bekrachtigd bij K. B. van 30 Maart 1843 n°. 78, bestaat het
best,uur uit vier Heemraden. Enkele bepaalde onderwerpen moeten
door hen behandeld en beslist worden met Hoofdingelanden, d.
i., met al de ingelanden, die ten minste 2.3000 H. in onbezwaar-
den eigendom hebben. De Heemraden worden door Hoofdingelanden
uit hnn midden benoemd. Tot de zorg van het bestuur
behoort voornamelijk het onderhoud van de polderwegen en van
de daarin gelegen bruggen.
DE WIEÄINGERWAABD.
Gemeente: Wieringerwaard.
Het octrooi tot bedijking van de Wieringerwaard is gegeven
den 6den September 1597 aan A d i i ia a n M a e r t e n s z O o e t e n b u r o h
te Alkmaar. Het werk vorderde echter in de eerste jaren weinig
of niet en is eerst in 1608 met kracht doorgezet.
De eenigszins vreemde riehting van den dijk, die volgens het
octrooi met een //winckelhaeck” in zee is gelegd, is daaraan toe
te schrijven, dat men zoo na mogelijk wilde naderen tot «seec-
ker swinne genaamt Kunbertsewin, hetwelck ’t voorsz. lant tot
een bequame geduyrige waterlossinge soude mögen dienen.”
Ten zuiden tegen den Westfriese hen dijk, ten zuidwesten te-
gen den Zijpschen SUkkerdijk gelegen, is de polder ten noord-
westen, noorden en oosten door een eigen dijk ingesloten, die ,
vroeger geheel zeedijk, nu slechts voor 890 M. zeewaterkee-
rend is. (Zie bladz. 66).
Deze dijk heeft geheel de hoogte van 3.41 M. -j- AP. en
wordt door het bestuur onderhouden.
De Wieringerwaard wordt bemalen door een stoomgemaal, dat
in 1871 gesticht is. Het staat nabij den Noorddijk van den
polder en slaat het water uit in een uitwateringsboezem , strek-
kende buiten längs den Noorddijk van de Wieringerwaard en
längs den binnenberm van den oostelijken dijk van den Anna-
Taulownapolder tot eene duikersluis in diens oosthoek waardoor
het water in zee afvloeit. Boezem en sluis moeten door den
polder onderhouden worden.
In den dijk bij: dat stoomgemaal ligt eene doorlaatsluis of uit-
wateringssluis, wijd 3 M., voorzien van twee paar vloeddeuren.
Over deze sluis ligt eene vaste rijbrug.
• Het gemaal heeft drie eylindrische ketels ; van 59 M2 ver-
warmingsoppervlak. Twee machines, elk van 40 P K ., brengen
eene centrifugaalpomp en twee vijzels in beweging van 1.75 M.
middellijn. De afvoerbuis der pompen is 1.75 M. in door-
snede.
In den Zijpschen SUkkerdijk heeft de Wieringerwaard eene
schutsluis, de zoogenaamde -Yerlaatsluis, die tevens dient om in
tijd van droogte water uit de Zijpscke vaart in den polder te
laten. Doorvaartwijdte 2 .95 M.; diepte 2 .30 M. — AP. Over
deze sluis ligt eene vaste voetbrug.
Zomer- of winterpeil is • niet vast bepaald. Gewoonlijk
is dit 2.55 M. — AP.
Grootte des polders 1859.5716 I I ., waarvan 1691.2930 H.
de volle lasten betalen en 168.2786 H ., als dijken, kaden,
wegen en water, vrij zijn. Gemiddeld bedrag der lasten in de
jaren 1888-—1892 f 5.50 per H. ’s jaars.
Yolgens het regiement van 1869 (Prov. Blad n°. 41), gewijzigd
in 1873 (Prov. Blad n°, 73), in 1889 (Prov. Blad n°. 40)
en in 1 8 9 2 (Prov. Blad n°. 52), bestaat het bestuur van de
Wieringerwaard uit een Dijkgraaf en vier Heemraden als dage-
lijksch bestuur, en tien Hoofdingelanden. De Dijkgraaf en de
Heemraden worden benoemd door de Koningin, uit een drietal
door de vergadering van Haofdingelanden opgemaakt ').
HET KOEGRAS.
Gemeenten : Helder en Callantsoog.
De polder Koegras is niet in een ringdijk besloten, Hij sluit