Onder het gebied der gemeenten Naarden, Laren, Hilversum,
Huizen, Blaricum en Bussum, liggen onderscheidene gemeene
beiden en weiden, die onder een gemeenschappelijk bestunr staan.
Gewoonlijk neemt dit den titel aan van Vergadering van Stad en
Lande van Gooiland, vertegenwoordigende de gerechtigden tot de
gemeene heiden en weiden in Gooiland. Over de vraag echter of
bet recht op die heiden en weiden uitsluitend behoort aan de
erfgooiers of afkomelingen der oorspronkelijke bewoners van
Gooiland, dan wel aan de genoemde gemeenten, bestaat verschil
van gevoelen. *)
De vergadering is samengesteld uit de Burgemeesters en ver-
dere afgevaardigden der gemeenten, die door de raden dier gemeenten
, len getale van twee voor iedere gemeente, voor elke
bijeenkomst worden benoetnd en gemachtigd. Yoor enkele gemeenten
voor een jaar.
De stemming in de vergadering geschiedt gemeente’s gewijze,
zoodat elke gemeente eene stem heeft.
De uitoefening der rechten van hen, die tot den veldslag of
bet schaarweiden, dat is, het gebruik der gemeene gronden, be-
voegd zijn, is door de vergadering met goedkeuring van de be-
sluren der genoemde gemeenten geregeld; thans bij een gewijzigden
*) Zie Jhr. MX C. B ä c k e r . Iets oyer Gooiland, de outginniug van hetzelve
en de regten van het Domein, als eigenaars, en der gebruikers. Amsterdam bij
J. M ü l l e r 1838. — Dezelfde. Wie zijn de geregtigden tot het gebruik yan
de gemeente van Gooilandl in de Ned. jaarboeken yoor Begtsgeleerdheid en
Wetgeying, D. I I 2a' stuk, bl. 246. — Dezelfde. Verdediging yan hei regt der
dorpsgemeenten in Gooiland op de heiden en weiden aldaar. Amsterdam bij
W e d d e p o h l 1842. — A. P e r k . Verslag omtrent den oorsprong en den aard
der gebruikregten op de heiden en weiden in Gooiland, bijzonder in betrekking
to t de vraag: wie de geregtigden zijn to t dat gebruik. Arnhem bij N i j h o f f
1842. Zie de Gids van 1844, n°. 5. — P. A. BuiS (A. N. J. F . . . . ) de Heiden
en Weiden yan Gooiland, te Hilversum bij J o h . G e r a d t s en Co m p , 1887.
schaarbrief, die den 25stel1 April 1889 is vastgesteld en telkens
weer voor den jaar wordt verlengd..
Ofschoon het recht der gezamenlijke gerechtigden onverdeeld
is en zieh tot alle de gemeene heiden en weiden uitstrekt, zoo
zijn deze echter ten aanzien van het genot in drie deelen ver-
deeli!, te weten; de Meent bij Naarden, die beweid wordt door
de gerechtigden te Nzarden en te Bussum woonachtig; de
Gooische Meent, gelegen tussehen Huizen, Blaricum en de zee,
beweid wordende door de gerechtigden van die beide dorpen en
van Laren en de Hilversumsche Meent, beweid door de gerechtigden
te Hilversum woonachkg.
Elk dezer drie meenten heeft hare eigene hnishouding, hare
eigene uitgaven, bestaande in kosten van bekading, afdijking, af-
watering, enz. en hare eigene; inkomsten j bestaande uit de op-
brengst van de betalingen voor het laten weiden van vee, volgens
den schaarbrief te voldoen, en zooveel noodig uit omslagen over
de beesten, die op de weiden zijn gebracht. Het beheer over elke
meent is opgedragen aan Meent- of Schaarmeesters, benoemd door
de besturen der gemeenten, aan welke of aan wier erfgooiers het
gebruik der meent toekomt; Zij zijn rekenplichtig aan de Vergadering
van Stad en Lande.
Gewoonlijk benoemt elk gemeentebestuur twee personen. De
Meent- of Schaarmeesters beheeren onder toezicht van de Vergadering
van Stad en Lande en waken voor de naleving van den
schaarbrief.
De gerechtigden oefenen hun recht uit, elk op de meent be-
stemd voor de gemeente, waar hij woonachtig is. Indien echter
het zeewater de Meent bij Naarden of die achter Huizen en Blaricum
mocht overstroomen, mögen de gerechtigden hunne te dier
tijd op die meenten geweid wordende beesten doen weiden op de
Hilversumsche Meent of op het niet overstroomde gedeelte van
de Meent bij Naarden, rnits betalende aan Meentmeesters te Hil-
versum of Schaarmeesters te Naarden en Bussum eene kleine
retributie ten behoeve van de meent voor ieder beest (art. 28 van
den schaarbrief).