bestaat echter over het algemeen uit siechte specie, waarom in
het najaar van 1893 van de zijde van Gedeputeerde Staten is
aangedrongen op het leggen van een kistdam van klei in of
tegen den dijk, om de veelvuldige lekkeh te stoppen.
De bemaling geschiedt door een stoomgemaal en een wind-
vijzelmolen.
Het stoomgemaal, in 1877 gesticht, staat aan den noordelijken
dijk des polders bij het dorp Oudendijk. Het heeft edn cylin-
dervormigen ketel, werkende onder een druk van 5 atmosferen,
met 22 PK.
De stoommachine brengt eene vijzel in beweging met afvoer-
buis van 1 .6 5 M.
De vijzelmolen staat in het westelijk gedeelte van den polder
aan den jaagweg en heeft eene vlucht van 25.70 M.; middellijn
van de vijzel 1.9 2 M.
Beide slaan nit op Schermerboezem.
Nabij den molen ligt in den jaagweg een inlaatduiker.
Zomerpeil 1.63 M. :— AP. Des winters wordt zoo laagmo-
gelijk afgemalen.
De polder is groot 626.4567 H. De omslag wordt. geheven
over 356.4868 H. van de afdeeling Beets en over 269.9699 H.
van de landen tot de afdeelingen Sehardam en Oudendijk behoo-
rende. Die omslag bedroeg in 1888—1892 / 11.40 per H.
’s jaars. Yoorts worden nog lasten geheven van 63.6480 H.
buitenland ad f 3.75 en f 1.40 per H. Hieronder zijn be-
grepen de landen, die bij de bedijking van de Beemster van de
BeetsTcoog afgesneden en binnengedijkt zijn, bekend onder den
naam van Kruisoord, groot ongeveer 50 H.
De Beemster betaalt f 1.40 per H. ’s.jaars over 5.4820 H.
vergraven land, volgens eene overeenkomst vroeger door dien polder
met het bestuur van Oudendijk gesloten.
Het regiement van bestuur is vastgesteld in 1858 (Prov. Blad
n°. 83). Daarbij zijn voor het eerst de verschillende afdeelingen
van dezen polder, wat hare financien en haar beheer betreff, ver-
eenigd en tevens onder een bestuur gebracht, bestaande uit zeven
leden. Yan de vroegere scheiding is alleen nog overgebleven, dat
van die zeven leden de Yoorzitter en twee anderen moeten geko-
zen worden uit ■ de ingelanden van de afdeeling Beets, twee leden
uit die van de afdeeling Oudendijk en twee uit die van de af-
deeling Sehardam.
De zetel des bestuurs is gevestigd te Beets. ’)
DE BEEMSTER.
Gemeente: Beemster.
De Beemster is, na den Haarlemmermeer, het grootste der droog-
gemaakte meren in dit gewest. Zij is tevens de best geslaagde
van alle droogmakerijen daar tot stand gebracht.
De onderneming is geschied krachtens octrooien van 2 1 Mei
1607 en 15 Pebruari 1610 en is in den jare 1612 voltooid, zoo-
dat de verkaveling der gronden op den 30sten Juli van dat jaar
heeft plaats gehad.
De geheele polder is omgeven door een ringdijk, hoog ge-
middeld 1.75 M. AP., die uit de kas des polders wordt on-
derhouden. Om den ringdijk loopt eene ringvaart, die aan de
zuidzijde des polders van Purmerend tot Spijkerboor deel van het
Noordhollandsch kangal is geworden. Daar wordt de buiten-
boord van den BeemMer-omringdijk onderhouden door het Bijk,
ter voldoening aan het K. B. van 7 Mei 1821 n°. 87, waarbij
de Beemster door het Bijk is gewaarborgd tegen alle mogelijke
nadeelen, die ten gevolge van den aanleg van het Kanaal aan
dien polder of zijne dijken zouden kunnen overkomen.
Ingevolge de schikkingen, tijdens de bedijking met aangren-
zende waterschappen aangegaan, heeft de Beemster ook buiten
hare ringvaart onderscheidene werken te onderhouden, waarvan
de voornaamste zijn : de TJrsemmer-saart van den Beemster-dijk