DE HAZEDWARSDIJK.
Gemeente: Zijpe.
De Schoorische dijk was na de bedijking van de Zijpe, van de
aanshuting van den Zijpschen- of Hazendijk tot het dorp Fetten,
in zoö siechten staat, dat hij niet bij machte was het water, dat,
bi] een noordwester- of noorderstorm, door het toen nog overge-
bleven Zijpsche gat opkwam, wederstand te bieden. Daarom is
ingevolge besluit der Staten van 9 Juli 1598 de Hazedwarsdijk,
die bij de vroegere inbraak van de Zijpe vernietigd -was, in 1598
op den ouden dijksstaal hersteld voor rekening van de ingelanden
onder Fetten, Groet en Schoorl, zoowel als van de Zijpe en van
den Hazepolder, welke laatste daarmede werd binnengedijkt.
De Hazedwarsdijk strekt van den Zijpschen- of Hazendijk tot
den Hondsbosschen Wakerdijk-, heeft eene lengte van 600 M.
en eene hoogte van 4.3 0 M. + AP. Hij staat onder een eigen
bestuur.
De kosten der rekening, wedden van den Dijkgraaf, den secre-
taris-penningmeester en den bode, de vacatien der Heemraden, de
grondlasten en nog enkele kleine uitgaven worden gedeeltelijk
bestreden. uit de opbrengst der verpachting van het grasgewas,
uit eenige recognitien en erfpachten, en gedeeltelijk door een om-
slag, die voor het zevenjarig tijdvak van 1890—1896 in het ge-
heel bepaald is o p / 45, te dragen: door het polderbestuur van de Zijpe
/2 2 .5 0 voor de Zijpe en voor den Hazepolder f 7.50, en door ’t bestuur
der Vereeniging van polders en oningepolderde landen onder
Schoorl en Vetten voor Schoorl f 9.50 en voor Groet en Petten
ieder f 2 .75.
Het bestuur bestaat uit een Dijkgraaf en vijf Heemraden. De
Burgemeester van Schoorl is ingevolge voormeld besluit van 1598
Dijkgraaf. Van de vijf Heemraden worden er drie benoemd door
Dijkgraaf en Heemraden van de Zijpe en Hazepolder, waarvau
een voor den Hazepolder. De vierde Heemraad wordt benoemd
door het gemeentebestuur van Petten, de vijfde door dat van
Schoorl. Vöor de vereeniging van Schoorl en Groet werd de vijfde
Heemraad door de besturen dier twee gemeenten om beurten, tel-
kens voor zeven jaar, gekozen.
Het bestuur komt gewoonlijk slechts dens om de drie of vier
jaar bijeen, en doet slechts eens om de zeven jaar rekening. De
bijeenkomst heeft plaats i:i het gemeenelandshuis van den Honds-
bossche.
DE POLDER CALLANTSOOG.
Gemeente: Callantsoog.
Callantsoog was een eiland dat reeds vanouds bedijkt is geweest.
Beeds in 1328 werd aan de ingezetenen van Callingen in den
Ooge toegestaan den dijk met hunne beesten te etten.
Noch de 'Tewel noch de TJitlandsche polder behoorden toen
echter tot het bedijkte land. J)
De landen van Callantsoog, sedert de verwoestingen, door den
vloed van 1570 aangericht, met de Njordzee en met de Zuiderzee
gemeen gelegen hebbende en genoegzaam verlaten, zijn, na ver-
kregen octrooi van 13 Maart 1612, opnieuw bedijkt.
De polder is ten noordwesten en noorden ingesloten door de
Noordzee-Awinen. Aan zijne noordzijde ligt binnen die duinen
nog een kadijk, de Voordijk genaamd, strekkende van de hooge
duinen noordwaarts tot den Hebndijk. Deze Helmdijk begrenst den
polder tot de Groote Keeten en gaat dan over in dennoordelijken Schin-
keldijk, die den polder van het Koegras of de heerlijkheidsgron-
den afscheidt. Ten zuidoosten is de polder door den Zijperdijk
begrensd en ten zuidwesten door den zuidelijken Schinkeldijk,
welke hem van de heerlijkheids-zuiderduinen scheidt.
De noordelijke Schinkeldijk is ten laste des polders; de zuidelijke
ten laste van de eigenaars der heerlijkheid. Hunne hoogte is 2.73
M. + AP.
0 Zie Ml*. Gr. DE V RIES Az ., de haart van Hollands Noorderhwartier ¿»1288
pag. 28—31.