aan de banne Oude Niedorp uitbetaald en door deze tusschen de
belangbebbende polders verdeeld.
De Langereisdijk, die vroeger door de ambachten Schager en
Niedorper Koggen en Geestmerambacht gezamenlijk onderbouden
werd, is sedert 1889 (Prov. Blad. n°. 78 van dat jaar) gelieel
ten laste van de Schager en Niedorper Koggen, zoover dit ambacbt
strekt, dat is, van de Mallegatsluis tot den Westfrieselien dijk.
De lasten, die, bebalve voor de kosten van administratie, nage-
noeg alleen geheven worden voor het onderhoud van den West-
frieschen dijk en den langereis-dijk, worden hectaarsgewijze om-
geslagen over de bannen, die deze met de gewone banslasten
doen innen en daarna aan den penningmeester van het ambacht.
verantwoorden.
Hierin] valt op te merken, dat al de droogmakerijen in beide
koggen zoowel Westfriesche dijks- als andere lasten gelijk met
de oude landen betalen.
Op het kohier voor 1892 waren de lasten verdeeld als volgt:
De banne Barsingerhorn voor 992.5586 11.
>/ v Häringhuizen voor 318.3287 n
n n Schagen voor............................ 1544.2932 //
// » Burghorn v o o r ,......... 293.8032 »■
// // Winkel voor.............................. 1055.2380 n
n n Nieuwe Niedorp voor................ 1556.1120 //
// // Oude Niedorp voor............... , 985.9268 u
Het bedrag der lasten in 1888—1892 was f 1.47 per H.
’s jaars.
De Schager en Niedorper Koggen hebben geen gemeensehappe-
lijken boezem. ledere kogge heeft sedert 1654 een eigen boezem,
waarop een zeker aantal polders hun water uitslaan, terwijl deze
boezems op een voorboezem afgemalen worden door strijkmolens,
die onder een afzonderlijk bestuur staan. De voorboezem, het
Kolhörnerdiep, staat in gemeensehap met de Zuiderzee, door de
groote schut- en uitwateringsslüis liggende tusschen • de polders
Waard en Groet. (Zie bladz. 65)
Slechts eenige weinige landen van de Niedorperkogge zijn in
den Slootgaard en de Heerhugowaard, beide polders van Geestmerambacht,
binnengedijkt, terwijl de Vogelzangpolder, belioorende
tot de. Niedorperkogge, ten zuiden van Oude Niedorp naardezijde
van Veenhmzen gelegen, zijn water niet op den boezem dier
kogge, maar door middel van een duiker onder Raaksmaatsboezem
in de Heerhugowaard loost.
In beide koggen is het molenbestuur van het bans- zoowel als
van het ambachtsbestuur gescheiden. In twee bannen echter, te
weten in Schagen en Burghorn, is het bansbestuur tevens het
polderbestuur.
Bij de behandeling van Geestmerambacht is reeds vermeld, dat
dit ambacht vroeger met dat der Schager en Niedorper Koggen
vereenigd was onder een Dijkgraaf en den College van Heemra-
den. Elk der ambachten had echter zijn eigen Waarschappen, die
afgezonderd van die des anderen ambachts hun beheer voerden.
De Heemraden van de koggen werden benoemd: die van de
Schagerkogge door den Koning, die van de Niedorperkogge door
de kerkmeesters van Winkel, welk recht hun is toegekend als
gunstbewijs door J o h a n , Graaf van Egmond,ÄQTi 12 den Mei 1435.
In iedere kogge waren vijf Waarschappen, die slechts voor
enkele gemeenschappelijke belangen bij elkaar kwamen. In de
kogge, waarvoor zij optraden,; maakten zij het College van dage-
lijksch bestuur uit.
Thans is het bestuur opgedragen aan een Dijkgraaf en vier
Heemraden, en twaalf Hoofdingelanden.
De Dijkgraaf wordt door de Koningin benoemd, uit een drietal
door Hoofdingelanden opgemaakt.
De Heemraden worden benoemd door deze laatsten, en wel
twee uit de ingelanden der bannen van de Schager- en twee uit
die der Niedorperkogge.
De Hoofdingelanden worden gekozen: ddn door de stemgerech-
tigde ingelanden van de banne Haringhuizen, den door die van
de banne Burghorn en twee door die van elk der overige bannen.
De oude verplichting van het polderdistrict Oude Niedorp om