. De zuidelijke dijk,
gewoonlijk de Huigendijk genoemd, is gelegd evenwijdig aan den
ouden Huigendijk, doch daarvan door de ringsloot gescheiden.
Die onde Huigendijk is thans de noordelijke dijk van den Schermer•
Op den nieuwen Huigendijk ligt de weg, die in 1846 voor
rekening der Provincie, onder genot van Eijkssirbsidie en eene bij-
drage van de stad Alkmaar, is beschelpt, later begrind en van een
paardenpad voorzien en door de Provincie wordt onderhouden.
Die weg strekt zieh echter niet alleen over den zuidelijken dijk
der Heerhugowaard u it, maar daarenboven van Rustenburg tot
de brug te Ursern, over den ringdijk van den Schermer.
Met uitzondering van den Veenhuizer-omloopdijk en den kunst-
weg op den Huigendijk wordt de geheele ringdijk des polders
voor zijne rekening onderhouden.
Behalve de elf strijkmolens, die de Heerhugowaard onderhouden
moet om den boezem van Raaksmaat op Seher merboezem af
te malen (waarover zie boven bl. 633), heeft de polder 10 vijzel-
molens te zijner eigene bemaling en een stoomgemaal.
Dit stoomgemaal, staande in Oostertocht bij den Waard-
dijk, slaat uit op de ringsloot. Het is in 1877 gesticht en in
1888 vergroot. Het heeft 4 Cornwall-ketels, van welke drie een
verwarmingsoppervlak hebben van 68 Ma. en 66a een van 71
M2. Twee liggende machines en eene compoundmachine brengen
3 vijzels en eene centrifugaalpomp in beweging, van 60 en 65
WP.K. De middellijn der vijzels is 1 M.
De overige molens, die allen eene vlucht hebben van 34.60
M. en vijzels van 3 M. middellijn, bemalen niet allen den ge-
heelen polder. De Waard is namelijk verdeeld in acht afpolde-
ringen, genaamd: Broekhorn, Rannekeet, Ämerswiel, Veenhuizen,
Middelpolder, Berkmeer dijk, Rustenburg en Oostertocht. Zij ver-
schillen onderling in hoogte van. waterstand en zijn van elkander
gescheiden door binnendijken of dämmen, die op eene bepaalde
hoogte moeten gehouden worden, opdat het water van de hooger
gelegen bemalingen niet in de lagere afloope. Deze waterkeerin-
gen worden voor algemeene rekening onderhouden; doch zoo de
eigenaars of bruikers der daaraan grenzende perceelen ze te hun-
nen profijte of gerieve willen bebouwen, beplanten of berijden,
moeten zij zelve zieh met het onderhoud belasten.
Van de vijzelmolens staat een gang van twee molens op de
Rannekeet, een gang van twee molens op Ämerswiel, een gang
van drie molens op Rustenburg en een gang van drie molens op
Oostertocht.
Allen slaan uit op de ringsloot.
Door verschillende duikers zijn alle deelen van den polder
met deze bemalingen en met het stoomgemaal verbonden.
De bovenmolen van Rannekeet bemaalt mede den Zuidschar-
wouderpolder, die met de tusschenkolk gemeen ligt.
De bovenmolen van Ämerswiel bemaalt ook den Smuigelpolder,
die door een duiker met schuif in gemeenschap met de tusschenkolk
kan worden gebracht.
Door 13 inlaatduikers en 3 schutsluizen kan water ingelaten
worden. Deze schutsluizen liggen in den Noordscharwouderpolder
en in den Smuigelpolder.
De afmetingen van de eerste zijn: doorvaartwijdte 3.08 M.,
schutkolklengte 7.75 M., diepteligging der slagdrempels 1.97 M.
en .3 .0 5 M.; die van de tweede: doorvaartwijdte 3.58 M., schutkolklengte
9.53 M., diepteligging der slagdrempels 1 70 M en
1.76 M.