De gemeenschappelìjke boezem, waarop al de in Rijnland gelegen
polders hun water uitslaan of laten wegloopen, heeft eene
uitgestrektheid van ongeveer 3600 H., waarvan ongeveer 1550
H. in Noordholland.
De voornaamste wateren,. die in deze Provincie tot Rijnlauds
boezem bebooren, zip : *)
Het Zuider- en Noorderspaarne, lang 10400 M. en strekkende
van de ringvaart van den Haarlemmermeerpolder tot de sluizen
van Spaarndam, met de binnengraehten van Haarlem.
Het Spaarne is zeer verscbillend van breedte. Nabij de ringvaart
is de watervlakte op kanaalpeil 135 M. breed, in Haarlem
25 M. en voorts afwisselend van 40 tot 100 M. voor zooveel
het Zaider- en van 75 tot 235 M. voor zooveel het Noorderspaarne
betreft.
De diepte van het eerste is 2.70 M. tot 3.20 M .— AP. over
eene breedte van 20—27 M.; van het Noorderspaarne, 4.20 M.
— AP. over eene bodembreedte van ongeveer 25 M. Deze
bodembreedte is echter in het gedeelte bij de Jan Gijzenvaart
aanmerkelijk grooter. Het onderhoud is bij de Provincie, behalve
voor zoover het Spaarne ligt binnen Haarlem.
De ringvaaTt van den Haarlemmermeerpolder is 59500 M. lang
en omringt den geheelen polder. De breedte op kanaalpeil is
38-^45 M., de diepte 3 M. - AP., de bodembreedte 24 M.
als minimum.
Over de volle lengte aan de polderzijde ligt een jaagpad.
De ringvaart is in beheer en onderhoud bij den Haarlemmer-
meerp’older.
Draaibruggen liggen bij lasse, Hillegom, ßennebroek, Heemstede,
Vijfhuizen, de Fuikvaart, H a lf weg, Sloten, Aalsmeer, Leimmden
en bij de Nieuwe Wetering. Deze bruggen hebben eene door-
vaartwijdte van 7.65 — 8.25 M. Zij zijn in onderhoud bij den
*) Zie het Eegister der bruggen en kunstwerken in boezemwateren van Rijn-
land, bij P . W. v a n d e W e h e r te Utrecht.
Haarlemmermeerpolder,• behalve die bij de Nieuwe Wetering en bij
Fuikvaart, waarvan de eerste door de gemeente Alkemade, de
andere doOr de gemeente Haarlem onderhouden wordt.
Pontveren liggen bij de Foellaan, bij het stoomgemaal de
Cruquius, bij het Nieiiwe Meer, bij het stoomgemaal van den
Oosteinderpoelpolder en bij de Oude Wetering.
Ten behoeve van de Militaire Genie zijn gemaakt twee dam-
sluizen, ééne bij Vijfhuizen in de westelijke en ééne bij H a lf weg
in de oostelijke rirlgväart en ééne schutsluis naar den Haar-
lemmermeerpolder bij Aalsmeer.
Het Nieuwe Meer en de Schinkel, lang 4800 M., strekkende
van de ringvaart van den Haarlemmermeerpolder tot de Overtoom-
sche sluis, het eerste breed 100 — 300 M. en wat de Schinkel
betreft 15—80 M., diep 3 M. — AP., met eene bodembreedte
van 8— 30 M. Zij zijn in beheer en onderhoud bij de gemeente
Amsterdam.
De trekvaart van Haarlem naar Halfweg, lang 6900 M., breed
op de watervlakte 20—25 M. , diep 2 M. — AP., met eene
bodembreedte van 10 15 M., in onderhoud bij. de gemeente
Haarlem.
De trekvaart van Haarlem op Leiden, lang in de Provincie
Noordholland ruim 10000 M., breed op de watervlakte 18 M .,
diep 1.75 tot 2 M. -— AP. in beheer en onderhoud bij de gemeente
Haarlem.
De trekvaart van Halfweg naar Amsterdam, zie blz. 195,
Yoortsde singels van Haarlem, de Mooije Nel, de IAede, de
Jan Gijzenvaart, het Spaansch Vaartje, de Houtvaart en tal van
grootere en kleinere slooten, die het water van de hooge gronden
aan den duinkant op den boezem brengen.
Eindelijk nog de Westeinderplas bij Aalsmeer.
De vroegere Oosteinderplas is drooggemaakt en bereids is con-
cessie verleend ook den Westeinderplas te bepolderen en droog
te maken.
Behalve de sluizen in den SpaarHdamschen dijk, hierboven reeds
opg^geven, heeft Rijnland in den boezem nog zeven schutsluizen,
11