'/i in de Winkelderbrug over de Langereis.
De gemeente Winkel, betaalt de andere helft.
I2 in de Veenhuizerbrug over de Körte Langereis.
De banne Veenhuizen betaalt de andere helft.
De grootte van de banne is ruim 2343 H ., waarvan 2104.4358
H. de volle lasten betalen, terwijl het overige weg of water is.
Het gemiddeld bedrag van de banslasten in de jaren 1888—
1892 is geweest f 7.50 per H. ’s jaars.
De gronden behoorende tot de Kolk van Bussen, de Oude
Braak en den Bedijkten Boezem, allen in deze banne gelegen,
voor zoover zij niet oud land zijn, betalen aan het bansbestuur
voor eene oppervlakte van 147.0196 H. alleen in de kosten der
wegen van bet ambacbt. De Oude Braak bovendien de koggelasten
en molenlasten voor 3-3.2020 H. Yan al de andere lasten,
zoo van bet ambacht als van de banne, zijn zij vrij.
De gronden tot de banne behoorende zijn, voor zooveel zij in
den polder de Lagehoek liggen, vrij van molengeld, daar zij uit-
wateren op Baaksmaatsboezem.
Tengevolge daarvan worden de dijkslasten geheven over
2104.4358 H., de koggelasten over 2137.6378 H., de molenlasten
over 1873.5881 H. en de weglasten over 2251.4554 H.
Yolgens het regiement van 1859 (Prov. Blad n°. 118), gewij-
zigd in 1883 (Prov. Blad n°. 66), bestaat het bestuur uit drie
leden, waarvan een Yoorzitter, uitmakende het College van dage-
lijksch bestuur, allen door de stemgerecbtigde ingelanden gekozen,
en vier Hoofdingelanden.
DE BANNE OPMEEB.
Bevat het grondgebied der genleente van. dien naam, met uit-
zondering van hetgeen tot den Berkmeer beboort.
Het bansbestuur onderhoudt voor rekening van de banne en-
kele pompen en slooten.
De grootte van de banne is 595,2563 H. Hiervan betalen
de zeedijkskosten 590.6811 H ,; de koggelasten 542.6321 H .;
de molenlasten 407.3941 H. en de weglasten 590.6811 H.
De landen gelegen in den polder de Lagehoek dragen niet bij
in het molengeld ; die in de voormalige polders Heil en Kreil en
Mulm,er worden alleen voor het zeedijksgeld en weggeld aange-
slagen.
Onder de geheele grootte zijn begrepen de bectaren vergraven
land, waarvoor de Berktneer vroeger de lasten betaalde.
Het gemiddeld bedrag der banslasten in de jaren 1888—1892
is geweest / 7.40 per H. ’s jaars.
Yolgens het regiement van 1859 (Prov. Blad n°. 119), gewij-
zigd in 1883 (Prov. Blad n°. 66), bestaat het bestuur uit drie
leden, waarvan één Yoorzitter, allen rechtstreeks door stemge-
rechtigde ingelanden gekozen, en vier Hoofdingelanden.
DE BANNE'ABBEKEBK.
De bannen Äbbekerk en Lambertschaag bevatten te zamen het
geheele grondgebied der gemeente Abbekerk, voor zoover dat
binnen den zeedijk is gelegen. De banne Äbhekerk is verreweg
de grootste, en is van de banne Lambertschaag, die het noorde-
lijkst ligt, gescheiden door eene lijn, getrokken in dezelfde rich-
ting, waarin de noordwestelijke grens der gemeente van de Weere
af loopt tot den weg tusscben de beide dorpen Lambertschaag en
Äbbekerk, en gaande in die richting, van evengenoemden weg
door tot de oostelijke grens der gemeente. De kadastrale per-
ceelen, tusschen welke de grenslijn loopt, zijn in art. 1 van het
regiement van bestuur opgegeven.
Het bansbestuur heeft geen andere taak dan de schouw over
eenige slooten.
De grootte der banne is 562.9787 H., benevens 48.9820 H.,
uitmakende het in de banne gelegen deel van den Bennemeer,
dat alleen voor de kosten der wegen van het ambacht en rente
en aflossing van schuld wordt aangeslagen.
Het gemiddeld bedrag der lasten is' in 1888—1892 geweest
f 11.44 per H. ’s jaars.