van de gemeenten Uitkoorn en Nieuweramstel tot Paauwen-
hoeh, en de oostzijde van den Legmeerdijk volgt tot zeker punt,
waar de vroegere polder Kudelstaart begon, is de feitelijke grens
ten gevolge van de droogmaking der Legmeerplassen eene geheel
andere geworden.
Aan Brecht, en Amstel is de grens dezelfde gebleven, maar
een deel van Uitkoorn tot den ZW.-dijk van den Tkamerbinnen-
polder is thans in den polder begrepen en deze dijk vormt met
den dijk van den Noorder-Legmeerpolder tot bij de Kwalcel en ver-
der met den ringdijkvan den Zuider-Legmeerpolder de feitelijke grens.
Pogingen m 1888 aangewend om den wettelijken toestand met
den feitelijken in overeenstemming te brengen, zijn op verschil-
lende bezwaren afgestuit.
Slechts de kade van de Brecht is in onderhoud bij den polder,
waarvoor de aangrenzende eigenaars jaarlijks / 80 betalen.
De AmstelJcade wordt door bet Ileemraadschap van den Amstel
en Niemoer amstel, voor zooveel noodig, ouderbouden, evehals
de weg, die er op ligt en die aan het Heemraadschap behoort.
De overige kaden zijn in onderhoud bij de aangrenzende polders.
De hoogte der kaden is van 0.30 tot 0.50 M. -)- AP.
De polder wordt bemalen door twee windschepradmolens, een aan
de Amstelkade nabij Vrouwenahker, uitmalende op de Brecht
en den aan bet Zandpad bij Uitkoorn, uitmalende op den Amstel.
Beiden hebben eene vlucht van 25.30 M. en een scbeprad van
5.20 M. middellijn, met schoepen van 0.52 M. breedte.
In de kade tusschen het Huis ter Bucht en Vrov/uienahher
ligt eene schutsluis, de Jan Ploegersluis, met eene doorvaartwijdte
van 4.50 M., ligging van den slagdrempel op 2.625 M. — A.P.
en eene schutkolklengte van 21.25 M. Over de sluis ligt eene
loopplank.
Te Uitkoorn, bij de Sckans, ligt eene tweede schutsluis met
eene doorvaartwijdte van 4.05 M., ligging van den slagdrempel
op 2.70 M .— A P . en eene schutkolklengte van 19.70 M. Over
deze sluis ligt eene ophaalbrug, die in onderhoud is bij het
Heerroraadschap van den Amstel en Nieuweramstel.
Het peil van den polder is des zomers 1.30 M. —■ A.P. en
des winters. 1.32 M. — A.P.
De polder is 754.3841 H. groot, behalve ruim 100 H. water.
Yele gronden liggen echter in de Legmeerpolders, zoodat de
feitelijke grootte slechts ruim 527 H. bedraagt.
Schuldplichtig zijn behalve deze nog 142 H. in den Zuider-
Legmeerpolder. De lasten bedroegen van 1888-—1892 f 5 per H.
’s jaars.
De gronden tusschen den Zijdel/meer en den Thamerbinnenpolder
behooren tot den voormaligen Thamerbuitenpolder, doch zijn bni-
ten de bedijking gebleven van den Noorder-Legmeer, waarin het
grootste deel van den Thamerbuitenpolder werd opgenomen. Fei-
telijk behooren zij tot den Uithoornschenpolder en worden ook door
dezen bemalen zonder dat zij eenige lasten betalen.
Het bestuur van den polder is opgedragen aan vijf leden, waarvan
den Yoorzitter, die rechtstreeks door de stemgerechtigde ingelanden
worden gekozen. Het regiement is vastgesteld in 1870 (Prov.
Blad n°' 52), gewijzigd in 1871 (Prov. Blad nQ. 58) en in
1888 (Prov. Blad n°. 71). >)
DE THAMEEBINNENPOLDEE.
Gemeente: Uitkoorn.
De Thamerbinnenpolder ligt tusschen den Bovenkerlcerpolder, den
Noorder-Legmeerpolder, de in den polder Uitkoorn liggende gronden
van den voormaligen Thamerbuitenpolder en den Amstel. Den
15 FebTuari 1792 vsrleenden de Statin van Utrecht octrooi
tot vervening en weder droogmaking van den Thamerbinnenpoll)
Zie notulen der Zomervergadering van 1869, Bijlage n°. 3 ; der Win-
tervergadering van 1869, Bijlage n°, 1; der Zomervergadering van 1870, Bijlage
11°. 4; der Zomervergadering van 1871, Bijlage n°. 19 en voorts ook
notulen der Zomervergadering van 1888 , Bijlage S« en van de .Winterverga-
dering van 1888, Bijlagen D, E, E, G, H.