dijkt en drooggemaakt, en een groot aantal windmolens were!
vervangen door stoomgemaal, terwijl het afvoervermogen-der slui-
zen en het aanvoervermögen der kanalen vergroot werd.
Maar de belangrijkste gebeurtenis en die eene groote verande-
ring gebracht heeft in den waterstaatstoestand van Noordholland ,
is geweest de doorgraving van Holland op zijn Smalst in verband
met de afsluiting eil de kanalisatie van het I J .
Hierdoor zijn niet alleen vele zeedijken slapers geworden en
tal van nieuwe polders drooggemaakt, maar door het outstaan van
een geheel nieuwen boezem voor den afvoer van het overtollige
water, is ook groote invloed uitgeoefend op den toestand van de
meeste onzer groote waterschappen.
De aanleg van het Merwedekanaal heeft mede velerlei wijzi-
gingen gebracht in den waterstaatstoestand van het zuidoostelijk
deel der Provincie.
Ook in de regeling van het bestuur en de inrichting der waterschappen
hebben groote veranderingen plaats gehad, daar sederi
1864 voor meer dan 140 polders of waterschappen een bij-
zonder reglement door de Staten is vastgesteld.
De nieuwe nauwkeurige grensbepalingen brachten menigmaal
groote wijzigingen in de grootte van het waterschap, eil de pol-
derliggers, die de oude en meestal zeer verouderde moesten ver-
vangen, deden blijken, dat de werkelijke toestand dikwijls zeer
verschillend was van dien, welken men zieh steeds had voorgesteld.
Daarbij kwam, dat menig werk, dat vroeger door particulieren
verricht was, than s ten laste van den polder kwam en dat in vele
polders, vooral beoosten Amsterdam, de verhoefslaging van den
omringdijk vervangen is door het stelsel van dijksonderhoud uit
ééne hand.
Het is dan ook niet te verwonderen, dat zieh meer en meer
de behoefte deed gevoelen aan de bewerking eener herziene uit-
gave van meergenoemd werk, en dat ieder, die met den Wa-
terstaat der Provincie in betrekking staat, de dringende noodzake-
lijkheid van zoodanige herziening gevoelde.
Zag Mr. de Yries er wegens zijn hoogen leeftijd bezwaar in
de bewerking nog op zieh te nemen, het is ons aangenaam te
mögen mededeelen dat hij toch den bewerker met zijn hoogge-
waardeerden raad. en voorlichting steeds heeft ter zijde gestaan.
13ij die bewerking is op den voorgrond gezet, dat zij moest zijn
eene Iweede en herziene uitgave van het oorspronkelijk werken dat
dns zooveel mogelijk moest gevolgd worden de wijze waarop dat
werk was ingericht.
Wel heeft men getracht de beschrijving te vermeerderen met
de opgaven van eenige bijzonderheden, die of in 1864 niet te ver-
krijgen waren, of die eerst gebleken zijn bij het nauwkeurig on-
derzoek, dat de vaststelling van ieder bijzonder reglement vooraf-
gaat; wel heeft men, meer dan vroeger, ook de aandacht doen
vallen op de omschrijving van het waterkeerend vermögen der zee-
werinaen en op de beschrijving der boezemwateren, en getracht
ook daardoor het praktisch nut van het werk te vermeerderen;
maar de inrichting in het algemeen is dezelfde gebleven.
Lag dan ook de behandeling der geschiedenis van polders en
waterschappen vroeger buiten het bestek en werd het voorledene
alleen vermeld, waar dit tot juist begrip van den toen bestaandeu
toestand onvermijdelijk geacht werd, ook thans heeft men van
dien regel zoo weinig mogelijk willen afwijken.
Bij deze 2de uitgave wordt dus de geschiedenis tot op den tijd
der eerste in het algemeen oubesproken gelaten en alleen verwe-
zen naar de Memorien van Toelichting, behoorende bij de ontwerp-
reglementen van Bestuur voor de waterschappen, waarin gesehied-
kundige bijzonderheden zijn medegedeeld en naar de verhandelm-
gen, waarin bijdragen tot de kennis der geschiedenis van Noord-
hollands Waterstaat zijn geleverd.
Ten aanzien van de geschiedenis van het tijdvak dat tusschen
de l 8te en 2de uitgave verloopen is, bracht de aard der zaak mede,
dat de voorgevallen feiten niet onvermeld konden blijven. Bij
vero-elijking van de twee uitgaven, zouden de verschillen tusschen
de vroegere en de nieuwe opgaven zeker aan het licht komen,
maar het is niet genoeg, dat die verschillen kunnen blijken.
-............