meer met den Marewaardermeer en Oudie reeds in 1575 bij pro-
visie met 400 geerzen. De polder was dus in dat jaar reeds
droog. Het octrooi tot droogmaking van den Aal- of JDaalmeer
was op 30 Augustus 1560 door Koning P hilips gegeven aan
Willem Anthonisz Schick, poorter van Alkmaar en op 28 Maart
daaraanvolgende ook tot de Mare, ’t Oudije en het Waerder-
meerken uitgebreid. ’).
Het waterschap, gewoonlijk alleen de Daalmeer genoemd, be-
staat eigenlijk uit drie poldertjes, Daalmeer, Mare en Oudie.
Elk dezer is door eene eigene kade, hoog 0.91 M. -— A P .,
omgeven. De gezamenlijke kaden worden door het bestuur voor
gemeene rekening onderhouden.
Uit de Oudie stroomt het water door een duiker in eene sloot,
die, tusschen twee weilanden van de banne Koedijk door, strekt
tot de Mare of den Marewaardermeer en door een anderen duiker
haar water in dat poldertje loost. Op gelijke wijze vloeit, het
overtollige water uit de Mare door een duiker in eene sloot, die
tusschen twee weilanden van dezelfde banne door, tot den Daalmeer
strekt en dan door een vierden duiker haar water in dezen
laatsten polder loost.
In den Daalmeer staat aan de noordzijde een vijzelmolen, die
het water van de drie poldertjes op den boezem van den polder
Oeestmerambaeht uitslaat. Vlucht 18.56 M.; middellijn der
vijzel 1.70 M.
Behalve den inlaatduiker bij den molen ligt er nog een aan
den zuidkant van de Mare.
Zomerpeil 1.58 M. — AP.
De grootte der drie polders gezamenlijk is 129.1074 H.,
waarvan 4.3984 H. slechts de helft. van het molengeld betalen,
omdat zij hun water in den polder Geestmerambacht loozen. Voor
124.7090 H. worden de voile lasten betaald, die vau 1888—1892
gemiddeld f 8.12 per H. ’s jaars bedroegen.
Uit dezen omslag worden alle lasten aan de bansbesturen volr)
Derde Geluwe register, in ’sRijks archief, fis. 143 v°. en 159 v°.
daan, behalve de Hondsbossche- en TJiUoaterende SlmzengeMen (con-
tnbutie), die, wat de eersten betreft, onmiddellijk aan den pen-
nmgmeester van het Hoogheemraadschap worden afgedragen en,
wat de laatsten aangaat, aan den polder Geestmerambacht.
Het bestuur bestaat volgens het regiement van 1870 (Prov
Blad n° 49), gewijzigd in 1893 (Prov. Blad n" 79), uit drie leden,
waarvan 6Sn Voorzitter, die rechtstreeks door de stemgerechtigde
ingelanden gekozen worden. J)
DE VROONEltMEER.
Gemeenten: Sint-Daneras, Oudorp en Koedijk.
Het Froonermeer is in 1561 door Koning P hilips II, bij octrooi
van 28 November van dat jaar % aan zekeren Klaas
H endriksz. te Alkmaar uitgegeven om door hem te worden be-
dijkt, en is dientengevolge drooggemalen en tot land gemaakt.
De polder heeft een langen smallen vorm en strekt zieh in
zLjne lengte noord- en zuidwaarts uit. Hij .is geheel oms'even
door zijne ringvaart, die aan de zuidzijde strekt längs den weg
van Alkmaar naar den Euigendijk. Behalve deze vaart die de
bedykers rondom den polder hebben moeten graven, hebben zij
voor het behoud der gemeenschap te water, tusschen de landen
bewerfen en die. beoosten het meer gelegen, nog twee slooten moeten
openhouden, die den polder over zijne breedte dwars doorsnijden
en hem alzoo in drie deelen scheiden.
■ ■ d?T> dne deelen I °mringd (1oor eene'kade, hoog
AP., die moet worden onderhouden door de ingelanden
op wier gronden zij is gelegd, elk zoo Ver zijn grond
strekt, terwyl de dämmen tot afsluiting. van de anderscheiden
deelen van den molentocht voor rekening zijn van het bestuur
Door den geheelen polder namelijk, over zijne lengte van het
noorden naar het zuiden, strekt zieh een molentocht uit, die door