De läge gronden of hooilanden liggen gemiddeld op 0.38 M.
+ AP.
De uitwatering heeft plaats door middel van zeven duikers, te
weten:
1. een gelegen in de Gooyer Gracht, die voor de helft door
Kademeesters van de Gooische Zomerkade en voor de wederhelft
door gecommitteerden van Eemnes wordt onderhouden,
2. een gelegen achter de Hoeoen,
3. v // // de Bieskamp,
4. // » w het Laarder-angeregt,
5. // // ff de Laarder-maat,
6. ff // ff » Bassum,mer-maat,
7. » » // w Naarder-maat.
HOOGEMAAT EN BIJVANG.
Gemeente: Huizen.
De Hoogemaat en Bijvang, ofschoon een deel uitmakende
van de zooeven besproken lagere gronden en zoowel ten westen
als ten oosten door deze ingesloten, staan onder een afzonderlijk
bestuur, bestaande uit twee Schaarmeesters, door het gemeente-
bestuur van Hilversum henoemd. Deze onderhouden de kade,
zoover die längs de Hoogemaat strekt en den daarin gelegen
dniker voor gemeene rekening der ingelanden.
De Hoogemaat heeft eene uitgestrektheid van . 45.4158 H.
De Bijvang v a n ......................................; . . 34.1760 n
Te zamen . . . . 79.5918 H.
waarvan onbelastbaär............................. 1.7000 //
De omslag per hectare was in de jaren 1887—1892 gemiddeld
/ 6H 0 ’s jaars.
De hoogte der gronden is gemiddeld 0.15 M. -f- AP., die
der kade gemiddeld 1.50 M. Deze werd verhoogd toen, na de
afsluiting) van het I J bi] Schelüngwonde, de waterstand hooger is
geworden.
De waterloozing geschiedt door middel van een dniker in zee.
Aan de achterzijde zijn deze landen, evenals de overige maten
onder Blaricum en Huizen, door de Gooyer Meent ingesloten.
HET HAVERLAND EN GßOOTE GAT.
Gemeente: Naa/rden.
Het Haverland en Groote Gat, ter oppervlakte van 79.0808 II.,
strekt van de hooge gronden bij Valkeveen tot de Voorste Buiten-
dijken. Hieronder zijn begrepen de gronden liggende voor den zeedijk
van de Gooyer Meent, op de kaarten gewoonlijk met den naam van Stads-
Jcamp aangeduid, doch niet al de landen, voor den Oosterdijk gelegen.
De gronden toch onmiddellijk voor dien Oosterdijk zijn die
in de vprige eeuw afgegraven hooge gronden, die, krachtens een
beding bij de nitgifte door het domein gemaakt, met het onder-
houd van dien Oosterdijk als zeedijk zijn belast geweest. Toen
deze hooge gronden nog niet waren afgegraven, strekte zieh daar-
vdor eene strook lager land längs de zee uit, die in de eerste
helft der zeventiende eeuw reeds bekaad was geworden en nu
nog evenals toen in het onderhoud der kade moet bijdragen.
Het is deze. strook, die, met de oppervlakte vödr den zeedijk
van de Gooyer Meent gelegen, te zamen de 79.0808 H. uit-
maakt, onder den naam van Haverland en Groote Gat bekend.
De ligging dezer gronden is gemiddeld 0.46 + AP. De hoogte
der zomerkade gemiddeld 1.93 M. boven dat peil.
Het onderhoud dier kade is ten laste yan de Naarder Meent,
waarvan deze buitenlanden een deel uitmaken !). De aan den
Oosterdijk dijkplichtig geweest zijnde buiteugronden zijn van het
onderhoud der kade vrij gebleven.
*) Over het beheer dier Meent, zie hieronder : Vergadering van Stad en
Lande van Qooiland. H. 1, Afd, I I I , Onderafd. 2 § 5.