dekrachten; de turbines bebben eene middellijn van 2 .4 4 M. en
eene boogte van 0.90 M.
Ten zuiden der Oranjeslaizen is een nieuw stoomgemaal in aan-
bouw, waarvan het vermögen 300 WP.K. zal bedragen. De be-
malingswerktuigen zullen zijn 6 schepraderen van 8 .50 M. middellijn
en 3 M. breedte; de ketels zullen zes in getal zijn, waarvan 2
voor reserve, met inwendige vnurhaarden en Gallowaybuizen en
eene verwarmingsoppervlakte van 100 M \
Het Noordzeekanaal met zijne zijkanalen en het afgesloten LI
vöor Amsterdam,, ter gezamenlijke oppeTvlakte van 1020 H., dient
tot boezem voor de omringende waterschappen en polders, als-
mede voor eenige onbedijkte landen en hooge gronden.
Op het Noordzeekanaal wateren uit:
A. De oude polders en gronden, die vroeger bun water op
bet I J loosden;
Aan de zuidzijde van het Noordzeekanaal en bet afgesloten I J :
De Meerweiden b ezuiden h e t Noordzeekanaal.
De hooge g ro n d en b ew e ste n d en B ijk sstra a tw eg v an
H a a rlem n a a r Velsen.
De Buitendijken.
De Velserbroek.
De V erd o lv en la n d e n län g s d en S paarndamschen dijk.
De G ru ite rs.
Tusscben Spaarndam en H a lf weg:
De In laag p o ld er.
De P o lsg a ten , H orns en U iterdijken.
Tussehen H a lf weg en Amsterdam:
De Heining.
De S p ie rin g h o rn e rb u ite n p o ld e r en
De O v e rb ra k e rb u ite n p o ld e r.
Aan de noordzijde van het afgesloten I J en het Noordzeekanaal:
Voor den Waterlandschen dijk:
De Volewijksche la n d e n en
De B u ik slo o te rh am .
Ten oosten van de Voorzaan:
De A ch te rslu isp o ld e r en
H e t (vroegere) O o stz ijd e r-K a tteg a t of de Ooster- en
We sterheni.
Aan dewestzijde van de Voorzaan:
H e t W e s tz a n e r-B u ite n la n d of W e stz ijd e r-K a tteg a t.
Vöör Assendelft:
De p o ld e r Buitenhuizen.
Ten westen van den polder Assendelft:
De p o ld e r de K aag en
De B u ite n la n d e n o nder Assendelft.
Vöör den Sint-Aagtendijk:
De B u iten lan d en o n d e r Beverwijk en W ijk aan Zee en Duin.
De Meerweiden te n n o o rd en v a n h e t Noordzeekanaal.
Daarachter:
De hooge g ro n d en b ew e sten den Spoorweg v an
Beverwijk n a a r U itg e est.
V oorts:
R i j n l a n d ................................. (zie Afd. I I I , Onderafd. 2 § 1.)
A m s te lla n d ..................... ( „ „ I I I , r „ 2 § 2.)
Am ste rd am ....................... ( „ „ I I I , „ 2 § 3.)