d e w i l m k e b r e e k .
G cmeente: Landsmeer.
De Wilmkebreek is eene waal, indertijd door eene dijkbreuk ont-
staan en weder drooggemaakt krachtens octrooi der Staten van 11
Juli 1633.
Dit poldertie, groot 26.8840 H., behoort aan 66a eigenaar. Het
is aan drie zijden omgeven door een ringdijk, koog 0.30 M. -
AP., die met zijn beide uiteinden aan den Waterlandsche/u zeedijk
aansluit.
Een vijzelmolen, staande aan de noordzijde, werpt bet overtol-
lige water uit op Waterlands boezem, waarvoor de eigenaar aan
dat Hoogbeemraadschap jaarlijks f 47.75 betaalt. "Vlucbt van den
molen 24 M.; middellijn van de vijzel 2 M.
Het peil van bet water in dit poldertje is niet vast bepaald.
dSTabij het buskruitmagazijn is een inlaatduiker, om water uit
Waterlands boezem in den polder te laten.
DE MONNIK.ENMEER.
Gemeenten: Monnikendam en Broek in Waterland.
Bij K. B. van 29 Mei 1863 n° 64 is vergunning verleend tot
indi]king en droogmaking van bet Monnikenmeer in de onmiddel-
lijke nabijheid van Monnikendam. In hetzelfde jaar is dit werk vol-
tooid.
Volgens de voorwaarden der conoessie is bet meer längs de
west- en zuidzijde ingesloten door een ringdijk ter hoogte van
1.80 M. boven bet toen bestaande zomerpeil van Waterland of
0.75 M. -j- AP., omgeven door eene ringsloot ter breedte van
15 M. Aan de noordzijde is het meer besloten door de wegen
genaamd de Kalegouw en de Overleekergouw, waaraan eene boogte
is gegeven van 0.75 M. boven hetzelfde zomerpeil. Op deze
gouwe ligt de weg van Monnikendam naar Ependam. De weg van
Buiksloot naar Monnikendam en de jaagweg längs den buitensm-
gel dier stad begrenzen bet meer ten oosten. Aan dien jaagweg is
dezelfde boogte gegeven, d. i. 0.30 M. — AP.
Tot bemaling van den polder staat aan de zuidzijde, nabij de
zoogenaamde Lijksbrng, liggende in den jaagweg der Zes steden,
een achtkante watermolen. Vlucht 26.50 M.; middellijn der
vijzel 2 M.
De uitmaling geschiedt op Waterlands boezem, waarvoor de
polder aan bet Hoogbeemraadschap eene som van f 0.50 van
iedere bectare, binnen de bedijkiug begrepen, betaalt.
riet peil is zoowel des zomers als des winters 3.80 M .— AP.
Bij het kadaster staat bet meer bekend als hebbende eene op-
pervlakte van 132.4060 H., waarvan 122.0340 H. de lasten dra-
gen. Middelweg, dijk en molenwerf zijn vrij van lasten. De lasten
bedroegen van 1888—1892 f 9 per H. ’s jaars.
Volgens het reglement van 1890 (Prov. Blad n° 53), gewijzigd
in 1892 (Prov. Blad n° 78), bestaat het bestuur uit drie leden,
waarvan edn Yoorzitter, die rechtstreeks door de stemgerechtigde
ingelanden worden gekozen. *)
DE NOORDMEER.
Gemeenten: Broek in Waterland en Landsmeer.
De Noordmeerpolder ligt in bet HoogAeemraadschap Waterland
ten noordwesten van Broek in Waterland tusschen den weg van
bet Schouw naar Monnikendam en de Overleekergouwe.
In 1863, bij K. B. van 6 October T7°. 83, is de concessie
tot bedijkiug en droogmaking verleend, volgens welke de ringdijk
, die door eene ringsloot is oihgeven, eene boogte moet heb-
ben van 1.25 M . boven het tpenmalige zomerpeil van Waterland,
dus 0.20 M. -f- AP. Deze dijk ligt echter tbans volgens
de opgave niet hooger dan ten boogste = A P .
De droogmaking met de verkaveling is in 1865 ten einde gebracht.
A) Zie notulen der Zomervergadering van 1890, Bijlage W 1 en 2.