de schekher..
Gremeenten: Alkmaar, Akersloot, Graft, Zuid- en Noord-
sehermer, Schermerhom, Ursem, Oterleek en Oudorp.
Tot het bedijken van den Sehermer of Schermeer werd door de
Staten van Holland en Westfriesland aan de ßegeerders van .Alkmaar
octrooi verleend den 26stea September 1631, en op den
25sten October 1635 had de verloting en toewijziug der ltavels
van bet drooggemaakte land plaats.
De polder is geheel omgeven door een ringdijk, die op eene
hoogte van I M . -|~ AP. gebracht is en gehouden wordt.
Het gedeelte van dezen ringdijk, dat van Rustenburg tot bij
de Raaksmaats molens te Oudorp längs de noordzijde des polders
loopt, is de oude Heer-Huigendijk, die krachtens uitspraak
van Commissarissen uit den Hove in 1635 op de bedijkers in
onderhoud is overgegaan. Hoofdingelanden van Westfriesland, die
al de Westfriesche binnendijken op eene hoogte van 1.25 M. -)-
A P . wenschten te zien, hebben veriangd dat ook deze Huigendijk,
die deel van den Westfrieselien ring uitmaakt, door den Sehermer
tot 1.25 M. -J- AP. zou worden gebracht; maar de Sehermer,
zieh daartoe niet verplicht achtende, heeft dien dijk niet hooger
gebracht dan IM. - } - AP. Het onderhoud van den geheelen
ringdijk wordt u it de polderkas van den Sehermer bekostigd.
De ringdijk wordt slechts aan de oostzijde, van Rustenbwg tot
Westgraf tdijk, en voor een klein gedeelte längs de westzijde, ul.
van den Omval bij Alkmaa/r tot den Huigendijk, door een eigen
ringvaart bespoeld. Längs de noordzijde of den ouden Huigendijk
loopt de ringsloot van de Heerhugowaard. Aan de zuidzijde en de
westzijde tot den Omval bij Alkmaar, stroomt het Kanaal
längs den ringdijk van den Sehermer. Voor dat gedeelte heeft het
Bijk het onderhoud van den boord en de buitenglooiing van den
Schermer-dijk op zieh genomen bij overeenkomst van 10 December
1859, goedgekeurd door den Minister van Binnenlandsche Zaken
den 24s*®11- Februari 1860 .
Buiten den polder heeft de Sehermer de Nauernasehe vaart,
met de dijken ter wederzijden behalve längs den Assendelverpolder,
den Assendel/oer-Veenpoläer en den polder Westzaan, en de Nauernasehe
schutsluis voor zijne rekening. Over deze sluis zie boven
bl. 348.
De Sehermer is voor de bemaling verdeeld in veertien polders,
elk yoorzien van een vijzelmolen, die het water opmaalt op het
kanaal of den binnenboezem, die den polder van het noordwes-
ten naar het zuidoosten doorsnijdt, met een zijtak, die, zieh zuid-
waarts strekkende, het zuidelijk deel des polders in twee deelen
scheidt..
De binnenboezem wordt afgemalen door 36 molens, waar-
van 34 met vijzels en 2 van scheprad voorzien. De molens
hebben eene vlucht van 25 M.; middellijnen der vijzels van tien
hunner 1 .90 M., van de andere 1.80 M.; middellijnen der
schepraderen 6 M.; breedte der schoepen 0.38 M.
De 36 molens, die den boezem bemalen , staan op drie plaat-
sen, te weten:
aan het einde der Noordervaart, onder Schermerhom, staan
vier vijzelmolens, waarvan twee ondermolens, die het water
brengen op eene kolk, waaruit het door de twee bovenmolens op
de ringvaart des polders wordt uitgeslagen.
Onder Ursem.i en Schermerhom staan bij elkander 16 molens,
te weten: vijf ondermolens, vier met vijzels en een met scheprad,
die het water 0.83^M. opmalen; vijf middelmolens,- allen
vijzelmolens, die het weder 0.82 M. hooger opbrengen en zes
bovenvijzelmolens, die het 1.30 M. opmalen en buiten den polder
uitslaan.
In het jaar 1875 zijn de kaden längs de kolken zöö verhoogd,
dat de * wateropbrengst gelijkelijk over drie gangen kan worden
verdeeld.
Evenzoo staan er onder de gemeenten Graft en Zuid- en Noordschermer,
nabij Driehuizen, vijf onder-, vijf middel- en zes;
bovenmolens.
Onder Graft en Zuid- en Noordschermer werken de molens