De polder ligt met het noordelijkst gedeelte van zijne west-
zijde tegen de käde van den Ringpolder aan, die eigenlijk niet
meer vormt dan eene afscheiding tusschen de beide polders en .is
overigens aan alle zijden omgeven door een ringdijlc, ter hoogte
van A P ., keerende bet water van Raaksmaatsboezem,. Het. on-
derhoud van dien ringdijk wordt uit de kas des polders bekostigd.
Aan de oostzijde staat de vijzelmolen en een liulpstoomgemaal,
die beide het poiderwater op genoemden boezem uitmalen.
Ylucht van den windmolen 24.50 M.; middellijn van de vijzel
1.60 M.
Het stoomgemaal, in 1877 gestiebt, heeft een cylindervormigen
ketel met drie Gallo way-buizen en met een verwarmingsopper-
vlak van 20 M2 .
De horizontale machine brengt eene vijzel in beweging van
1.10 M. middellijn en 7^ WPK.
In geval van behoefte kan door twee pompen, eene in het
noordoostelijk, de andere in het zuidwestelijk deel des polders,
water uit de ringsloot worden ingelaten.
Zomerpeil 2.24 M . B AP. Winterpeil is niet vastgesteld.
De polder is 221.7534 H. groot, waarvan 212.7450 H. de
lasten dragen, terwijl de andere heetaren als wegen, vaarten en poldereigendommen
vrij zijn.
In den omslag van de banne Rarenkarspel zijn slechts begre-
pen 23.6026 H.
Het gemiddeld bedrag der lasten was van 1888—1892
f 11.65 per H. ’s jaars.
De polder betaalt aan de Heerhugowaard jaarlijks eene som
van f 110 als vergoeding voor het afmalen van het door zijne
molens op Raaksmaatsboezem opgebrachte water, volgens over-
eenkomst voor de bedijking aangegaan.
Volgens het regiement van 1874 (Prov. Blad n°. 48) bestaat
het bestuur uit vijf leden, waarvan edn Voorzitter, die recht-
streeks door de stemgerechtigde ingelanden gekozen worden *),
DE POLDER KO'ETENBURÖ.
Gemeente : Rarenkarspel.
Tusschen de Schagerwaard en den Woudmeer ligt de polder
Koetenburg, geheel omspoeld door Raaksmaatsboezem.
Zijne waterkeering bestaat m eene kade, de Koetenbwrger-kade
genaamd, ongeveer ter hoogte van AJP., die voor rek^nin0, des
polders wordt onderhouden.
De bemaling geschiedt door een vijzelmolen, uitslaande op
Raaksmaatsboezem. Vlucht 16.30 M.; middellijn der vijzel
1.25 M.
Tot inlating van water ligt in de kade een duiker.
Zomerpeil 1.40 M. — AP.; winterpeil is niet bepaald.
Grootte des polders 53.6060 H., waarvan 52.9140 H. de volle
lasten betalende, die in de jaren 1889—1892 jaarlijks / 11.60
per H. bedroegen. De polder wordt aangeslagen in alle lasten
van de banne Rarenkarspel, uitgezonderd die voor den Oosterdijk
en Molengeerzen, daar de'polder buiten den polder Geestm,erambacM
ligt.
Het bestuur wordt waargenomen door drie van de voornaamste
ingelanden, die nevens hen een penningmeester benoemen.
Er is geen tijd van aftreding bepaald.
DE RINGPOLDER MET DEN VOORHUISPOLDEE, DEN VOORPOLDER
EN HET RTNGPOLDERTJE.
Gemeenten : Sint-Maarten en Rarenkarspel.
De Ringpolder bestaat uit de banne Sint-Maarten en een gedeelte
van de banne Rarenkarspel.
Hij is ten westen gedekt door den Westfrieschen dijk. Ten
zuiden bestaan de waterkeeringen in den Heerenweg, strekkende
van den Westfrieschen dijk tot het dorp Renigenburg, in den
Selschardijk, den Korendijk en den Oosterdijk tot den Serwiel-
dermolen.