zing en wordt dat water tegen betaling der kosten weggemalen.
In den omringdijk van het benedenland ligt ook een duiker,
die het water uit de bovenlanden in de droogmakerij, voorname-
lijk ter verversching kan brengen.
Het peil voor de bovenlanden is 2 M. — AP., voor de droogmakerij
4.70 M. — AP.
De polder is groot 1024.0507 H. Van deze uitgestrektheid
zijn 998.1917 H. schuldplichtig, terwijl 25.8590 H. als polder-
eigendom vrij zijn.
Van de schuldplichtige landen liggen 303,1156 H. in de bovenlanden
en 695,0761 H. in de droo gmakerij.
De bovenlanden betalen een bij het regiement vastgesteld be-
drag per H., dat echter hooger wordt, naarmate de ingelanden
besluiten tot een lager peil afgemalen te worden. Dit bedrag is
in 1889 en volgende jaren van / 2.50 tot / 2.75 p. H. ver-
hoogd. De lasten der andere landen waren van 1888—1892
gemiddeld f 9.— per H. ’sjaars.
Bij het regiement van 1881 (Prov. Blad n° 64) is het
bestuur opgedragen aan vijf leden, die uit hun midden een
Voorzitter kiezen. De leden worden rechtstreeks door de stem-
gerechtigde ingelanden gekozen. *)
t>E; BOVENKERKERPOEDER.
Gemeente: Nieuweramstel.
De Bovenkerkerpolder is besloten tusschen den Amsteläijk ten
oosten, het Groote Loopveld ten noorden, den Bovenkerkerweg ten
westen en den Hollandschen- of Thamerdijk ten zuiden. Bijna de
geheele polder is uitgeveend en daarna krachtens octrooi van 7
September 1764 drooggemaakt. Alleen längs, den Amstel is eene
smalle strook lands onverveend gebleven. De droogmakerij is van
die bovenlanden afgesloten door een ringdijk, loopende van den
Hollandschen- of Thamerdijk noordwaarts, in dezelfde ricbting als de
Amsteläijk en op körten afstand van dezen, naär het Groote Loopveld;
voorts daarlangs westwaarts tot den Bovenkerkerweg en
längs dezen weder zuidwaarts tot Hoeksjah, van waar verder de
ringdijk met evengenoemden weg is vereenigd.
De Hollaridsche- of Thamerdijk is in 1874 verkocht aan de
Maa,tscl,iappij tot droogmaking van de Legmeerplassen en wordt door
den Noorder-Legmeerpoläer onderhouden, op eene hoogte van gemiddeld
1.25 M. A P ., evenals de ringdijk der droogmakerij
voor gemeene rekening der drooggemaakte landen; de Amsteläijk
wordt op de hoogte' van AP. en het Groote Loopveld op de hoogte
van 0.80 M. E S AP. door Dijkgraaf en Heemraden van den
Amstel en Nieuweramstel onderhouden. De Bovenkerkerweg einde-
lijk is verhoefslaagd voor de helft, terwijl de andere helft van
het onderhoud betaald wordt door den Noorder-Legmeerpolder.
Door de inpoldering van den Noorder-Legmeer is kunstmatige
bevéiliging van den Bovenkerkerweg, die vroeger vele kosten
veroorzaakte, onnoodig geworden. De weg ligt 0,30 M.— . AP.
De Bovenkerkerpolder wordt bemalen door zes vijzelmolens,
alle staande aan de oostzijde des polders nabij den Amstel; vier
daarvan, verdeeld in twee gangen, brengen bet water uit de
droogmakerij over op eene ringsloot, die in gemeenschap is met
het water der bovenlanden, terwijl de twee andere het van daar,
met dat der bovenlanden, uitmalen in den Amstel. Alle hebben
eene vlucht van 28 M. De middellijnen der vijzels zijn van
de vier molens der droogmakerij 2 M. en van de twee ove-
rige 2.20 M.
Nabij Amstelveen ligt een duiker tot inlating van water uit
den Amstelveenschen Poel, ook Toverpoel genaamd, gelegen in
den Buitendijkschen Búitenveldersehen polder. Jaarlijks wordt
aan dezen daarvoor f 100 betaald. Nabij het Polderhuis ligt
een duiker, om dit water in de droogmakerij over te brengen.
Voorts liggen bij de uitwateringen der twee bovenmolens duikers
in den Amsteläijk, waarover vaste bruggen.