432 POLDERS TAN ScHERMERBOEZEM.
Volgens het reglement van 1856 (Prov. Blad n 96) wordt
liet bestuur nitgeoefend door een Dijkgraaf en Iwee Heemraden,
met vier Hoofdingelanden. De Dijkgraaf en Heemraden worden
reclitstreeks benoemd door de stemgerecbtigde ingelanden. *)
DE POLDER HET WOOD.
Gemeenten: Krommenie en Uitgeest.
De polder het Woud ligt ten noorden van den polder Krommenie
en grenst alzoo ten zuiden aan den Krommeniedijk en den
Taandijk. De omringdijk van het Woud loopt van dien Taan-
dijk bij bet zoogenaamde Moltjesveer, längs de Nauernasche
vaart, de Tochtsloot, de Marke,rvaart, de Stierop en bet Langemeer,
om zieh bij bet Zwaansmeertje aan te sluiten aan den La-
gedijk van de Uitgeesterlroek.
Yoorts strekt de polder zicb in eene smalle strook zuidwaarts
uit tusschen dezen Lagedijk en den Westdijk van de Kromme-
nieer- en Assendel/verpolders tot den Nieuwendarn, bevattende
alzoo in zicb het gebeele noordelijk gedeelte van de door dien
Nieuwendarn in 1357 gesloten oude Krommenye, hetwelk grooten-
deels verland, maar gedeeltelijk nog als water onder den naam
van de Ham over is.
Het is uit deze Ham, dat, in geval van droogte, water wordt
opgemalen in den polder de Noorderhuitendijken, zooals boven
is gezegd. (Zie bladz. 424.)
De omringdijk van het Woud wordt voor rekening des polders
onderhouden, met uitzondering van dat gedeelte, betwelk längs
de Nauernasche vaart strekt, dat in onderhoud is bij den Scher-
mer. Längs de Markervaart, de Stierop en bet Langemeer heeft
bij eene boogte van 0.17 M. -j- AP.
Op den boek van de Nauernasche vaart, tegenover de Tochtsloot,
staat de vijzelmolen, die op die vaart het; polderwater uit-
werpt. Vlucht 27 Mi; middellijn van de vijzel'2 M.
Sedert 1877 heeft de polder gemeenscbappelijk met den polder
Krommenie één stoomgemaal. (Zie bladz. 431).
De polder heeft twee schutsluizen, als: ééne aan de Nauernasche
vaart bij den molen de Woudaap, en ééne aan de Marker-
vaart. Doorvaartwijdte 3 .7 4 M. en 3.20 M.; schutkolklengte
10.75 M. en 12.25 M.; slagdrempeldiepte boveüdrempel 1.20 M.
en 1.10 M. — AP.; benedendrempel 0 .5 M. en 0.48
M i — AP.
Eene schutsluis, die toegang gaf tot het Alkmaardermeer, is in
1873 opgeheven en vervangen door een overtoom. Ook de
schutsluis, die den polder met den polder Krommenie verbond, is
weggebroken in 1880. Thans zijn er twee open doorvaarten, ééne
bij de Busch en ééne bij Krommeniedijk.
Het zomerpeil is 1.05 M. —- AP., het winterpeil 1.10 M.
AP. is gelijk aan dat in den polder Krommenie.
Grootte 399.3980 H ., allen de. volle lasten betálende. Ge-
middeld bedrag van deze in de jaren 1888—1892 /6 .2 5 per H.
’s jaars. Door het buitenland wordt voor 13.0580 H. f 0.80
per II. ’s jaars bijgedragen.
Volgens het reglement van 1856 (Prov. Blad n°. 140) wordt
het bestuur uitgeoefend door éen Dijkgraaf en twee Heemraden,
met vier Hoofdingelanden, allen rechtstreeks door de stemee- ... . - ö
rechtigde ingelanden gekozen B .
DE WESTWOUDEREOLDER.
Gemeente: Akersloot.
De Westwouderpolder vormt een eiland door de Markervaart
ten oosten, de Stierop ten zuiden en verder door het Alkmaarder-
of Langemeer omspoeld.
Deze polder bestaat uit oud land, dat op de kaart vau B e e l d -