derafdeelingen zijn gesplitst. Elk dier afdeelingen lieeft een af-
zonderlijk zomer- en winterpeil, afwisselend van 0.20 tot 0.75
M. zomerpeil en van 0.05 tot 0.60 M. winterpeil boven het al-
gemeene boezemwater.
Een beambte is aangesteld om de verschillende peilen te con-
troleeren.
Door een duiker onder de Hoogwouder Gouw en de daarlangs
zicb uitstrekkende Buiten-Gouwsloot wordt het zoogenaamde
Wabbes, liggende tusschen de Hoogwouder Gouw en de Tropweere
benoorden den Boe.kelvxg zoodanig van water voorzien, dat de
aldaar liggende hoogere landerijen een zomerpeil van 0.60 M. en
een winterpeil van 0.40 M. boven het koggepeil kunnenhouden.
Behalve bij de reeds vermelde pomp te Opmeer kan er uit
Raaksmaatsboezem water worden ingelaten door duikers in de
Langereis aan de Pompsloot, aan de Nulpsloot bij den Havenweg
of Opweg naar Opmeer, in de kade van den Zuiäerpolder achter de
Her.vormde kerk te Spanbroek, achter de pastorie aldaar en door
de zoogenaamde Agricolapomp te Spanbroek.
Bezuiden den Boekelweg en aan de Zuiderpaden zijn duikers,
om water in den polder de Lagekoek in te tappen.
Het peil van den Kuggeboezem i s :
van 1 Juni tot 1 Sept. 2.15 M. — AP.
// 1 Sept. n 1 Nov. 2.20 M. -r— n
' h 1 Nov. n 1 Maart 2.2 5 M . u
// 1 Maart u 1 Juni 2.20 M. — . //. ,
Het ambacht is verdeeld in vier koggen, bevattende 16 bannen,
te weten:
1°. de MedembUkkerkogge, bevattende de bannen: Medemblik,
Opperdoes, Oostwoud, ILauwert en Hoog- en Laag-Zwaagdijk;
2°. de Hoogwouder kogge, bevattende de bannen Hoogwoud en
Aartswouä, Opmeer, Abbekerk en Lambertschaag;
3°. de Wognummerkogge, bevattende de bannen Hog/ium en
Wadrnay en Spanbroek;
4°. de Middelkogge, bevattende de bannen Sijbeka/rspel, Ben-
ningbroek, Tm sk , Midmoud en Nibbixwoud.
De verdeeling in koggen is sedert de invoering van het regiement
van 1864 bijna niets meer dan eene historische herin-
nering ; alleen bij de benoeming van Heemraden hebben de koggen
nog eenige en dan alleen zeer ondergeschikte beteekenis.
Wat de bannen betreft, bestond vroeger de taak harer bestu-
ren, behalve in het omslaan en innen der lasten van het ambacht,
nog in de zorg voor wegen en voetpaden, het schoonhou-
den en schouwen van slooten en bij sommigen het onderhoud
der waterkeeringen. Langzamerhand is die taak steeds kleiner geworden,
daar het ambachtsbestuur bijna alles tot zieh getrokken
-heeft en sedert 1890 ook alle wegen onder zijn beheer bracht.
De bansbesturen zijn thans in werkelijkheid niet veel meer geworden
dan de gaarders van de lasten.
[mmers het ambacht zorgt thans, behalve voor zijn aandeel in
het onderhoud van den Westfrieschen zeedijk, voor nagenoeg alle
buitenwaterkeeringen en voor verreweg de meeste binnen het
ambacht gelegen wegen en voor de 73 daarin liggende bruggen,
voor de bemaling en voor den boezem en het voeren van schouw
over vaart- en tochtslooten ; alleen de schouw over de kleinere
scheidingsslooten en de afvoerslooten, waarbij uitsluitend ééne banne
belang heeft, is aan de bansbesturen verbleven.
De verrekening der verschillende werkzaamheden van het ambachtsbestuur
geschiedt echter niet in ééne rekening, maar voor
het onderhoud van den zeedijk, voor de koggewerken, voor de
bemaling en voor het onderhoud der wegen, zoomede voor de
kosten van beheer, worden afzonderlijke rekeningen gehouden en
voor ieder wordt een afzonderlijke omslag gedaan over de bannen.
Zoo geschiedde de omslag:
voor de zeedijkskosten in 1891 over 12496.3514 H.
// » koggelasten n 1891 /, 12507.9094 //
n " molenlasten n 1891
// // weglasten n 1891
11743.4765 «
12954.6138 //